20.9.1 Inleiding
Verder lezen
De naam 'bepaling van gesteldheid' veronderstelt een eenheid die er niet is.
In feite gaat het hier om drie soorten bepalingen, waarover theoretisch
nogal wat uiteenlopende opvattingen bestaan. Wanneer we ons aansluiten bij
de traditie kunnen we de bepaling van gesteldheid opvatten als een bepaling bij de door het
gezegde uitgedrukte werking die tevens betrekking heeft op het onderwerp of
het lijdend voorwerp (een enkele keer op het indirect object). Hierdoor
verenigt de bepaling van gesteldheid kenmerken in zich van zowel de
bijwoordelijke als de bijvoeglijke bepaling.
We onderscheiden traditioneel drie types bepalingen van gesteldheid:
- de bepaling van gesteldheid tijdens de handeling (ook wel 'predikatief complement' of 'predikatieve toevoeging' genoemd);
- de bepaling van gesteldheid volgens de handeling;
- de bepaling van gesteldheid ten gevolge van de handeling (ook wel genoemd 'resultatieve werkwoordsbepaling').
1Hongerig kwam
Richard binnen. (bepaling van gesteldheid tijdens de
handeling)
2Hij
vindt Marianne aardig. (bepaling van gesteldheid
volgens de handeling)
3Jan verfde het hekje
groen. (bepaling van gesteldheid ten gevolge van de
handeling)
Deze drie types worden in de volgende subparagrafen afzonderlijk besproken.
(Van het derde type te onderscheiden is het (ruimere) begrip 'resultatief
complement':
zie
[30.3.2.3].)
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Men kan de bepaling van gesteldheid opvatten als een tweede gezegde in de zin, een soort
ondergeschikt gezegde. Het gezegde dat de bepaling van gesteldheid is, heeft dan als
geïmpliceerd onderwerp: het onderwerp of het lijdend voorwerp van de zin waarin de bepaling
van gesteldheid dienst doet. Zo kunnen we zin i
beschouwen als te zijn opgebouwd uit het volgende paar zinnen:
i[Richard was
hongerig.] - [Richard kwam binnen.
]
De bepaling van gesteldheid hoort hier dus bij het onderwerp. In ii hoort groen bij het lijdend voorwerp; deze zin
kunnen we laten uiteenvallen in:
ii[Jan verfde het
hekje. ] - [Het hekje werd groen.
]
De bepaling van gesteldheid die betrekking heeft op het lijdend voorwerp
van een actieve zin wordt bepaling bij het onderwerp in de ermee
corresponderende passieve zin:
iiiHet hekje werd door Jan
groen geverfd.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |