19.3.1 Volledige bijzinnen en beknopte bijzinnen
Verder lezen
1
Naast 'gewone', 'volledige'
bijzinnen bestaan er beknopte bijzinnen.
Beknopte bijzinnen zijn evenals andere bijzinnen
zinsdeel of zinsdeelstuk in een grotere zin, maar ze verschillen van de
ermee corresponderende (of ermee vergelijkbare) volledige bijzinnen op een
aantal punten.
-
In beknopte bijzinnen is in tegenstelling tot wat in volledige bijzinnen het geval is, het onderwerp niet uitgedrukt. In de volgende voorbeelden bevatten de (a) -zinnen een volledige bijzin, de (b) -zinnen de ermee corresponderende beknopte bijzin (de onderwerpen van de volledige bijzinnen zijn gecursiveerd):
-
Beknopte bijzinnen hebben een gezegde dat geen persoonsvorm, maar in plaats daarvan een infinitief met te of een deelwoord bevat. Voorbeelden:In een beknopte bijzin zoals eindelijk thuisgekomen in 5b staat strikt genomen een werkwoord te weinig. Het voltooid deelwoord thuisgekomen komt immers niet in de plaats van de persoonsvorm, maar vormt de werkwoordelijke aanvulling uit het oorspronkelijke samengestelde gezegde. Als vervanging van de persoonsvorm geldt het tegenwoordig deelwoord zijnde. Vergelijk 5c met 5b.Dat tegenwoordig deelwoord blijft echter - afgezien van vaste uitdrukkingen (zie 2) - in de regel achterwege. Derhalve spreekt men ook in gevallen met alleen een voltooid deelwoord als werkwoordelijk element van een beknopte bijzin.OpmerkingVerdiepingOpmerkingIn sommige grammatica's wordt een onderscheid gemaakt tussen zinnen met een alleenstaand tegenwoordig deelwoord en zinnen met een tegenwoordig deelwoord en nog een of meer andere zinsdelen. In het laatste geval spreekt men dan van een beknopte bijzin (zie bijv. 4b), in het eerste geval daarentegen niet, dus bijv. niet bij:iLachend schonk hij zich een borrel in.iiHij liep vloekend en tierend de kamer uit.Er is weinig reden om zo'n onderscheid te maken aangezien men dat bij volledige bijzinnen ook niet doet. Ook deze laatste hoeven immers afgezien van een onderschikkend voegwoord en een onderwerp (dat in een beknopte bijzin komt te vervallen) niet meer dan een gezegde te bevatten. Bovendien kan, zoals uit de voorbeelden blijkt, zowel een deelwoord zonder meer (zoals in i) als een deelwoord met andere elementen erbij (zoals in 4b) precies dezelfde functie vervullen, namelijk die van bepaling van gesteldheid tijdens de handeling. Wij spreken dus niet alleen in het geval van 4b, maar ook in het geval van i en ii van een beknopte bijzin.
-
Als beknopte bijzinnen door voegwoorden ingeleid kunnen worden - wat niet altijd het geval is, bijv. niet in 1b, 3b, 4b of 5b -, dan zijn dat vaak andere dan die welke volledige bijzinnen inleiden. Zo kunnen in beknopte bijzinnen om , na en alvorens voorkomen, terwijl in een volledige bijzin in die functie respectievelijk dat, nadat en voordat gebruikt worden. Voorbeelden zijn de zinnen 2 en:Welke voegwoorden bij gewone bijzinnen en/of beknopte bijzinnen kunnen voorkomen, wordt behandeld in [10]. Voor de weglaatbaarheid van om, zoals in zin 6b, zie men [19.3.3].In beknopte bijzinnen met een tegenwoordig deelwoord kan het woord al optreden, ter versterking van de betekenis 'terwijl...' of 'doordat...'. Dit komt vrijwel alleen voor bij werkwoorden die een actieve handeling uitdrukken. Voorbeelden zijn:9(Al) wandelend in het bos kwamen we talloze joggers tegen.10(Al) zwemmend bereikte hij de overkant.11Al doende leert men.12Terugkomend op de vraag van zojuist kan ik zeggen dat de vervanging van de uittredende redactieleden nog niet geregeld is. (= 'Wanneer ik terugkom...')13Wetend dat de bespreking toch niets meer zou opleveren, beëindigden ze de vergadering. (= 'Omdat ze wisten...')
-
Soms kunnen of moeten modale hulpwerkwoorden (zoals zullen, willen, moeten) in beknopte bijzinnen wegblijven, terwijl ze in de corresponderende volledige bijzin verplicht aanwezig zijn. Voorbeelden:Weglating van het hulpwerkwoord kan in bepaalde gevallen tot een dubbele interpretatie van de beknopte bijzin leiden (zie [19.3.2/1]).
-
In beknopte bijzinnen die nabepaling zijn binnen een naamwoordelijke, een adjectivische of een bijwoordelijke constituent (zie respectievelijk [14.5.3.8/i-ii], [15.3.4] en [16.3.3]), kunnen of moeten verwijzende woorden die in vergelijkbare volledige bijzinnen verplicht aanwezig zijn, wegblijven. Het betreft voornaamwoorden (met de functie van lijdend voorwerp of indirect object) evenals er als eerste deel van een voornaamwoordelijk bijwoord (met diverse functies) die verwijzen naar een element uit de rompzin. Vergelijk (in de volgende voorbeelden corresponderen de volledige en de beknopte bijzinnen niet precies met elkaar; het gaat er alleen om het bedoelde verschijnsel te illustreren):
2
Geïsoleerd staande gevallen, die beperkt zijn tot formeel taalgebruik, zijn
de volgende:
23IJs en
weder dienende gaat de wedstrijd door.formeel
24(De
deur) gesloten zijnde, vervoege men zich op nr.
12.formeel
25Dit
gezegd zijnde stel ik voor alvast met de werkzaamheden te
beginnen.formeel
26Eenmaal alles afgehandeld zijnde
zullen we onze aandacht richten op het
vervolgtraject.formeel
27
Staande de vergadering werd tot opheffing van de
redactie besloten.formeel
Men spreekt in deze gevallen van absolute constructies. De gecursiveerde
bijzinnen zijn hier respectievelijk te omschrijven als:
Als ijs en weder
dienen...
Als de deur gesloten
is...
Nu dit gezegd
is...
Nadat/als alles afgehandeld
is... en Terwijl de vergadering stond... ('
bezig was')
In 23 en
27 hebben we te maken met vaste
uitdrukkingen. Strikt genomen gaat het in al deze gevallen niet om beknopte
bijzinnen, aangezien het onderwerp wel degelijk uitgedrukt is (dat
onderwerp is hier nooit hetzelfde als dat van de hogere zin). Zin
24 is overigens zonder het
onderwerp de deur niet voor alle taalgebruikers
aanvaardbaar. Deze absolute constructie kan beter niet op deze manier
gebruikt worden.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Beperkt tot regionale taal (in België) is het gebruik van beknopte
bijzinnen met een vraagwoord en een voltooid deelwoord in plaats van een
afhankelijke vraagzin (een volledige bijzin) of een beknopte bijzin met
een vraagwoord en een infinitief met te bij (niet)
weten:
3
Niet altijd bestaat er naast een volledige bijzin een corresponderende
beknopte bijzin; dit geldt bijv. voor bijzinnen ingeleid door
omdat of zodat. Anderzijds komen er beknopte
bijzinnen voor zonder een volledige pendant (althans in dezelfde betekenis).
Zie bijv. de zinnen 17 t/m
22. Iets dergelijks is ook het
geval bij het werkwoord proberen
(vergelijk
[18.5.4.17]), bijv. 28a-b. In dit verband moet ook vermeld worden dat er een verschil is tussen een
beknopte bijzin met een infinitief met te, zoals in
28b, en een werkwoordgroep met een
infinitief met te als deel, zoals in
28c:
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |