7.1 Hoofdtelwoorden
Hoofdtelwoorden (cardinalia)
preciseren
een hoeveelheid en worden gebruikt om dingen te
tellen.
Als ze het
precieze aantal aanduiden, gaat het om bepaalde hoofdtelwoorden:
Als ze een niet nader gespecificeerd aantal benoemen, dan spreken we van onbepaalde hoofdtelwoorden:
Hoofdtelwoorden worden vooral gebruikt als determinator in een nominale constituent, zoals
in (1) en (2) hierboven en ook in (3) en (4 ) hieronder. Daarin gaat het hoofdtelwoord vooraf aan
het zelfstandig naamwoord, en meestal ook aan eventuele adjectieven, zoals in de
voorbeelden 3-4:
3Het worden
twee mooie
wedstrijden.
4Het is
treurig dat beide oude
vrienden elkaar via de media zo bestoken.
In bijzondere gevallen kan het hoofdtelwoord ook volgen op
het zelfstandig naamwoord, zoals in Willem
Drie of lijn
5.
Een bijzonder gebruik van hoofdtelwoorden is de toevoeging van
-en aan het telwoord, zoals in de
voorbeelden 7-8, alsook de toevoeging van het verkleinwoordsuffix -(t)je, zoals in de voorbeelden 9-10. In deze gevallen spreken we van gesubstantiveerde telwoorden.
7Wij waren met z'n
drieën altijd drie handen op één
buik.
8Schil drie appelen, snij
ze in vieren en verwijder het
klokhuis.
9Zelf had ze 6 kinderen
die ze in haar eentje opvoedde met een heel beperkt
inkomen.
10Op het vlak van fietsen
aanmoedigen scoort het bestuur maar een
zesje.
Het
getal van het substantief (enkelvoud of meervoud) sluit over het algemeen aan
bij de waarde van het hoofdtelwoord (één
appel, twee
appels). Een uitzondering hierop vormen de substantieven
die eenheden aanduiden, bijvoorbeeld van maat of tijd. Bij deze groep
blijft het substantief doorgaans (11) - maar ook niet altijd (12) - in het enkelvoud staan:
11De rijstplantjes zijn nog
teer en zijn nog geen 50 centimeter
hoog.
12Een partijtje blitz duurt
ongeveer tien
minuten.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2023 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 7,../../data/archief/ans2/e-ans/07/body.html; |
hoofdtelwoord