7.1.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden
Hoofdtelwoorden die het precieze aantal entiteiten kunnen aanduiden, noemen we bepaalde
hoofdtelwoorden. Het zijn namen van getallen en ze worden ook wel
numerieke telwoorden
genoemd.
De bepaalde hoofdtelwoorden van het Nederlands bestaan uit een beperkte groep basisvormen. Het grootste deel van die vormen kunnen op zichzelf ook
woorden zijn, zoals de telwoorden
een t/m
twaalf en bijvoorbeeld
honderd en
duizend. Daarnaast bestaat
de groep uit vier vormvarianten (allomorfen), namelijk
twin-,
der-,
veer- en
tach-, en de vormen -tig en -en-.
Met deze basisvormen kunnen alle andere, meer complexe,
hoofdtelwoorden gevormd worden. Dat gebeurt door afleiding (bijv.
vijf-tig) of samenstelling (bijv.
zes-tien,
twee-honderd,
vijf-en-zestig). De
betekenis van de hoofdtelwoorden kan additief (bijv.
zes-tien = 6 + 10) of
multiplicatief (bijv. twee-honderd
= 2 x 100) zijn. In sommige gevallen is de vorm
-en- verplicht in de samenstelling (bijv.
vijf-en-zestig), maar het
kan ook facultatief zijn (bijv.
honderd-(en)-tien).
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2023 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 7,../../data/archief/ans2/e-ans/07/body.html; |
bepaald hoofdtelwoord