27.5.4 Samentrekking bij samengestelde zinnen
Verder lezen
1
De samentrekking bestaat hier uit weglating van de persoonsvorm
krijgt in het tweede lid van
1b. Eenzelfde weglating van de
persoonsvorm treffen we aan in 2b,
3b en
4b, vergeleken met
2a,
3a en
4a; we spreken daarom ook hier van
samentrekking:
Zin 1a is een nevenschikking
bestaande uit twee hoofdzinnen. In
2a en
4a hebben we te maken met een
rompzin gevolgd door een bijzin, in
3a met het omgekeerde. De zinnen
2a,
3a en
4a zijn dus samengestelde zinnen.
In de voorbeelden worden de voegwoordelijke uitdrukkingen
dan dat (met
facultatief dat),
behalve dat en
in plaats (van) dat (beide met verplicht dat), die de
bijzinnen inleiden, bij samentrekking vervangen door vormen zonder
dat. Dit gebeurt altijd als de persoonsvorm (eventueel samen
met andere zinsdelen of zinsdeelstukken) wordt weggelaten (zie
4 en vergelijk Opmerking 2).
2
Van de algemene regels voor samentrekking op zinsniveau bij
nevenschikkingen
(zie
[27.5.1]) geldt regel [1] - over de identiteit naar
vorm, betekenis en grammaticale functie van de gemeenschappelijke delen -
ook in samengestelde zinnen. Regel [2] handelt over
nevenschikkingen met reeksvormers en is dus hier niet van toepassing. Bij
de regels [3] en [4], die betrekking hebben op
voorwaartse en achterwaartse samentrekking moet ten aanzien van
samengestelde zinnen het volgende opgemerkt worden.
In zin 1b hierboven heeft
voorwaartse samentrekking plaatsgevonden; achterwaartse
samentrekking is hier onmogelijk:
5Karel (-)
een boek en Mieke krijgt een cd.uitgesloten
Dit blijft zo als de leden van de nevenschikking omgekeerd worden:
Bij de samengestelde zinnen is dat anders. Beschouwen we eerst zin 4, waarvan de rompzin en de bijzin zonder meer van plaats kunnen wisselen
(zoals in 7):
Bij samentrekking vindt de weglating van de gemeenschappelijke persoonsvorm
krijgt plaats in de bijzin, ongeacht of die op de rompzin volgt (zoals in
4b) of eraan voorafgaat (zoals in 7b).
Ditzelfde geldt in principe voor de zinnen 2 en 3, al zijn daar kleine complicaties. De
behalve-zin in 3 kan wel achter
de rompzin geplaatst worden (zoals in 8), maar vereist
dan een speciale intonatie (lage toon); de in 3 gegeven
volgorde is ongetwijfeld gebruikelijker. De dan-zin in 2 kan vooropgeplaatst worden (zoals in 9), maar moet dan nog voorafgegaan worden door de bepaling waarvan hij afhankelijk is
(vaker); ook hier is de in 2
gegeven volgorde gebruikelijker. Vergelijk (in 9 is in
beide zinnen een zinsdeel toegevoegd om ondubbelzinnig te laten blijken tot welke zin de
resterende persoonsvorm behoort):
We kunnen hieruit concluderen dat, als in samengestelde zinnen die
overeenkomst vertonen met nevenschikkingen waarin voorwaartse
samentrekking voorkomt, de weglating van het gemeenschappelijke element of
de gemeenschappelijke elementen plaatsvindt in de bijzin, deze weglating
wat de richting betreft zowel voorwaartse als achterwaartse samentrekking
tot gevolg kan hebben.
Bij achterwaartse samentrekking is de richting bij
nevenschikkingen en samengestelde zinnen hetzelfde. Vergelijk:
Voor de nevengeschikte hoofdzinnen in 10 en 11 en de combinaties van rompzin en dan
-zin in 12 en 13 blijkt hieruit dat hier steeds achterwaarts wordt samengetrokken, ongeacht de
volgorde van de leden.
Hetzelfde is aan te tonen voor zinnen met behalve en
in plaats van. We volstaan met vereenvoudigd
voorbeeldmateriaal:
3
Hierboven zijn in de voorbeelden samengestelde zinnen gebruikt met
bijzinnen ingeleid door dan (dat), behalve
(dat) en in plaats (van) (dat).
De dan-zinnen zijn wat de mogelijkheden tot samentrekking
betreft in principe gelijk te stellen met zinnen die ingeleid worden door
vergelijkende voegwoorden die een gewone vergelijking uitdrukken
(zie
[10.3.14.2]). Voorbeelden:
In zinnen met behalve (dat) kan
het voegwoord zowel beperkende als uitbreidende betekenis hebben (zie respectievelijk [10.3.11] en [10.3.12]). De eerste betekenis komt voor in 19, de tweede in 20:
De zinnen met in plaats (van) (dat) geven geen aanleiding
tot verdere opmerkingen.
4
Bij gebrek aan voorstudies is het niet mogelijk een overzicht te geven van
de mogelijkheden tot samentrekking op zinsniveau in samengestelde zinnen,
en deze te vergelijken met die in nevenschikkingen. We volstaan daarom met
een aantal aanvullende voorbeelden van samentrekking in samengestelde
zinnen met een vergelijkend voegwoord, behalve (dat) en
in plaats (van) (dat), die in principe dezelfde
mogelijkheden lijken te hebben. Daarna volgen twee opmerkingen over andere
gevallen.
21Frits belegt
liever in aandelen dan (-) in obligaties (-).
22Behalve (-) in aandelen (-),
belegt Frits ook in obligaties.
23Frits belegt in
aandelen in plaats van (-) (-) obligaties (-).
25Het is de gewoonte geworden dat -
behalve hij voor mij (-) (-) (-) ik ook wel eens voor hém de
kaarten schud.
26Het is de gewoonte geworden dat hij
voor mij de kaarten schudt, in plaats van ik voor hem
(-) (-).
27Het
gewest Noord zal nog eerder Smeets (-) (-) dan het
gewest Zuid-Oost Boomsma tot afgevaardigde (-)
kiezen.
28Behalve het gewest Noord Smeets (-)
(-) (-), zal ook het gewest Zuid-Oost wel Boomsma
tot afgevaardigde kiezen.
29Het gewest Noord
zal Smeets tot afgevaardigde
kiezen, in plaats van het gewest Zuid-Oost Boomsma (-) (-)
(-).
30Zij
zouden ons even goed kunnen
helpen als wij hen (-) (-).
31Behalve wij hen (-) (-),
zouden zij ook ons kunnen
helpen.
33Mijn
vrouw schrijft vlugger drie
brieven dan ik één (-) (-).
34Behalve ik één (-) (-),
schrijft mijn vrouw ook nog drie
brieven.
35Mijn vrouw
schrijft nu drie brieven in
plaats van ik één (-) (-).
36Ik wil net zo
precies weten welke blóemen jullie gezien
hebben als (-) (-) welke aúto's (-) (-).
37Behalve (-) (-) welke aúto's (-) (-)
wil ik ook weten welke blóemen
jullie gezien hebben.
38In plaats van (-) (-) welke aúto's
(-) (-) wil ik weten welke blóemen jullie
gezien hebben.
39Aad kan beter
proberen een beleidsnota te
schrijven dan Jo (-) (-) een novelle (-).
40Behalve Aad een beleidsnota (-) (-)
(-), kan Jo proberen een novelle
te schrijven.
41Aad kan beter
proberen een beleidsnota te
schrijven in plaats van Jo (-) (-) een novelle
(-).
42Haar
opvatting eerder te mógen (-) dan te móeten werken is
respectabel.
43Haar opvatting behalve te mógen (-)
soms ook te móeten werken is
respectabel.
44Haar opvatting te mógen (-) in
plaats van te móeten werken is
respectabel.
45Zijn idee om zijn zoon beter een
standje te kunnen geven dan zijn dochter een beloning
(-) (-) was onzinnig.
46Zijn idee om behalve zijn dochter
een beloning (-) (-) ook nog zijn zoon een standje te moeten
geven was onzinnig.
47Zijn idee om zijn zoon een standje
(-) (-) in plaats van zijn dochter een beloning te moeten
geven was onzinnig.
Uit de voorbeelden 21 t/m 41 blijkt, dat - zoals al aan het eind van 1 vermeld
- zinnen waarin door samentrekking een persoonsvorm (eventueel met andere zinsdelen of
zinsdeelstukken) is weggelaten, ingeleid worden door verbindende elementen zonder
dat (dan, als,
behalve, in plaats van). De voorbeelden 42 t/m 47 laten zien
dat hetzelfde geldt voor beknopte bijzinnen, waarin geen persoonsvorm voorkomt. (Zie ook
Opmerking 2 hierna.)
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Samentrekking komt ook voor in samengestelde zinnen die bestaan uit een
voorwaardelijke bijzin en een rompzin, zoals blijkt uit voorbeelden
als:
iAls Jan Marie mag kussen,
dan (-) Marie Jan ook (-).
iiAls zij ons kunnen helpen,
dan (-) wij hen zeker (-).
iiiAls hij voor mij de kaarten
schudt, dan (-) ik ook (-) voor hem.
De aanwezigheid van dan in de rompzin is verplicht, terwijl dit woord
in de overeenkomstige niet samengetrokken zin facultatief is. Vergelijk met i:
Ook in andere opzichten zijn de mogelijkheden tot samentrekking in
als-dan-zinnen beperkter dan in nevenschikkingen
en in samengestelde zinnen met een vergelijkend voegwoord, behalve en in
plaats van. Vergelijk:
vZij kunnen ons
helpen en wij (-) hen (-).
viZij kunnen ons even goed
helpen als wij hen (-) (-).
viiAls zij ons
kunnen helpen, dan (-) wij hen (-).uitgesloten
viiiJan kust Marie en Marie (-)
Jan.
ixJan kust Marie vaker dan
Marie Jan (-).
xAls Jan Marie
kust, dan (-) Marie Jan ook.twijfelachtig
xiAls Jan Marie
kust, dan (-) Marie Jan.uitgesloten
Opmerking
Verdieping
Opmerking
In samengestelde zinnen waarin bij samentrekking alleen een gedeelte van een zinsdeel
wordt weggelaten (dus niet ook de persoonsvorm), komen ook bijzinnen voor samentrekking in
aanmerking die ingeleid worden door andere voegwoorden dan de tot nog
toe in deze subparagraaf behandelde. Is het gedeeltelijk weggelaten zinsdeel een bijzin, dan
kan alles behalve het inleidende woord weggelaten worden, (zie iii), dus inclusief de persoonsvorm van deze bijzin (zie i en iii). Enkele
voorbeelden zijn:
iOmdat Coby al gevraagd had welke gróenten (-)
(-) (-), vroeg Koos alleen welke áárdappelen we zouden
eten.
iiAl is hij vol hoop óp (-), hij is niet
afhankelijk ván een goede afloop.
iiiNadat ik uitgerekend had óf (-) (-), kon ik
gelukkig bevestigen dát het klopte.
In zinnen als deze worden de voegwoordelijke uitdrukkingen behalve dat en in
plaats (van) dat (dus mét dat) gebruikt.
Vergelijk iv en v met respectievelijk 14a en 15a onder 2:
ivBehalve dat hij vol hoop is óp (-), is hij
geheel afhankelijk ván een goede afloop.
vIn plaats (van) dat hij blij is mét (-), is hij
teleurgesteld óver de goede afloop.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |