Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
7.1.3.2 Verkleinwoordvormen van gesubstantiveerde hoofdtelwoorden
Van een beperkt aantal hoofdtelwoorden wordt in sommige constructies de verkleinwoordvorm gebruikt; dit gaat dan vaak gepaard met een affectieve betekenis. Dit gebruik beperkt zich tot telwoorden die naar kleine aantallen verwijzen, meer specifiek één, twee, drie, vier, maximaal vijf, en het telwoord beide. De volgende constructies laten het gebruik van verkleinwoordvormen toe:
  • persoonlijk voornaamwoord + hoofdtelwoord: wij tweetjes
  • met + onbeklemtoond bezittelijk voornaamwoord + hoofdtelwoord: met z’n drietjes
  • er … eentje: Ik heb er al eentje
  • in + onbeklemtoond bezittelijk voornaamwoord + eentje: in m'n eentje
De eerste twee constructies worden zonder de verkleinwoordvorm besproken in 7.1.3.1 (wij tweeën, met z'n drieën); de derde in 7.1.2.2 (Ik heb er een/twee/...).
Ook als men bijvoorbeeld naar rapportcijfers of geld wil verwijzen, kan men gesubstantiveerde telwoorden in de diminutiefvorm gebruiken, bijvoorbeeld in Hij heeft een zesje en Dat kost een tientje vooral in NN Deze vorm komt vooral voor in het Nederlandse Nederlands. .
De verkleinwoordvorm eentje kan, net als de gewone vorm één, ook buiten de genoemde constructies zelfstandig gebruikt worden:
1'Nee', antwoordt ze, op de vraag of ze nog meer kinderen wil, 'eentje is genoeg'.
Verder lezen
Persoonlijk voornaamwoord + hoofdtelwoord + (t)jes
In voorbeelden als wij viertjes, jullie beidjes en zij tweetjes wordt een persoonlijk voornaamwoord van de 1ste, 2de of 3de persoon meervoud gevolgd door een telwoord met het achtervoegsel -(t)jes.
2We hebben het toch zo goed, wij tweetjes samen.
3En toen ik vertrok naar Suriname liepen wij beidjes op Schiphol heel intiem samen.
Zie 7.1.3.1 voor voorbeelden van telwoorden op -en in een vergelijkbare constructie (jullie beiden, zij tweeën).
Met + onbeklemtoond bezittelijk voornaamwoord + hoofdtelwoord + (t)jes
Dezelfde verkleinwoordvormen van telwoorden vinden we in voorbeelden als (4)-(6), na het voorzetsel met en een onbeklemtoond bezittelijk voornaamwoord:
4De kinderen slapen met hun drietjes boven.
5Ze waren met z'n tweetjes achtergebleven.
6Rond de kerstdagen vertrekken met ons beidjes naar de Ardennen.
Zie 7.1.3.1 voor voorbeelden van telwoorden op -en in een vergelijkbare constructie (met z’n tweeën, met ons beiden).
Er … eentje
In de constructie met kwantitatief er, ook wel de partitieve constructie genoemd, kan de verkleinwoordvorm van het telwoord één, eentje, optreden:
7De muggenpineut: elk gezin heeft er eentje.
8Van de elf kandidaten is er al eentje afgevallen.
Kenmerkend voor de partitieve constructie is dat de identiteit van wat of wie door het telwoord (eentje) wordt aangeduid, af te leiden valt uit de voorafgaande context; zo verwijst eentje in 7 naar muggenpineut en in 8 naar kandidaten.
De constructie komt ook voor in het idioom je bent me er eentje, een voorbeeld van een ethische datief.
In + onbeklemtoond bezittelijk voornaamwoord + eentje
Voorbeelden van deze constructie zijn:
9Maradona was een leider. Hij maakte Napoli bijna in z'n eentje kampioen van Italië.
10Ik heb die film in m'n eentje bekeken in de bioscoop.
11Krabben leven normaal in hun eentje.
12Zij heeft vijf kinderen in haar eentje grootgebracht.
In deze constructie correspondeert het bezittelijk voornaamwoord met het geslacht van het antecedent. Bij personen en dieren is dat het natuurlijke geslacht, maar ook dingen zijn mogelijk als antecedent, zoals in de volgende voorbeelden:
Zie ook Kraaikamp (2017) over ‘semantische congruentie’.
13Er lag een rode M&M in z’n eentje tussen allemaal blauwe.
14Het diploma van Esther lag in z’n eentje overgebleven op de tafel van de examinator.
Met rapportcijfers en geld
Verkleinwoordvormen van gesubstantiveerde telwoorden kunnen naast de hierboven genoemde constructies ook gebruikt worden bij rapport- en proefwerkcijfers:
15Het eten was niet meer dan een zeventje waard.
16Straks scoor je een zesje, terwijl je voor een negen moet gaan.
Deze gesubstantiveerde verkleinwoordvormen worden – vaak met een affectieve betekenis – ook wel gebruikt om muntstukken en bankbiljetten aan te duiden. Dit gebruik komt in het Belgisch-Nederlands aanzienlijk minder voor dan in het Nederlands-Nederlands:
17De contributie is een tientje per maand. Vooral in NN Deze vorm komt vooral voor in het Nederlandse Nederlands.
18De winkelier ontving een vals honderdje. Vooral in NN Deze vorm komt vooral voor in het Nederlandse Nederlands.
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Kathy Rys november 2023
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 7,../../data/archief/ans2/e-ans/07/body.html;
    Interessante links
    gesubstantiveerd hoofdtelwoordverkleinwoordvorm