7.1.4 Het getal van maat- en tijdsaanduidende substantieven na hoofdtelwoorden
Substantieven die volgen op een hoofdtelwoord en een eenheid uitdrukken, zoals
gram,
meter en
liter, blijven doorgaans in
het enkelvoud staan. Het gaat hierbij om eenheden als gewicht, afmeting,
hoeveelheid of volume, maar ook om de frequentie-aanduidende substantieven
keer en
maal, alsook het woord
man (in de betekenis
‘personen’). Ook na de onbepaalde hoofdtelwoorden
hoeveel,
zoveel en
tig
staat
dit type substantief doorgaans in het enkelvoud.
1De rijstplantjes zijn nog
geen 50 centimeter hoog.
2Er werd 2380
kilo cocaïne in beslag
genomen.
3Ik heb het ze wel
honderd keer moeten
uitleggen.
4Om hoeveel
euro gaat het precies?
Op deze regel bestaan evenwel verschillende uitzonderingen, zoals in onderstaande
voorbeelden:
5Hier worden wekelijks
vele honderden kilo's gember tot sap
geperst.
6Tien
minuten later scoorde hij uit een
hoekschop.
7Verwarm de oven voor op
180 graden.
Ook na beide volgt een substantief in
het meervoud.
Hieronder bespreken we eerst de typen substantieven die na een telwoord in het enkelvoud staan,
en daarna de typen die na een telwoord de meervoudsvorm krijgen.
Verder lezen
Substantieven in het enkelvoud
Afmeting
Onder ‘afmeting’ verstaan we onder andere lengte,
breedte, hoogte, diepte, oppervlakte en inhoud. Voorbeelden van maataanduiders
die een bepaalde afmeting weergeven zijn: alle eenheden op -meter (o.a.
millimeter,
centimeter,
decimeter,
meter,
kilometer),
vierkante meter,
kubieke meter, alle eenheden
op -liter (o.a.
centiliter),
are,
hectare, en oude
maateenheden zoals mud,
duim,
voet en
el.
8Zo bepaalt het systeem
hoeveel meter je in die twintig seconden hebt
afgelegd en dus wat je snelheid is.
9Toen Van Aert op
vier kilometer van de streep vertrok, ging
Mathieu hem zoeken.
1030 miljoen. Zoveel liter
geitenmelk wordt elk jaar in België
geproduceerd.
11Een trein kan maar zestig
containers van twintig voet
meenemen.
In het Surinaams-Nederlands kunnen deze substantieven echter ook in het meervoud verschijnen:
Vergelijk ook met voorbeeldzin (30) hieronder.
12Ik betwijfel echt of de
aannemer de grote dambreuk van ongeveer 12 meters
zal kunnen herstellen.
in SN
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige contexten
in het Surinaamse Nederlands.
Snelheid
Eenheden van snelheid zijn meter
per seconde
(m/s) en
kilometer per uur
(km/u).
13Met een windsnelheid van
3 kilometer per uur kroop de storm naar het
centrum.
De vooral in de scheepvaart gebruikte snelheidsaanduiding
knoop staat wel in het
meervoud na een hoofdtelwoord, bijvoorbeeld:
14Vanwege de efficiënte
vorm van het schip zal de wind energie kunnen leveren voor een snelheid
van 6 knopen.
Aantal
Substantieven die een precies aantal aanduiden zijn:
dozijn (= 12),
gros (= 12 dozijn = 144) en
paar (= 2). Deze
substantieven staan in het enkelvoud na een telwoord, bijvoorbeeld:
15In de staten Oregon,
Californië en Washington woeden twee dozijn
branden.
16Als je honderd
gros bestelt, rekenen ze een te hoge prijs. Neem steeds
duizend gros
tegelijk.
17Watersalamanders hebben
meestal een lange staart en twee paar poten die
even lang zijn.
Ook miljoen,
miljard en
biljoen kunnen opgevat
worden als substantieven die een aantal aanduiden. Deze hoofdtelwoorden hebben
namelijk een aantal substantivische kenmerken.
Dit is wellicht een restant van het feit dat deze woorden historisch gezien substantieven waren die zich
pas later tot telwoorden hebben ontwikkeld; zie Van de Velde (2009: 99),
Van der Horst (2014).
18Want hoeveel
miljoen ze hem ook geven, het kan de schade die hij heeft
opgelopen nooit vergoeden.
Ook procent en
percent zijn voorbeelden van
substantieven die een aantal aanduiden, bijvoorbeeld:
19De laatste kilometers
zijn loodzwaar, met percentages van om en bij de tien
procent.
Gewicht
Substantieven die het gewicht van iets aanduiden zijn:
ons,
gram,
pond,
kilo(gram) en
ton.
20In zee zit ongeveer
35 gram zout per
liter.
21Internationaal wordt
aangeraden om iedere dag twee ons groenten en twee
porties fruit te eten.
vooral in NN
Deze vorm komt vooral voor in het Nederlandse
Nederlands.
22Ook voor de nieuwe
torenspits zal 500 ton hout gebruikt
worden.
Bedrag
Ook substantieven die geldbedragen aanduiden, staan
doorgaans in het enkelvoud na een hoofdtelwoord. Voorbeelden van zulke
substantieven zijn: cent,
euro,
ton, oudere munteenheden
zoals centiem,
frank,
gulden,
stuiver en (oude)
buitenlandse munteenheden zoals
mark,
roebel,
pond, etc.
23De prijs voor een liter
diesel wordt met zes cent
verhoogd.
24Aan het einde van het
schooljaar kreeg ik een envelopje met honderd frank
erin.
25Een werk van Vantongerloo
ging voor bijna vijf ton van de
hand.
Substantieven die verwijzen naar bepaalde munten of bankbiljetten
Dit gebruik komt voornamelijk voor in het Nederlands-Nederlands.
staan soms wel in het meervoud (bijv. twee
tientjes), zie ook 7.1.3.2. Ook de munteenheid
kroon krijgt een
meervoudsvorm:
26In Denemarken kost zo'n
flesje vijf
kronen.
Frequentie
De substantieven
keer en
maal duiden frequentie aan
en staan doorgaans in het enkelvoud:
Ter illustratie, in het Corpus Hedendaags Nederlands (geraadpleegd
februari 2022) vinden we de volgende aantallen attestaties voor
vijf keer vs.
vijf keren: resp.
15.022 vs. 14 voor het Nederlands-Nederlands, resp. 6403 vs. 16 voor het
Belgisch-Nederlands en resp. 410 vs. 54 voor het Surinaams-Nederlands.
27Er zijn bezoekers die de
musical al ongeveer vijftig keer
zagen.
28Vorig jaar keek ik m'n
ogen al uit op L'Alpe d'Huez, maar op de Ventoux stonden tig
keer zoveel mensen.
vooral in NN: informeel
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige
contexten, vooral in het Nederlands-Nederlands en vooral in het
informele taalgebruik.
29Hoeveel
maal ik gesolliciteerd heb, weet ik niet
meer.
In het Surinaams-Nederlands komt daarnaast het meervoud ook relatief veel
voor:
30Deze jonge beestjes
vervellen vijf keren.
in SN
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige contexten
in het Surinaamse Nederlands.
De tijdsaanduidende substantieven
jaar,
uur en
kwartier
Jaar,
uur en
kwartier staan in het
enkelvoud na hoofdtelwoorden, in tegenstelling tot andere
tijdsaanduidende substantieven zoals
minuut,
dag en
week:
31Ruim zeven
jaar werkt hij nu aan het klimaat- en energiebeleid van
Europa.
32Het scheepvaartverkeer in
Flevoland heeft zondag te kampen gehad met een storing die
zeven uur duurde
33Ik geef jaarlijks 150
lezingen, en daarin leg ik in drie kwartier met
plaatjes uit waar het over gaat.
Man
Het substantief
man in de betekenis
‘personen’ staat ook in het enkelvoud, bijvoorbeeld:
34De politie van Marowijne
is met ongeveer twintig man
aanwezig.
Substantieven in het meervoud
Er zijn verschillende gevallen waarin substantieven die een maat aanduiden toch in het meervoud
verschijnen. Hieronder bespreken we deze gevallen.
Concrete substantieven die een maat aanduiden
Concrete substantieven die een
bepaalde inhoud, omvang en dergelijke aangeven zonder dat ze (nog) als officiële
rekeneenheden gangbaar zijn, komen in het meervoud.
35Hoeveel
kopjes koffie mag ik drinken?
36Meng 250 gram bloem met
twee koffielepels
bakpoeder.
37Hij heeft twee
borden bonensoep en drie bakken
gortenpap op.
38Daar drinkt hij
twee flesjes bier.
39De man verklaarde in de
rechtszaal dat hij die avond vijf tot zes glazen
Bacardi/cola op had.
40Vier
vaatjes bier staan klaar voor wie komt aanwaaien en in de
hete namiddag minder trek heeft in een straf
promillage.
41Ongeveer
honderd stappen lang, vijftig
stappen breed en dertig voet
hoog.
Het maataanduidend substantief
eetlepel komt ook wel in het
enkelvoud voor:
42Voeg aan de vinaigrette
2 1/2 eetlepel olijfolie
toe.
Drie koffie graag!
Verdieping
Drie koffie graag!
In de vorige versie van de
ANS werd gesteld dat gevallen als drie
koffie of twee
bier geen uitzondering op de hierboven
besproken regels voor het gebruik van het meervoud vormen (vgl.
drie kopjes koffie).
We zouden drie koffie of
twee bier namelijk
kunnen beschouwen als verkortingen van respectievelijk
drie kopjes koffie
en twee glazen bier.
Naast het gebruik ervan in een bestelling
(Drie koffie
graag!) komt de woordreeks
twee/drie/vier/etc.
koffie wel voor in andere
constructies, bijvoorbeeld als lijdend voorwerp van de zin
(bijv. Sinds 10.00 uur heeft Lammers twee
koffie verkocht en 4 euro
omgezet) of in een adpositieconstituent
(bijv. Dan loopt hij slingerend met twee
koffie de trap op, heel
lief).
Toch zijn de uitingen drie
koffie en drie kopjes
koffie niet helemaal hetzelfde. Dat
blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat drie kopjes
koffie congrueert met een persoonsvorm in
het meervoud (waarbij kopjes
het hoofd is van de nominale constituent), terwijl
drie koffie volgens
Broekhuis & Den Dikken (2012: 878) een persoonsvorm in het enkelvoud krijgt:
Een zin als (i), waarin drie
koffie als onderwerp van de zin
functioneert, is echter niet zonder meer acceptabel.
iEr staat drie
koffie op de tafel.
iiEr staan drie
kopjes koffie op de tafel.
Bovendien zijn er gevallen waarbij de vormen met het substantief in het enkelvoud (dus gelijkend
op drie koffie) wel degelijk
het meervoud uitdrukken zonder dat er sprake is van verkorting van een
langere uiting. Dit is bijvoorbeeld zo bij flexibele
nomina, zoals:
iiiDrie pizza
margherita graag.
ivDrie pizza’s
margherita graag.
In (iii) wordt er om drie pizza’s gevraagd, maar toch wordt de enkelvoudsvorm van
pizza gebruikt. Dit
is geen verkorting van bijvoorbeeld drie borden
pizza margherita (i.t.t.
drie (kopjes)
koffie). Daarnaast wordt ook wel de meervoudsvorm
(zie (iv)) gebruikt. Pizza
margherita is een voorbeeld van een flexibel
nomen, aangezien je kunt vragen: Wie heeft er meer
pizza?, waarbij een antwoord verwacht
wordt op grond van het volume (bijv. Jans stuk is groter dan dat van
Piet > Jan heeft meer pizza), maar je kunt ook vragen:
Wie heeft er meer
pizza’s?, waarbij een antwoord verwacht wordt
op grond van de hoeveelheid/het aantal (bijv. Jan heeft 2 pizza’s en
Piet heeft er één > Jan heeft meer pizza’s).
Temperatuur
Het substantief dat gebruikt wordt om temperatuur aan te geven is
graden
(uitzondering: één
graad):
43Het kwik ligt rond de
vijf graden Celsius.
44De maximumtemperatuur
varieert van min zes graden in het noordoosten tot
min drie graden in het zuiden en langs de
kust.
Tijdsaanduidende substantieven
De volgende tijdsaanduidende substantieven staan
in het meervoud als ze op een hoofdtelwoord volgen:
seconden,
minuten,
dagen,
weken,
maanden,
decennia en
eeuwen.
45Na dertig
seconden gaat de deur automatisch
open.
46De opleiding duurt
zes weken.
47De dag waarop mijn zoon
geboren werd, verliep heel anders. Hij kwam twee
maanden te vroeg.
48Hoeveel
decennia willen ze nog
vechten?
Na een hoofdtelwoord kan ook wel het enkelvoud
maand gebruikt worden in
plaats van maanden. Dit komt vooral
– maar niet uitsluitend – in het Belgisch-Nederlands voor, maar behoort niet tot
de standaardtaal.
49In Antwerpen is er voor
negen bedden langdurige opvang, vaak drie tot vier
maand.
vooral in BN: -ST
Deze vorm komt af en toe voor in standaardtalige
contexten, vooral in het Belgisch-Nederlands, maar maakt geen deel
uit van de standaardtaal.
Maataanduiders als voorwerpnaam
Een aantal maataanduidende substantieven die
normaal gesproken in het enkelvoud verschijnen, worden in bepaalde contexten wel
in het meervoud gebruikt. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer maataanduiders
als voorwerpnaam gebruikt worden, zoals drie
euro's om de geldstukken en niet het bedrag mee
aan te duiden. Een ander voorbeeld is drie
meters als er sprake is van ‘maatstokken’ en
drie kilo's bij ‘gewichten
van een gewichtenset’.
50Wij hebben olieresten
gevonden die in grootte variëren van een dubbeltje tot aan
drie euro's naast
elkaar.
Nadruk op afzonderlijke entiteiten of op een bepaalde tijdsduur
Wanneer men bij
de maataanduidende substantieven die normaal gesproken in het enkelvoud
verschijnen, de nadruk wil leggen op de afzonderlijke entiteiten, gebruikt men
het meervoud. Bijvoorbeeld:
51Ik gok dat er
twee tot drie kilo's bijgekomen zijn sinds het
WK in Imola.
Als de tijdsaanduidende substantieven jaar, uur en kwartier gebruikt worden om een bepaalde tijdsduur uit te drukken, zeker wanneer die tijdsduur als vervelend wordt ervaren, gebruikt men ook het meervoud:
52Elke maandagochtend een
jaar lang moest elke student drie uren lang een
college filosofie volgen.
53"Laten we onze leiders
terugbrengen. Na tien jaren hebben ze niet eens een
kippenhok gebouwd", aldus Ramdien.
Als er een adjectief voor het substantief staat
Als er een adjectief vóór het
maataanduidende substantief staat, functioneert het substantief strikt genomen
niet meer als maataanduider. Het substantief komt dan in het meervoud te
staan.
54Het is al schemerdonker
als we het Genkse stadsplein opdraaien. 235 zware
kilometers liggen achter ons.
55Na nog twee
angstige uren op het bureau te hebben doorgebracht, kreeg
onze au pair haar bezittingen terug.
56Na vijf lange
jaren van draaien en keren is hij kennelijk de weg
volkomen kwijt.
57Vlak bij de huizen
bouwden ze een heuse berg. Vijf hele meters hoog is
ie.
Ook in deze gevallen ligt er nadruk op de kilometers,
uren,
jaren,
meters, enz. als
afzonderlijke entiteiten.
In combinaties van adjectieven die van een geografische naam zijn afgeleid, met een munteenheid
kan het substantief zowel in het enkelvoud als in het meervoud staan,
bijvoorbeeld:
Na honderden,
duizenden,
miljoenen en
miljarden
Maataanduidende
substantieven die normaal gesproken in het enkelvoud verschijnen, krijgen
gewoonlijk de meervoudsvorm als ze voorafgegaan worden door de vormen
honderden,
duizenden,
miljoenen en
miljarden (zie ook 7.1.2.1).
60De oorsprong van het
festival is de herdenking van een oorlog, honderden
jaren geleden.
61Ik heb
miljoenen kilometers gereden, zonder
verkeersongevallen.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2023 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 7,../../data/archief/ans2/e-ans/07/body.html; |
getalmaataanduidend substantief