18.5.4.20 Beginnen
Verder lezen
Het werkwoord beginnen wordt in de standaardtaal altijd
verbonden met een infinitief met te. Het getalsonderwerp van
beginnen is tevens het geïmpliceerd onderwerp van de
infinitief. Zowel in onvoltooide als in voltooide tijden kan
beginnen groepsvormend en niet-groepsvormend gebruikt worden.
De voorkeur voor groepsvormend of niet-groepsvormend gebruik is in de
verschillende delen van het taalgebied niet dezelfde. Voorbeelden zijn:
In de voltooide tijden komt in plaats van een vervangende infinitief ook
soms een deelwoord voor (quasi-groepsvormend gebruik:
vergelijk
[18.5.1.2/1], categorie [c ]). Naast een
zin als 2a is dus ook mogelijk:
3Ik hoor dat Jan zijn viool al
is begonnen te stemmen.quasi-groepsvormend
Regionaal (met name in het westelijke deel van België) wordt een infinitief
zonder te gebruikt als beginnen in de eindgroep
staat, hetzij als infinitief of vervangende infinitief, hetzij als
achter-pv in de indicatief presens meervoud
(vergelijk
[18.5.4.17/2]); zie respectievelijk de voorbeelden:
Die mogelijkheid bestaat niet als beginnen vóór-pv is:
5Ze
beginnen vandaag
werken.uitgesloten
Zie
ook
[18.5.4.1/ii].
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |