Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
<>
12.4.3 Samenstelling
Van twee woorden, waarvan in ieder geval het rechterdeel een substantief is, kunnen door het proces van samenstelling nieuwe substantieven gevormd worden. We noemen dit nominale samenstellingen. Zo kan van voet en bal het woord voetbal gemaakt worden. Daarbij is het substantief bal het hoofd van de samenstelling. Dat hoofd is naar betekenis de kern van het woord. Een voetbal is bijvoorbeeld een soort bal, niet een soort voet. We noem dit soort samenstellingen endocentrisch omdat ze een hoofd bevatten dat de eigenschap van de gehele samenstelling bepaalt. Het hoofd bepaalt niet alleen de kernbetekenis, maar ook het genus en de meervoudsvorm. Vergelijk bijvoorbeeld:
Tabel 1.
overeenkomst in genus
de bal / de voetbal het bal / het slotbal
het veld / het sportveld de sport / de veldsport
overeenkomst in meervoudsvorm
de ballen – de voetballen het slotbal - de slotbals
Een samenstelling als eenoog duidt echter geen oog aan, maar een wezen met één oog. Naar betekenis is dit dus geen endocentrische, maar een exocentrische samenstelling. We zien dit ook aan het afwijkende genus van eenoog: het is een de-woord, terwijl oog een het-woord is.x
In de woordgroep het voetbal zien we een andere betekenis van voetbal. Met deze woordgroep wordt een abstracte entiteit benoemd door middel van een concreet voorwerp: de wereld van het voetballen’. Dit is een geval van metonymie. Dergelijk metonymisch gebruik van samenstellingen vinden we ook veel in diernamen als roodborstje, waarbij de naam van een deel van het dier staat voor het dier als geheel.
De samenstellende delen van een samenstelling kunnen ook zelf weer een samenstelling zijn, zoals zaalvoetbal en voetbalveld. Samenstelling, althans substantivische, is dus potentieel een recursief proces. Ook kunnen de leden van een samenstelling zelf een afleiding zijn zoals in banket-bakker en overwinnings-roes.
Nominale samenstellingen bieden de taalgebruiker de mogelijkheid om een entiteit te benoemen. Ze helpen zo ook om relevante onderscheidingen te maken. Zo maken we met de samenstelling krentenbrood een onderscheid in broodsoorten: naast krentenbrood hebben we bijvoorbeeld ook rozijnenbrood, volkorenbrood en witbrood. Daarnaast kunnen samenstellingen ook ad hoc gebruikt worden. Wanneer iemand een brood in een tas stopt, kan hij dat een tasbrood noemen, maar een dergelijke samenstelling is een ad-hocformatie, en is niet bedoeld om een type brood te benoemen. Andere voorbeelden van een ad-hocsamenstelling zijn viaductvrouw ‘vrouw die met hoofd tegen viaduct is geslagen in open bus met als gevolg zware verwondingen’x
Gebeurd in Utrecht, dagblad Metro 17.08.2011.
en parachutemoord.x
Een in de Belgische media gebruikte term voor de moord op Els Van Doren  in België in 2006.
Samenstellingen worden ook gebruikt voor ‘framing’ , een situatie op een bepaalde manier representeren, zoals de samenstelling aanrechtsubsidie met de betekenis ‘fiscale tegemoetkoming voor niet buitenshuis werkende vrouwen’, die suggereert dat vrouwen zo aan huis gebonden worden, en Grootviroloog als benaming van de Belgische viroloog Van Ranst met de suggestie dat deze persoon naar grote macht streeft.x
Zie bijvoorbeeld hln.be .
Bij een endocentrische samenstelling van het Nederlands staat het bepalende deel voorop. Dat eerste deel zegt iets naders over wat in het tweede deel, het hoofd, genoemd wordt. Het bepalende deel van de samenstelling krijgt meestal de hoofdklemtoon van het woord. Er zijn verschillende soorten linkerdelen, die in Tabel 2 worden getoond. Deze worden deels hieronder en in de subparagrafen verder besproken.
Tabel 2. De verschillende linkerdelen van endocentrische samenstellingen
linkerdeel voorbeeld
substantief pech-strook
telwoord twee-drank
adjectief groot-vader
bijwoord samen-zang
adpositie voor-gerecht
werkwoord kook-pot
woordgroep onderwater-camera
zin blijf-van-mijn-lijf-huis
nevenschikking maag-darm-kanaal
Verder lezen
Nominale samenstelling is een zeer productief procedé. Van de 89.000 gelede woorden van het Nederlands in het Celex-bestand  zijn ruim 63.000 samenstellingen, en de meeste daarvan, ruim 55.000, nominale samenstellingen.x
Bron: Booij & van Santen 2017: 159.
Ook de nieuwe woorden gesignaleerd in de rubriek ‘Woord van de dag’ van de Taalbank  zijn grotendeels substantivische samenstellingen. Ook bij de verkiezing van het woord van het jaar  zijn dergelijke samenstellingen dominant.
De productiviteit van het proces van nominale samenstelling wordt versterkt doordat niet alleen woorden, maar ook woordgroepen kunnen optreden als linkerdeel, zoals onder water in onderwatercamera, en blauwe bessen in blauwebessensap. In de samenstelling blijf-van-mijn-lijfhuis is dat linkerdeel een hele zin, net zoals in God-is-doodtheologie.
In een woord als tweepersoonskamer wordt de niet als zelfstandig woord bestaande woordcombinatie tweepersoon gecombineerd met kamer tot een nieuwe samenstelling. We spreken dan wel van een samenstellende samenstelling.
De vorming van een samenstelling kan, in plaats van op basis van een abstract woordvormingspatroon zoals [N N]N, ook plaats vinden door middel van analogie met één bepaalde andere samenstelling. Zo is de samenstelling huisman ‘man die geen baan buitenshuis heeft’ gevormd naar analogie van de samenstelling huisvrouw ‘vrouw die geen baan buitenshuis heeft’, waarbij het deel vrouw is vervangen door man. Evenzo is de samenstelling scharrelei gevormd naar analogie van een specifieke andere samenstelling, scharrelkip.
Een woord als deel van een samenstelling kan een specifieke betekenis krijgen. Zo heeft het substantief man in samenstellingen de betekenis gekregen van ‘persoon met een bepaald beroep of een bepaalde functie’, zoals in:
1bloemenman, groenteman, krantenman, melkman, vuilnisman
Ook de linkerdelen van samenstellingen kunnen een specifieke betekenis krijgen, zoals kunst met de betekenis ‘namaak’, en ook een woordgroep als huis-tuin-en-keuken met de betekenis ‘gewoon’:
2kunstboter, kunstgras, kunstkerstboom
huis-tuin-en-keukenkatholiek, huis-tuin-en-keukentandarts
Woorden zoals kunst-. met een dergelijke morfologisch gebonden betekenis worden, met name bij productief gebruik, affixoïden genoemd, omdat het wel woorden zijn, maar ze in hun gebonden betekenis op affixen lijken.
In plaats van woorden kunnen ook confixen optreden als delen van een substantivische samenstelling, zoals in:
3beginconfix: astro-fysica, bio-boer, cyber-café, eco-winkel
eindconfix: baby-foon, deskund-oloog, media-theek
Een confix is een gebonden morfeem met een lexicale betekenis. De confixen komen uit een klassieke taal (Grieks, Latijn). Hoewel de twee delen niet allebei als woord voorkomen, spreken we vanwege die betekenis toch van samenstelling, namelijk neoklassieke samenstellingen. Neoklassieke samenstellingen kunnen ook uit twee confixen bestaan, zoals het substantief demo-cratie, met de confixen demo- en -cratie, en gastro-scoop, met de confixen gastro- en -scoop.
Ook verkorte woorden, splinters genaamd, treden op in samenstellingen:
4euro-top, flex-baan, reli-omroep, tech-miljardair
De hier gebruikte splinters zijn verkortingen van de woorden Europa, flexibel, religie en technologie.
Sommige woorden hebben de vorm van samenstellingen, maar toch is hun betekenis maar beperkt doorzichtig, omdat een van beide delen niet meer als zelfstandig woord bestaat. In het woord sperzieboon herkennen we het woord boon, en daardoor weten we dat met dit woord een type boon benoemd wordt. Maar omdat het eerste deel geen woord van het Nederlands is, is de betekenis van dat deel niet toegankelijk. Van een woord als bruidegom, waar het tweede deel geen zelfstandig woord is, is de betekenis ook maar deels toegankelijk. Er zijn dus samenstellingen die daarom hoogstens gedeeltelijk doorzichtig zijn.
Literatuur
  • Booij, Geert & Ariane van Santen 2017. Morfologie. De woordstructuur van het Nederlands.Amsterdam: Amsterdam University Press. [3e druk].
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
versie redacteur(en) datum opmerkingen
3.0 Geert Booij juni 2022
overzicht van de wijzigingen ▼
Wijzigingstekst hoofdstuk 12

De titel van het hoofdstuk is veranderd van ‘Woordvorming’ naar ‘Woordvorming en woordstructuur’ om duidelijk te maken dat het ook gaat om de morfologische bouw van woorden die ontleend zijn, of gemaakt zijn volgens een niet meer productief proces.

De algemene inleiding van het hoofdstuk is sterk uitgebreid. De verschillende typen woordvorming voor het Nederlands worden besproken in 12.1: afleiding, samenstelling en samenstellende afleiding, bekend uit de eerdere versie, maar ook conversie, samenkoppeling, klinkerwisseling, reduplicatie en woordfabricage. In 12.2 wordt een relatie gelegd tussen woordenschat, woordvorming, ontlening, productiviteit en doorzichtigheid.

In de andere onderdelen van het hoofdstuk, 12.3-12.6, wordt de vorming van woorden per woordsoort besproken, net als in de vorige versie, namelijk die van werkwoorden, substantieven, adjectieven en bijwoorden. Daarin wordt ‘conversie’ nu als apart type woordvorming besproken, waar het verschijnsel eerder onderdeel was van het type ‘afleiding’, onder de benaming ‘afleiding zonder toevoegsel’.

De indeling van ‘De vorming van werkwoorden’ (12.3) is het meest ingrijpend veranderd. Naast conversie wordt daarin namelijk ook samenkoppeling toegevoegd als type woordvorming. Hieronder vallen de scheidbaar samengestelde werkwoorden, zoals uitgeven en ademhalen. In de vorige versie van het hoofdstuk werden die behandeld onder het type ‘samenstelling’, net als de onscheidbaar samengestelde werkwoorden, zoals achtervolgen en mislukken. Die laatste komen nu aan de orde onder het type ‘afleiding’. ‘Samenstelling’ bij werkwoorden is daarmee gereduceerd tot een kleine groep gevallen met een werkwoord of substantief als eerste deel, zoals zweefvliegen en buikspreken, en een aantal ‘exocentrische werkwoorden’, zoals knipogen en schuimbekken, die voorheen als ‘samenstellende afleiding’ werden gezien. In die laatste categorie vielen ook voorbeelden als omcirkelen en overschaduwen, die nu terug te vinden zijn onder ‘afleiding’.

Bij ‘De vorming van substantieven’ (12.4) is de categorie ‘samenstelling’ uitgebreid met de typen samenstellende samenstellingen (bijv. brandblusinstallatie), analogische vorming van samenstellingen (bijv. vadertaal), samenstellingen met affixoïden (bijv. hoofdgedachte), neoklassieke samenstellingen (bijv. fotograaf), splintersamenstellingen (bijv. docudrama) en samenstellingen met een gebonden deel (bijv. antwoord). Ook aan ‘De vorming van adjectieven’ (12.5) is het type neoklassieke samenstellingen (bijv. autonoom) toegevoegd, net als samenstellingen met een gebonden deel (bijv. tjokvol).

In algemene zin is het hoofdstuk op verschillende manieren verrijkt, in overeenstemming met de doelstellingen van de herziening van de e-ANS. Zo zijn er uitgebreide literatuurverwijzingen toegevoegd, koppelingen naar andere informatiebronnen, nieuwe voorbeelden en informatie over gebruiksverschillen tussen Nederland en België. Bovendien zijn er koppelingen aangebracht naar fonologische informatie over de verschillende typen gelede woorden in het nieuwe hoofdstuk 1 De klankleer van het Nederlands.

2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12
Meer informatie over het lopende herzieningsproject
Interessante links