12.4.2.1.1 Ontkenning: de voorvoegsels on-, niet- en non-
Met behulp van de voorvoegsels, of prefixen, on-,
niet- en non-
worden substantieven gevormd met een ontkennend betekeniselement. Bij
substantieven met on- ligt de woordklemtoon altijd
op het voorvoegsel. Ook niet- krijgt klemtoon, maar
bij non- is dat niet altijd het geval.
Verder lezen
On-
On- komt vooral voor in combinatie met abstracte
substantieven. Voorbeelden zijn:
1ondeugd, ongeduld,
onheil, onkunde, onmin, ontrouw, onvermogen,
onzin
Soms geeft on- een pejoratieve betekenis aan het
substantief. Voorbeelden van afleidingen met de betekenis 'slecht' of 'verkeerd'
zijn:
2ondier, onding,
ongedierte, onkruid, onland, onmens, onweer,
onwil
Het plurale tantum
onkosten wordt gebruikt om de kosten
aan te duiden die men moet maken om een voordeel te behalen.
Niet- en non-
Niet- en non- hebben
dezelfde betekenis, maar hun gebruik is afhankelijk van een bepaalde stijl. Het
voorgevoegde niet- is productief bij inheemse
woorden, terwijl non- vooral bij uitheemse woorden
voorkomt. Denk bijv. aan
non-agressie in
non-agressiepact tegenover
niet-aanval in
niet-aanvalsverdrag. Andere
voorbeelden zijn:
3niet-aangeslotene,
niet-geleider, niet-ingezetene, niet-roker, niet-student,
niet-vakman
non-combattant,
non-coöperatie, non-interventie, non-proliferatie,
non-valeur
Het voorvoegsel non- wordt in min of meer ironische
stijl ook vóór inheemse woorden gebruikt om het niet-bestaan, het niet voldoen
aan de relevante eisen, of het mislukt zijn van bepaalde zaken aan te geven.
Voorbeelden zijn:
4non-beleid,
non-begroting, non-conflict, non-debat, non-informatie, non-probleem,
non-talent, non-vergadering
Het morfeem niet komt ook voor als
zelfstandig woord en wordt gebruikt als bijwoord. Men zou woorden met
niet dus ook kunnen opvatten
als samenstellingen met als linkerdeel het woord
niet. Het feit dat het in
competitie staat met non- zou men daarentegen als
een indicatie voor de prefixstatus kunnen beschouwen.
Betekenisverschillen
De betekenisbijdragen van on- en niet-/non- zijn verschillend. Het voorvoegsel on- definieert een eigenschap of hoedanigheid die
tegenovergesteld is aan die genoemd door het basiswoord. De voorvoegsels niet- en non- geven aan
dat het genoemde behoort tot het complement van de verzameling entiteiten
genoemd door het basiswoord. Een
niet-roker behoort bijvoorbeeld
tot de verzameling mensen die het complement vormt van de verzameling
rokers.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |