Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
26.2.2.2.i.2 Aard van de leden
Verder lezen
a
Bij exclusieve disjuncties waarvan het eerste lid de negatieve voorwaarde voor het tweede noemt (inhoudelijk) (type 'Loop door of je krijgt een bekeuring': zie [26.2.1.2]), is het eerste lid altijd een bevel en het tweede een mededelende zin. Het bevel kan allerlei vormen aannemen, bijv.:
1Doorlopen! Of je krijgt een bekeuring.
2Eruit! Of er gebeuren andere dingen!
3Handen omhoog of je bent er geweest.
4Opgepast of hij rijdt je omver.
5Stil, of ze horen ons!
Het tweede lid kan ook een nevenschikking zijn:
6Hou op of ik bel de politie en zeg dat ik lastiggevallen word.
b
Bij exclusieve disjuncties waarvan het tweede lid de negatieve voorwaarde voor het eerste noemt (beschouwd als uitspraak) (types 'Ga zitten of heb je geen tijd?' en 'Ga naar boven of hoor je niet goed?': zie(26.2.1.3.1)) kan het eerste lid zowel een mededeling zijn als een vraag, een bevel, een wens, enz. Het tweede lid is altijd een ja/nee-vraag. Het tweede lid kan ook aansluiten op een samengestelde taaluiting. Het kan een reactie zijn op twee of meer bevelen, vragen, enz. Voorbeelden:
7Wil je een borrel of wil je een frisdrank? Of heb je geen dorst?
8Ga naar boven en maak je bed op! Of hoor je niet goed?
c
Bij exclusieve disjuncties waarvan het tweede lid inhoudelijk de negatieve voorwaarde voor het eerste noemt (type 'Morgen gaan we wandelen, of het moest regenen': zie(26.2.1.3.2)) moet de of -zin een vorm van het eigenlijk-modale moeten bevatten.
d
Bij niet-exclusieve (herformulerende) disjuncties (zie [26.2.1.4]) zijn er geen beperkingen op de aard van de zinnen die als leden fungeren (mededeling, bevel, enz.). Voorbeelden:
9Hoe oud ben je? Of liever: hoe jong ben je?
10Til die steen maar eens op! Of liever: probeer die steen maar eens op te tillen.
11Kabouters zijn vriendelijke wezens. Of beter: de kabouters die ik ken, zijn vriendelijke wezens.
Het tweede lid kan ook een ja/nee-vraag zijn waarmee de juistheid van de formulering die voorafgaat, betwijfeld wordt:
12Mevrouw, of moet ik zeggen: zuster?
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links