1.8.4.1 Verenkeling en verdubbeling van letters
Een voorbeeld van een grafotactische regel is het verbod op dubbele
medeklinkerletters (lettergeminaten) binnen lettergrepen:
Verbod op medeklinkergeminaten
Binnen lettergrepen komen geen medeklinkergeminaten
voor.
Als we een -t toevoegen aan de stam van een werkwoord voor de derde persoon
enkelvoud zoals eet, dan eindigt dit woord dus orthografisch op een
enkele t: eet. Als we het suffix -te toevoegen aan een
bijvoeglijk naamwoord zoals groot, dan blijven beide t’s wel behouden:
grootte. Hier is de reeks tt over twee lettergrepen verdeeld.
Uitzonderingen vinden we in woorden als app, baseball en jazz, die
we door hun doublet van medeklinkerletters binnen een lettergreep meteen als
uitheems herkennen.
Ook een drietal doubletten van klinkerletters wordt aan het eind van een woord
verenkeld; dit geldt voor uu, oo, aa, maar niet voor
ee. Bij klinkers moet dit patroon worden gerelateerd aan een andere
grafotactische regel, de regel van verenkeling van
lettergeminaten:
Regel van verenkeling
Lettergeminaten voor klinkers worden verenkeld in een
open lettergreep.
De effecten van deze regel zien we in de spelling van de volgende woordparen:
Tabel 1.
y | fuut / futen |
e | eet / eter |
o | rood / roder |
a | laat / later |
Als de gespannen klinkers in de eerste lettergreep van deze woorden in een open
lettergreep staan, dan worden de dubbele letters verenkeld. Dit geldt dus niet
voor gespannen klinkers die met een combinatie van twee verschillende letters
worden gespeld, de oe, de
eu, en de
ie.
Als een gespannen klinker aan het woordeinde staat, staat deze daardoor in een
open lettergreep; ook dan treedt verenkeling op, maar met één uitzondering;
ee wordt niet
e, omdat een woordfinale
e wordt gebruikt om de sjwa weer
te geven, zoals in zee vs.
ze (pers. vnw.). In plaats
van ee wordt in sommige woorden
é gebruikt zoals in
oké en
hé. Deze verenkeling levert
geen problemen op voor de spelling van ongespannen klinkers aan het woordeinde,
want die komen in die positie niet voor, behalve in uitroepen. De grafotactische
oplossing voor de spelling van zulke uitroepen is om de klinkerletter te laten
volgen door de h, zoals in
bah, joh, goh, puh.
Een uitzonderlijk geval van verenkeling is de spelling van de y voor een
w, zoals in uw. De y staat dan orthografisch gezien in een
gesloten lettergreep, maar toch wordt een enkele u gespeld.
De spelling van de woorden in de tabel hierboven geeft geen problemen voor wat betreft de
klankwaarde van de enkele letterklinkers. Die kunnen niet als ongespannen
klinkers worden opgevat, omdat er ook een grafotactische regel van
verdubbeling is:
Regel van verdubbeling
Een medeklinkerletter tussen twee klinkerletters wordt verdubbeld als de eerste klinkerletter een ongespannen klinker weergeeft.
Deze regel heeft tot effect dat er in de volgende woordparen in de
meervoudsvormen een dubbele medeklinker moet worden gespeld:
1pit/pitten, pet/petten, put/putten, bot/botten,
rat/ratten
De regel van verdubbeling geldt niet voor de digraaf
ch. In een woord als
lachen telt de eerste
lettergreep orthografisch als gesloten vanwege de aanwezigheid van twee
medeklinkerletters. Dit betekent ook dat in een woord als
goochem de letter voor de
gespannen klinker
o moet
worden verdubbeld, en weergegeven als
oo. Hetzelfde geldt voor de
ng, die ook een lettergreep
orthografisch gezien gesloten maakt. Daardoor spellen we de ongespannen klinker
ɑ van
zangen zonder verdubbeling,
evenals de ɛ
in echo.
Woorden met een gespannen klinker voor
ŋ
komen niet voor.
Deze manier van spellen van klinkerletters laat zien dat de fonologische
lettergreep (de syllabe) niet altijd exact correspondeert
met de orthografische lettergreep. In een woord als
goochem
go.xəm is de
eerste syllabe open, maar orthografisch wordt deze als een gesloten lettergreep
opgevat, en daarom wordt de gespannen klinker
o hier
als oo gespeld.
De afbreekconventies maken wel verschil tussen
ch en
ng. Een woord als
lachen wordt
afgebroken als la-chen, een
woord als zangen als
zan-gen.
De gespannen klinker
i wordt
weergegeven door de digraaf ie. Omdat
dit grafeem uit twee verschillende letters bestaat, is het niet onderhevig aan
de verenkelingsregel, zoals blijkt uit de spelling van woorden als
gieter en
lieve, waar de
i in
een open lettergreep staat en toch met twee letters wordt gespeld. In uitheemse
woorden, zoals bikini,
divan,
liter en
prima, wordt de
i in
een open lettergreep wel als i
gespeld. Toch is er in bepaalde gevallen wel sprake van een speciale vorm van
verenkeling: als de
i in een
niet-finale, onbeklemtoonde lettergreep staat, wordt
i gespeld in plaats van
ie, zoals in
activeren (naast
actief) en
neuriën (naast
neurie).
Zie Nunn (1998: Hoofdstuk 4).
De letter i wordt ook gebruikt om de
glijklank
j weer te
geven, na een gespannen klinker, zoals in
aaien,
roeien, en
pooier. Dit staat in
contrast met de spelling van
j als
j in leenwoorden als
bajes. De bron van deze
spellingconventie is dat De Vries en Te Winkel in hun spellingregeling de
klankreeksen
aj,
uj en
oj
opvatten als tweeklanken die met drie letters geschreven worden
aai, oei, ooi, waardoor ook de
tweede klank van deze reeksen werd weergegeven met een klinkerletter.
Deze klankreeksen gedragen zich echter niet als echte tweeklanken. Zo
kunnen echte tweeklanken gevolgd woorden door een niet-alveolaire
medeklinker (bijvoorbeeld in
rijp,
eik,
kuip,
ruik) maar
aj, uj,
oj niet; zo is
ajk
onwelgevormd; zie Booij (1995: 19).
De interpretatie van de letter
i als
j
vinden we ook in de uitspraak van het afkortingswoord
aio (assistent-in-opleiding)
als ajo.Ook voor de spelling van een klinker gevolgd door de glijklank w zijn er
speciale regels: na ie en ee wordt voor de w de letter
u ingevoegd, zoals in nieuw en eeuw.
Wat betreft de spelling van medeklinkers is er een grafotactische regel voor de
spelling van de
ŋ. Deze
wordt gespeld als ng, maar niet voor
een velaire plof- of wrijfklank, waar alleen
n wordt gespeld, zoals in
bank,
angina, en
tango.
De spelling van woorden met de suffixen -aard, -aardig, en -achtig.
Verdieping
De spelling van woorden met de suffixen -aard, -aardig, en -achtig.
In woorden die uitgaan op de suffixen -aard,
-aardig en -achtig is de spelling van de stam
gelijk aan die van het corresponderende zelfstandig woord. Zo krijgen we
spelvormen als lafaard,
boosaardig en
reusachtig, en een
contrast in de spelling van
geel tussen
geelachtig en
gelig. Bij woorden met het
suffix -achtig strookt dit met het feit dat
dit suffix een zelfstandig prosodisch woord is, en
er daarom een syllabegrens valt direct
voor het suffix. Daarom is de eerste syllabe van
geelachtig een
gesloten syllabe. Ook het suffix -aardig kan als een zelfstandig prosodisch
woord worden opgevat. In een woord als
kwaadaardig kan er
een syllabegrens vallen na de
d
van kwaad-, en deze
d
wordt dan als
t
uitgesproken. Maar een uitspraak met een
d
is ook mogelijk, hetgeen suggereert dat dit suffix niet altijd als een
zelfstandig prosodisch woord wordt geïnterpreteerd. Het suffix -aard vormde historisch het tweede deel van
een samenstelling, met vroeger de vorm
hard. Dat woorden
met dit suffix als samenstellingen worden gespeld, is dus een effect van
het Beginsel van etymologie, want er valt in het
huidig Nederlands geen syllabegrens meer direct voor -aard. Dat zien we aan een woord als
wreedaard dat wordt
gesyllabificeerd als
wre.daard,
met een stemhebbende
d
aan het begin van de tweede syllabe. Dit laat zien dat er geen
Finale verscherping plaatsvindt, en de
d
van de stam
wred
dus niet aan het eind van een syllabe staat.
De spelling van verkleinwoorden
Verdieping
De spelling van verkleinwoorden
In verkleinwoorden wordt de lettergreep voor het suffix -tje als gesloten beschouwd, hoewel dat
fonologisch gezien niet het geval hoeft te zijn. De klinkertekens worden
dan verdubbeld om te voorkomen dat woorden verkeerd gelezen worden:
iabonneetje,
fotootje, mamaatje, parapluutje
Zo kan het verschil tussen woorden als katje en kaatje
worden gespeld. Als het verkleinwoord wordt afgebroken aan het eind van
een regel, vindt deze afbreking plaats op de grens tussen stam en
suffix, en dan moet weer een enkele letter gespeld worden, zoals in
mama-tje.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | september 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |