Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
13.2 De bouw van een constituent
Verder lezen
Als onderdelen waaruit een constituent opgebouwd is, zijn te onderscheiden: een kern en, indien aanwezig, één of meer begeleidende elementen. De KERN is het onderdeel dat altijd onmisbaar is en in heel wat gevallen de syntactische functie van de hele constituent kan overnemen. Naar dat centrale woord wordt een constituent benoemd. Zo heet een constituent met een adjectief als kern een adjectivische constituent.
Kan de kern niet weggelaten worden, de begeleidende elementen kunnen dat vaak wel. Vergelijk bijv.:
1aDe spreker gaf een zeer heldere uiteenzetting van het probleem.
bDe spreker gaf een - heldere uiteenzetting van het probleem.
cDe spreker gaf een zeer - uiteenzetting van het probleem.uitgesloten
2aPiet verzamelt boeken uit de 18de eeuw.
bPiet verzamelt boeken -.
cPiet verzamelt - uit de 18de eeuw.uitgesloten
3aHij komt hoogst zelden te laat.
bHij komt - zelden te laat.
cHij komt hoogst - te laat.uitgesloten
Een en ander impliceert niet dat een kernwoord onder alle omstandigheden helemaal alleen, als los woord, in een zin kan functioneren. Zo worden substantieven meestal verplicht voorafgegaan door een lidwoord of een ander bepalend woord als determinator. We abstraheren hier dus voorlopig van de specifieke eisen voor het gebruik van een bepaalde woordsoort.
Bij de elementen die de kern van een constituent begeleiden zijn globaal twee categorieën te onderscheiden: complementen en toevoegingen.
complement noemen we die elementen die in een nauwe relatie staan tot het kernwoord en om die reden doorgaans noodzakelijk aanwezig zijn. De gecursiveerde delen in de volgende zinnen zijn voorbeelden van zulke elementen (de woorden die tussen ronde haakjes geplaatst zijn, behoren niet tot de constituenten waar het hier om gaat; zie ook [13.3]):
4Uitzinnig van vreugde (gingen de supporters de straat op.)
5De verwachting dat het zou gaan ijzelen (deed hen ertoe besluiten toch maar thuis te blijven.)
6(De politie) arresteerde de daders.
toevoeging noemen we die elementen die geen hechte band hebben met de kern en meestal vrij toevoegbaar zijn. Voorbeelden daarvan zijn te vinden in de zinnen 1 t/m 3 (respectievelijk de elementen zeer, uit de 18de eeuw en hoogst). Ook vandaag in 7 is een toevoeging:
7Vandaag blijf (ik) thuis.
In dit verband moet opgemerkt worden dat de grens tussen complement en toevoeging niet in alle gevallen scherp te trekken is.
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links