29.1.1 Constituenten als negatie-element
Een ontkenning kan uitgedrukt worden door woorden en woordgroepen, oftewel constituenten.
Deze kunnen bestaan uit één woord, zoals het bijwoord
niet, andere negatieve bijwoorden zoals
nooit en nergens, negatieve
voornaamwoorden zoals niemand en niets, enzovoort. De woordgroep kan ook complexer
zijn, zoals in het geval van negatieve nominale constituenten als geen van de drie takken of
hoogstens vijftien
man, of negatieve voorzetselconstituenten zoals in geen jaren of zonder jas .
Verder lezen
Niet en andere bijwoorden
Het meest gebruikte negatie-element is het bijwoord van ontkenning
niet, dat versterkt of verzwakt kan worden door een bepaling van
graad (zoals in 2):
Hoewel niet
volgens de meeste tests een zinsdeel is, kan het, anders dan de meeste andere
zinsdelen, niet de eerste zinspositie innemen, ook niet als het versterkt
is:
iHet regent hier
niet.
ii*Niet
regent het hier.uitgesloten
iii*Absoluut
niet regent het hier.uitgesloten
1Hij heeft niet geslapen.
2Hij heeft
absoluut/bepaald/helemaal/volstrekt/zeker/bijna/haast niet
geslapen.
Andere bijwoorden en bijwoordelijke uitdrukkingen die als negatie-element kunnen fungeren
zijn nooit en zijn
archaïsche synoniem nimmer, nergens, nauwelijks, pas, alleen, zelden en de versteende uitdrukkingen geenszins, in genen dele, allerminst en niet in het minst.
Velen maken een onderscheid tussen niet in
het minst
helemaal niet en niet het minst
vooral:
iDe overheid heeft deze
bevolkingsgroep tot nu toe niet in het minst geholpen. De
mensen worden aan hun lot overgelaten.
iiDoor de kerkelijke autoriteiten
werd de natuurwetenschap, niet het minst het darwinisme, met
vijandelijke ogen beschouwd.
Voor andere taalgebruikers zijn deze uitdrukkingen synoniem : zij gebruiken ook
niet in het minst met de betekenis
vooral, niet in de laatste
plaats.
3Ik krijg nooit
zo veel chocoladeletters.
4Nergens zijn
de lokale lasten lager dan het voorgaande jaar.
5De politie hoefde
nauwelijks op te treden.
6De AOW-leeftijd hoeft pas in 2026 naar 67
jaar.
7Volgens Buienradar.nl hoeven alleen
Maastreechters zich vandaag zorgen te maken over sneeuwval.
8Zij waren het jagen
allerminst verleerd.
9Hij had amper
zijn jas opgehangen of hij had al een klant.
Zelfstandignaamwoordgroepen
Ook zelfstandignaamwoordgroepen (ook wel nominale
constituenten genoemd) kunnen een zin negatief maken. Naast de eerder al
genoemde negatieve voornaamwoorden (traditioneel ondergebracht bij de onbepaalde
voornaamwoorden) zoals niemand en niets en de wat informelere variant daarvan
niks, kunnen
zelfstandignaamwoordgroepen negatief gemaakt worden door toevoeging van niet of geen:
10Niemand leest
er tegenwoordig nog een boek.
11Ik heb niks
gezien.
informeel
Deze vorm wordt als informeel Nederlands beschouwd.
12Niet iedereen
heeft evenveel talent voor voetbal.
13Ik lust geen
kaas.
Ik houd niet van
kaas.
Zelfstandignaamwoordgroepen met weinig, hoogstens, minder, maar en het tamelijk formele slechts zijn eveneens
negatief, in elk geval in die zin dat ze het optreden van negatief-polaire uitdrukkingen
zoals hoeven
mogelijk kunnen makenHoort in (14) maar
heel ook binnen de emphasismarkering? vb
verwijderd.:
14Weinig mensen
hoeven twee keer te verhuizen.
15Wij hoeven ons maar
weinig zorgen te maken over onze bankrekening.
16Het hoeft
hoogstens een kwartier te duren.
17We hoeven maar
drie boeken te lezen.
18Als er weinig vraag is hoeven er
minder bussen ingezet te worden.
19Terwijl het ene geweer leeggeschoten werd
laadden wij het andere zodat het slechts hoefde te worden
aangepakt.
Ook de volgende woorden en woordcombinaties zijn negatief:
geen,
niemand,
niets, alleen, alleen maar, allerminst, amper, enkel, evenmin .. als, hoogstens, maar (met een telwoord), minder, moeilijk, het minst, nauwelijks, niemendal,
niet meer dan, niks
informeel
Deze vorm wordt als informeel beschouwd.
, noch,
noch ... noch,
pas, slechts, ternauwernood, uitsluitend, voor(dat), weinig, zomin ... als, en zonder.
Enkele voorbeelden:
20Je hoort hem alleen maar
als hij wat nodig heeft. ('niet anders dan')
21We hebben hem nauwelijks
gezien. ('bijna niet')
22Je hoeft er pas om tien uur
te zijn. ('niet eerder dan')
23Je hoeft uitsluitend op
Aagje te letten. ('niet op iemand/iets anders', 'alleen
maar')
24Zo'n mooie uitvoering hoor je maar
zelden. ('niet vaak')
25Pim hoeft noch te komen,
noch op te bellen. ('zowel niet x, als niet
y')
26We hoeven geen
huiswerk te maken.
27Over hun ambities als voetballer
hoeven ze geen van allen lang na te
denken.
28Van de 3.700 internetreacties die
daarop binnenkwamen, waren er hoogstens drie van het niveau van
de papieren krant.
29De kinderen in deze klas hoeven
weinig boeken te lezen.
30De kinderen in deze klas hoeven
maar drie boeken te lezen.
31Varkens- en melkveehouders hoeven
niet meer dan 10 tot 15 euro te betalen voor de afzet van
mest.
De status van bijwoorden als moeilijk,
slecht en
onmogelijk
Verdieping
De status van bijwoorden als moeilijk,
slecht en
onmogelijk
Bijwoorden als moeilijk, slecht en onmogelijk zijn misschien intuïtief negatief in
die zin dat ze afkeuring uitdrukken, maar feitelijk drukken ze geen ontkenning uit: als
het waar is dat ik moeilijk loop betekent dat niet dat ik niet loop. Volgens één test
van negativiteit, namelijk het mogelijk maken van negatief-polaire
uitdrukkingen, zijn zulke woorden echter wél negatief, getuige het voorkomen
van zinnen als de volgende:
iIk kan het
moeilijk uitstaan dat er dan tromgeroffel klinkt en virtueel
vuurwerk wordt afgestoken.
iiBosz kan puntenverlies moeilijk
verkroppen.
iiiHet verlies over 2015 is
slecht te verteren.
Het gaat echter om een beperkte klasse negatief-polaire uitdrukkingen, namelijk verbale
uitdrukkingen met een modale betekenisMoeilijk! De specifieke
uitdrukkingen uit de voorbeelden lichten en link aanbrengen naar relevante sectie? [zo
gelaten, past niet per se beter bij negatief-polaire uitdrukkingen..
Met andere negatief-polaire uitdrukkingen gaat het niet:
ivZe hoeft niet/*moeilijk te
komen.
Versterking en verzwakking van negatieve constituenten
Zoals hierboven al genoemd voor
niet kunnen veel negatieve woorden en
woordgroepen versterkt of verzwakt worden met bijwoorden zoals helemaal, absoluut of bijna, volstrekt, vrijwel en archaïsch
hoegenaamd en
bepaaldVerwarrend dat dit punt, net
een beetje anders, hierboven al gemaakt wordt voor
niet: "ontkenning
niet, dat versterkt kan worden door een bepaling van graad ".
Niet alleen versterkt dus, maar ook verzwakt. Graag op één punt noemen, of anders ook
terugverwijzen. [eerste zin gewijzigd, en bij niet bovenaan verzwakking
toegevoegd.:
32Pam die kon daar helemaal
niet tegen.
33Er was verder helemaal
niemand op de weg.
34Die wil ook absoluut
niks met die handel te maken hebben.
35Hij heeft bijna
nergens meer tijd voor.
36Ik heb helemaal
geen zin in die wandeling.
37Er was vrijwel
niks meer over.
38Hij is bepaald
niet de eerste de beste.
39Daar wil ik volstrekt
niets mee te maken hebben.
40Hoewel dergelijke persberichten
populair zijn, hebben ze hoegenaamd geen
effect.
Versterken kan soms ook met een extra ontkenning:
41Nergens maar dan ook nergens geeft hij
antwoord op.
42Ik heb niks geen zin in die
wandeling.
in NN, informeel: ST?
Deze vorm komt geregeld voor in informeel taalgebruik in het
Nederlands-Nederlands. Het is twijfelachtig of hij tot de standaardtaal kan worden
gerekend.
Voorbeelden als (42) gelden evenwel op zijn best als informeel en zijn in veel genres
onacceptabel: zie verder bij meervoudige ontkenningen.
Literatuur
Foolen (1993), Hoeksema (2001), Klooster (1984), Klooster
(1993), Kraak (1966), Paardekooper
(1986), Van de Velde (2009), Van der Wouden (1997)Van der Wouden (1995), Zwarts
(1981), Zwarts (1986)
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Ton van der Wouden | januari 2021 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 29,../../data/archief/ans2/e-ans/29/body.html; |