Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
12.5.4 Samenstellende afleiding
Samenstellende afleidingen zijn woorden die gevormd zijn door de combinatie van samenstelling en afleiding. Een voorbeeld is het adjectief blauwogig met de vorm adjectief + substantief + -ig. Dit woord kan niet zonder meer worden geanalyseerd als een samenstelling, bestaande uit blauw + ogig of als een afleiding bestaande uit blauwoog + -ig, omdat noch ogig noch blauwoog een bestaand woord van het Nederlands is. Er lijkt sprake te zijn van combinatie van twee woorden en een suffix. Vandaar de benaming ‘samenstellende afleiding’. Naast het type op -ig onderscheiden we ook samenstellende afleidingen op -s (bovengronds, zesdaags) en samenstellende afleidingen met een pseudo-deelwoord (goedgemutst, breedgeschouderd).
Verder lezen
Samenstellende afleidingen op -ig
We onderscheiden verschillende types samenstellende afleiding op -ig. Van de onderstaande types zijn de eerste twee productief; als substantivisch basiswoord treedt haast altijd een éénlettergrepig woord op (een uitzondering is eenlettergrepig):
1adjectief + substantief + -ig: gelijkvormig, hardhandig, kleingeestig, kleinschalig, loslippig, zwaarmoedig, zwakzinnig
telwoord + substantief + -ig: driestemmig, duizendkoppig, eenlettergrepig, meercellig, tweetalig, veelkleurig
adpositie + substantief + -ig: afhandig, inpandig, uithuizig, uitstedig
Samenstellende afleidingen met het achtervoegsel -ig benoemen de eigenschap die wordt genoemd door de combinatie van adjectief/telwoord/adpositie en substantief.
Bij het eerste subtype, met een adjectief, horen ook de samenstellende afleidingen die een taal aanduiden, bijv.
2Duitstalig, Franstalig, Nederlandstalig
Tot het tweede subtype, met een telwoord, behoren de adjectieven die een tijdsduur of een leeftijd aangeven, zoals:
3achturig (een achturige werkdag)
zesendertigurig (de zesendertigurige werkweek)
driejarig (een driejarige hengst)
honderdjarig (het honderdjarige bestaan van de firma)
Wat de betekenis betreft sluit het volgende type adjectieven zich bij de twee vorige aan:
4substantief + substantief + -ig
4bronskleurig, crèmekleurig, goudkleurig, koffiekleurig, metaalkleurig, roomkleurig
boogvormig, cirkelvormig, handvormig, kevervormig, nootvormig, peervormig
Dit patroon is ook productief. De betekenis van zulke woorden is: 'de kleur/de vorm hebbend van -'. Deze adjectieven zouden kunnen worden beschouwd als afleidingen van samenstellingen, bijvoorbeeld bronskleur + ig, maar een analyse als brons + kleurig is ook denkbaar. In dat geval moet het linkerdeel brons qua betekenis worden opgevat als een nadere bepaling van het basiswoord kleur van het rechterdeel kleurig.
Er zijn een aantal adjectieven met een vergelijkbare vorm, maar zonder dat alle samenstellende woorddelen bestaande woorden zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor:
5baldadig, barmhartig, rampzalig, pokdalig, zorgvuldig, meewarig, wispelturig
Deze woorden zijn qua betekenis slechts gedeeltelijk doorzichtig, vaak doordat een van de samenstellende delen geen woord is (bijvoorbeeld barm, wispel) of niet de gewone betekenis heeft (bal, zalig).
Samenstellende afleidingen op -s
Niet of nauwelijks productieve types samenstellende afleidingen zijn die met het suffix -s:
6adpositie + substantief
bovengronds, buitenschools, naschools, ondermaats, vooroorlogs, voorhuwelijks
telwoord + substantief + -s
achtmaands, drieweeks, tweedaags, zesdaags
adjectief + substantief + -s
goedlachs, kleinsteeds, platvloers, wijdbeens
De combinatie telwoord + substantief duidt een tijdsperiode aan. De op basis hiervan gevormde samenstellende afleidingen hebben doorgaans als betekenis 'met de genoemde tijdsperiode als duur of leeftijd', zoals in:
7de achttiendaagse veldtocht ‘de veldtocht die achttien dagen duurde’
een tweedaags kalf ‘een kalf dat twee dagen oud is’
zesweekse biggen ‘biggen die zes weken oud zijn’
Samenstellende afleidingen met een pseudo-deelwoord
Een derde type samenstellende afleidingen wordt geïllustreerd door woorden als witgejast en kortgerokt, waarin het rechterdeel een pseudo-deelwoord is. De rechterdelen gejast en gerokt komen niet zelfstandig als woord voor, alleen als onderdeel van een samengesteld woord. Daarom kunnen ze als samenstellende afleidingen worden beschouwd. Andere voorbeelden zijn:
8breedgeschouderd, goedgemutst, hooggehakt
Het bijzondere van dit soort adjectieven is dat het linkerdeel naar betekenis geen nadere bepaling is van het hele rechterdeel, maar alleen van het basiswoord ervan. Zo betekent witgejast niet ‘op een witte manier gejast’, maar ‘voorzien van een witte jas’. Evenzo betekent kortgerokt niet ‘op een korte manier van een rok voorzien’, maar ‘voorzien van een korte rok’.
De structuur van samenstellende afleidingen
Verdieping
De structuur van samenstellende afleidingen
Wat is de structuur van een woord als blauwogig? Er zijn drie mogelijkheden:
Dit soort woorden kunnen niet beschouwd worden als afleidingen van een woordgroep, theoretisch een vierde mogelijkheid. Immers, in een woordgroep als dikke buik wordt het adjectief verbogen, en zou een afleiding op -ig dus het niet welgevormde woord dikkebuikig zijn.
iacombinatie van twee woorden en een suffix: blauw + oog + -ig
bafleiding van een samenstelling: blauwoog + -ig
csamenstelling van blauw + het afgeleide woord ogig
Het voordeel van de tweede en derde mogelijkheid is dat we zo dit woord kunnen inpassen in andere woordvormingspatronen van het Nederlands, afleiding en samenstelling. Probleem is wel dat noch blauwoog noch ogig bestaan als woorden van het Nederlands. We vinden wel adjectieven als buikig ‘een buik hebbend’ en harig ‘veel haar hebbend’, maar ‘ogen hebbend’ is blijkbaar geen relevante onderscheidende eigenschap, en dus is er geen adjectief ogig.
Als we de derde mogelijkheid kiezen, dan moeten we aannemen dat blauwogig een samenstelling is van het adjectief blauwen het mogelijke, maar niet bestaande woord ogig. Het woord is dan gevormd volgens het volgende patroon, dat een vereniging is van twee woordvormingspatronen:
ii[adjectief + [substantief + -ig]]
We moeten dan verder aannemen dat naar betekenis het adjectief blauw geen betrekking heeft op het adjectivische hoofd ogig in zijn geheel, maar alleen op het basiswoord ervan, oog. Zo’n beperkt semantisch bereik van het linkerdeel van een samenstelling moeten we ook aannemen voor een woord als witgejast, waar wit iets zegt over het basiswoord van gejast, het substantief jas. Evenzo zegt in een samenstelling als driejaarlijks het linkerdeel drie iets over het basiswoord jaar van jaarlijks.
De tweede mogelijkheid, afleiding van een samenstelling, lijkt goed mogelijk bij woorden als zilverkleurig ‘zilverkleur hebbend’ en boogvormig ‘een boogvorm hebbend’, maar een analyse als samenstelling (zilver+kleurig) is niet uitgesloten. Woorden op -lustig, -plichtig en -zuchtig kunnen ook als afleidingen van samenstellingen door middel van het suffix -ig worden beschouwd:
iiikooplustig, strijdlustig, levenslustig
belastingplichtig, dienstplichtig, leerplichtig
drankzuchtig, gemakzuchtig, wraakzuchtig
Het woordvormingssysteem van het Nederlands laat dus voor bepaalde typen gelede adjectieven zoals zilverkleurig meerdere structurele interpretaties toe.
In woorden als witgejast en kortgerokt is slechts één structurele interpretatie mogelijk, omdat adjectief en substantief van elkaar gescheiden zijn door ge-, en dus qua vorm geen combinatie zijn. Het zijn dus qua structuur samenstellingen, waarbij het rechterdeel een niet bestaande afleiding met de vorm van een pseudo-deelwoord is. Deze woorden kunnen dus beschouwd worden als het product van de vereniging van twee woordvormingsprocessen, de vorming van pseudo-deelwoorden en samenstelling van het type Adjectief + Adjectief.
Literatuur
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juni 2022
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html;
    Interessante links