Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
6.1.1 Attributief gebruik van adjectieven
Adjectieven worden het vaakst attributief gebruikt, als bepaling voorafgaand aan een substantief. Het adjectief geeft nadere informatie over het substantief: het drukt een eigenschap of toestand uit van de entiteit waar het substantief naar verwijst (een persoon, dier of ding, of een groep). De aardige docenten, bijvoorbeeld, verwijst naar een groep docenten die als eigenschap hebben dat ze aardig zijn. Het geheel, de aardige docenten, vormt een nominale constituent, met het substantief docenten als kern, en het adjectief aardige als voorbepaling bij dat substantief. Andere voorbeelden zijn:
1Een van de nieuwe invalshoeken is het werk van de Solo als EHBO-post op zee.
CHN
2Door navigatiefouten waren de para's niet altijd op de goede plaatsen neergekomen.
CHN
Als een adjectief attributief gebruikt wordt, krijgt het in de meeste gevallen een buigings-e (bijv. de kleine jongen), behalve in een indefiniete nominale constituent met een het-woord als kern (bijv. een klein meisje).
Heel wat adjectieven kunnen alleen maar attributief gebruikt worden. Dit geldt vooral voor relationele adjectieven, maar er zijn ook andere adjectieven waar dit voor geldt.
O kindeke klein, o kindeke teer: attributieve nabepalingen
Verdieping
O kindeke klein, o kindeke teer: attributieve nabepalingen
In oudere fasen van het Nederlands konden attributief gebruikte adjectieven ook áchter het zelfstandig naamwoord staan,
Van de Velde (2009) beargumenteert dat dit geen attributief gebruikte adjectieven zijn, maar dat ze buiten de nominale constituent vallen.
zoals in een lied over Michiel de Ruyter (Ik zing er al van een Ruyter koen, maar niet van een ruiter te paard), of in het kerstliedje O kindeke klein, o kindeke teer. In het hedendaagse Nederlands komen we die volgorde alleen nog tegen in een paar vaste combinaties, zoals Zo waarlijk helpe mij God almachtig, maar zie ook deze waarschuwing in pretpark de Efteling: Voor sommige kindjes klein, kan de spiegel angstaanjagend zijn! In deze gevallen krijgt het adjectief geen buigings-e.
Verder lezen
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taaladvies
    Dagenta
    Taalportaal
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Kathy Rys november 2024 Een tussentijdse versie van dit hoofdstuk werd van commentaar voorzien door Maaike Beliën, Thomas Haga, Priscilla Heynderickx en Jack Hoeksema. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit hoofdstuk berust bij de redacteur(en).
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 6,../../data/archief/ans2/e-ans/06/body.html;
    Interessante links