21.3.5.4 Een naamwoordelijke constituent zonder determinerend element of zonder
nabepaling
Verder lezen
1
Als een zinsdeel uit een naamwoordelijke constituent bestaat, kan van die
constituent alles behalve het determinerende element of alles behalve de
nabepaling voorop geplaatst worden. Deze twee gevallen moeten van elkaar
onderscheiden worden.
De volgende (b) -zinnen zijn voorbeelden met een
naamwoordelijke constituent minus de determinator op de eerste zinsplaats:
Een volgorde zoals in de (b) -zinnen is niet altijd even
gewoon, maar kan in een bepaalde context uit het oogpunt van de
informatieve geleding heel adequaat zijn. Het deel van de naamwoordelijke
constituent dat op de eerste zinsplaats staat, vormt het uitgangspunt waar
de rest van de zin iets over meedeelt. Zin
1b bijvoorbeeld past heel goed in
een gesprek tussen een groente- en fruithandelaar en een klant, waarbij
deze laatste gevraagd heeft of de groenteman nog appels bij zich heeft. Op
dezelfde manier past zin 2b in een
context waarin al sprake geweest is van pinguïns en zin
3b in een context waarin men het al
over kinderen gehad heeft. Informatief het belangrijkst in deze zinnen is
dan bijv. het kwantificerende element, wat ook bij
4b het geval is.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Soortgelijke gevallen kan men aantreffen bij adjectivische constituenten,
bijv.:
2
In de (b) -zinnen van de volgende voorbeelden is er sprake van
achteropplaatsing van een nabepaling uit een naamwoordelijke constituent
(dit is mogelijk als die naamwoordelijke constituent een aanwijzend
voornaamwoord in plaats van een lidwoord als determinator heeft):
De nabepaling staat dan op de laatste zinsplaats. Zie
daarvoor
[21·7·3]. Dergelijke splitsingen zijn overigens niet aan de eerste
zinsplaats gebonden.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |