Binnen de klanknabootsende tussenwerpsels kunnen we verschillende groepen onderscheiden, op basis van het type geluid dat een spreker ermee kan weergeven:

Menselijke geluiden
lachen	haha, hihi, hoho
hikken	hik
niezen	hatsjie
kuchen	hm, (a)hum
Dierlijke geluiden
koe	boe, beuh, moe
schaap	mèèè, bèèè
ezel	i-a
kat	miauw
hond	waf, woef (en combinaties daarvan)
eend, kikker	kwaak, kwak
vogel, muis	piep
kraai	krakra
haan	kukeleku
kip	tok, toktok
mus, krekel	tsjilp, tsjirp
Andere geluiden
tikken van een klok enz.	tiktak..., tikketakke...
luiden van een klok	bim, bam, bom (of combinaties daarvan)
bel	klingelingeling, tingelingeling
huisbel, telefoon	tring, ring
pistool, geweer	pief, paf, poef in NN Deze vorm komt af en toe voor in standaardtalige contexten in Nederland. , pief, poef, paf in BN Deze vorm komt af en toe voor in standaardtalige contexten in België. (of combinaties daarvan); taktaktak..., pang; peng
trein	tsjoek, tsjoeketjsoeke...
auto	vroem, tuftuftuf...
Geluiden van of bij bewegingen
gezegd bij het springen, enz.	hop, hopla, hoplala, hoeps, woeps
geluid van een slag of klap	pats, klets, bom, boem
snelheid	wam, zoef