1.1.2.1.8 Variatie in intonatie
Over noord-zuidvariatie in intonatie is niet veel bekend.
Binnen Nederland werd er wel onderzoek gedaan naar regionale verschillen
in zinsmelodie, zie Hanssen (2017).
Toch lijken sprekers aan te voelen dat er verschillen zijn tussen
Nederland en België op dit gebied.
Zie Van Heuven & Van de Velde (2010: 17).
Gooskens (1997) deed onderzoek waarbij Nederlandse en Belgische
proefpersonen fragmenten moesten beoordelen op herkomst: luisteraars moesten
aangeven of men dacht dat het fragment was ingesproken door een spreker die uit
hetzelfde land afkomstig was als zijzelf. Daarbij moesten drie versies van
dezelfde fragmenten beoordeeld worden: (i) een onbewerkte versie, (ii) een
gemonotoniseerde versie, waarin de natuurlijke spraakmelodie verwijderd was en
vervangen was door een vlakke toon, maar met behoud van de klanken (segmentele
informatie), en (iii) een 'gedelexicaliseerde' versie, waarin juist de melodie
bewaard was, maar de klanken (segmentele informatie) verwijderd waren (door
zogenaamde laag-doorlatende technieken).Uit de resultaten bleek dat zowel Nederlandse als Belgische luisteraars meestal
in staat waren om de drie versies van de fragmenten correct te classificeren.
Hoewel de classificatie vaker correct gebeurde voor de onbewerkte en de
gemonotoniseerde fragmenten, werd voor de gedelexicaliseerde fragmenten toch een
correctheidsscore bereikt die niet aan het toeval kon worden toegeschreven. Dit
betekent dat de luisteraars in staat waren om op basis van informatie over enkel
de zinsmelodie een onderscheid te maken tussen Nederlands-Nederlands en Belgisch
Nederlands. Wat de precieze verschillen zijn in de zinsmelodie van beide
variëteiten kon uit het onderzoek niet worden afgeleid.
Zie Van Heuven & Van de Velde (2010: 20). Verhoeven (2005: 246)
betoogt dat de intonatie van het Belgisch-Nederlands en die van het
Nederlands-Nederlands niet wezenlijk verschillen, waarbij beide
variëteiten toonhoogtecontouren hebben die bestaan
uit combinaties van stijgende en dalende toonhoogtes tussen twee declinatielijnen. Er blijkt echter wel een verschil te zijn
in (tenminste) een van de prosodische eigenschappen
van beide variëteiten, namelijk spreeksnelheid. Uit onderzoek van
Verhoeven, De Pauw & Kloots (2004) blijkt namelijk dat de gemiddelde
spreeksnelheid in het Nederlands-Nederlands significant hoger ligt dan
in het Belgisch-Nederlands.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |