5.4.3.2 Het gebruik na voorzetsels
Verder lezen
Als elkaar(s) na een voorzetsel gebruikt wordt, is er soms
geen sprake van een zuivere wederkerigheidsrelatie; een enkele keer is de
wederkerigheidsbetekenis geheel verdwenen. In
1 is sprake van zuivere
wederkerigheid:
1De auto's botsten tegen
elkaar.
Als de ene auto tegen de andere botst, botst de andere ook tegen de ene.
Anders is dit echter in:
2De auto's reden achter
elkaar.
Als het om twee auto's gaat, rijdt de tweede achter de eerste,
maar de eerste vóór de tweede. Gaat het om een groter aantal
auto's, dan rijdt de laatste achter de voorlaatste, die ook
weer achter een auto rijdt, enz. Er is dus in zoverre sprake
van wederkerigheid, dat alle auto's op één na (de voorste) achter
een andere auto rijden. Vergelijk ook:
3In dat museum hangen wel drie of
vier schilderijen boven elkaar.
4Alle getallen stonden keurig
onder elkaar.
Weer anders zijn de verhoudingen in gevallen als uit
elkaar spatten en in elkaar
zakken. Een wederkerigheidsrelatie is hier nog maar
op de achtergrond aanwezig. Men kan zich voorstellen dat de
zelfstandigheden die hier antecedent van elkaar kunnen
zijn
[5.4.3.3], uit onderdelen bestaan die zich vanuit een centrum
bewegen, respectievelijk in een centrum samenkomen. De relatie tussen die
onderdelen tijdens hun beweging heeft echter weinig meer met wederkerigheid
te maken.
De wederkerige betekenis is geheel verdwenen in vaste uitdrukkingen als
achter mekaar ' meteen, zonder
dralen' en voor elkaar ' in
orde'. Voorbeelden:
5Ik ga
achter mekaar door.informeel
6Heb je het eindelijk
voor elkaar gekregen?
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |