Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
12.4.2.2.1 Substantivering van adjectieven
Door toevoeging van het achtervoegsel, of suffix, -e ə kunnen van adjectieven en deelwoorden (die immers als adjectief gebruikt kunnen worden), substantieven worden afgeleid. Dit procedé van suffigering is productief. We kunnen verschillende groepen gevormde substantieven onderscheiden: persoonsnamen, biologische termen, abstracta en streekaanduidingen. Daarnaast vinden we ook substantieven die door middel van het suffix -s zijn afgeleid van een adjectief, zoals in (het) lekkers .
Verder lezen
Persoonsnamen
Voorbeelden van persoonsnamen zijn:
1basiswoord adjectief: afvallige, blinde, dode, melaatse, zieke
basiswoord voltooid deelwoord: geleerde, overledene, toegesprokene, verdoemde
basiswoord tegenwoordig deelwoord: belanghebbende, helderziende, onderwijsgevende, verzorgende
De meervoudsvorm van zulke substantieven gaat steeds uit op -en:
2de gelovigen, de gevallenen, de linksen, de roomsen, de verworpenen (der aarde)
Tot de op deze manier gevormde substantieven behoren ook afleidingen op basis van een kleuradjectief, waarmee mensen met een bepaalde huidskleur of aanhangers van een bepaalde politieke partij of een ideologie aangeduid worden, zoals de blanken, de blauwen, de groenen, de roden, de witten, en de zwarten.
Sommige taalgebruikers geven er de voorkeur aan om in plaats van witten en zwarten van witte mensen/bevolking/… en zwarte mensen/bevolking/… te spreken en blank niet meer te gebruiken voor mensen. Zie ook Onze Taal , VRT Taal  en NOS Nieuwsuur .
Een opmerkelijke eigenschap van zulke gesubstantiveerde adjectieven is dat ze hun adjectivisch karakter deels behouden, zoals wordt geïllustreerd door de volgende woordgroepen met een gesubstantiveerd adjectief als hoofd:
Bron: Kester (1996: 232-233).
3de zeer rijke
de twee miljoen gulden rijke
de nog ziekeren
de hiervan volkomen afhankelijken
Het feit dat bijvoorbeeld het bijwoord zeer kan voorafgaan aan rijke, laat zien dat rijke nog steeds deels adjectivisch is. De typen complement bij de gesubstantiveerde adjectieven in (3) zijn alle typisch complementen voor adjectieven. Woordgroepen als die in (3) worden daarom wel transcategoriale constructies genoemd.
Zie Booij (2019: 45-47).
Alle tot nog toe genoemde afleidingen kunnen zowel betrekking kunnen hebben op vrouwelijke als op mannelijke personen. Ze kunnen dan ook gebruikt worden als men geen onderscheid tussen mannen en vrouwen wil of kan aangeven, bijv.:
4Onze organisatie zoekt per 1 januari a.s. een maatschappelijk werkende (m/v).
Er zijn nog acht wachtenden voor u.
Bovendien kunnen gesubstantiveerde adjectieven soms een ruimer begrip aanduiden dan eventueel daarnaast voorkomende substantieven. Met onderwijsgevenden kunnen bijvoorbeeld leerkrachten op verschillend niveau aangeduid worden.
Volgens het hierboven beschreven procedé worden ook de meeste vrouwelijke inwoners- en bewonersnamen bij geografische namen gevormd, bijv. (een) Chinese, Engelse, Finse, Italiaanse, Schotse, Leuvense naast de mannelijke of neutrale persoonsnamen als Chinees, Engelsman, Fin, etc. Naast het minder gebruikelijke (een) Franse staat het gebruikelijke (een) Française. In deze gevallen zijn de mogelijke meervoudsvormen, in tegenstelling tot die van de meeste gesubstantiveerde adjectieven, echter ongewoon of is er geen geslachtsonderscheid, zoals in (de) Engelsen en (de) Fransen.
Buiten deze categorie komen nog een aantal andere substantieven voor die alleen vrouwelijke personen aanduiden, bijv. (een) buitenlandse, joodse (naast: jodin), ketterse, lutherse, oosterse, paapse en stadse. Naast deze woorden bestaan op een andere manier gevormde mannelijke of neutrale pendanten, respectievelijk (een) buitenlander, jood, ketter, lutheraan, oosterling, paap en stedeling.
Biologische termen
In de planten- en dierensystematiek wordt veelvuldig gebruik gemaakt van het suffix -e om van adjectieven substantieven te vormen die klassen, orden, families en dergelijke of leden daarvan aanduiden. De meervoudsvorm van zulke substantieven gaat steeds uit op -en:
5(de) éénhoevigen, geleedpotigen, heide-achtigen, hoenderachtigen, katachtigen, lelie-achtigen, lipbloemigen, samengesteldbloemigen, tweezaadlobbigen, vliesvleugeligen
In plaats van een gesubstantiveerd adjectief op -achtig ter aanduiding van een (lid van een) familie, is tegenwoordig een samenstelling met -familie of een omschrijving door middel van een naamwoordelijke constituent met familie als kern gebruikelijker, vergelijk bijv.:
6De leeuw behoort tot de katachtigen = tot de familie van de katten
Abstracta
Het substantiverende -e wordt ook gebruikt om van adjectieven abstracta af te leiden zoals die onder andere voorkomen in de volgende zinnen:
7Dat is nu net het dwaze van die hele zaak.
Het eigenaardige is dat daar verderop helemaal geen melding meer van gemaakt wordt.
Daaruit blijkt het opene van zijn karakter overduidelijk.
Doe altijd het goede.
Dat is een lastige. (‘Dat is een lastig probleem’)
Deze substantieven hebben neutraal genus, en vereisen daarom het als bepaald lidwoord in het enkelvoud. Andere voorbeelden zijn de uitdrukking het nuttige met het aangename verenigen en de bede verlos ons van het kwade. Ook hier is sprake van een transcategoriale constructie, want dergelijke gesubstantiveerde adjectieven kunnen gecombineerd worden met bijwoorden:
8het al te dwaze
het gisteren gebeurde
het vaak onbegrijpelijke
Streekaanduidingen
Door middel van -e gesubstantiveerde adjectieven kunnen gebruikt worden ter aanduiding van een bepaalde streek. Het betreft hier substantiveringen van adjectieven die van namen van steden of streeknamen afgeleid zijn en waarmee de omgeving van die stad of streek aangegeven wordt, bijv. in:
9Hij woont in het Leuvense.
In het Gentse worden veel begonia's gekweekt.
iemand uit het Utrechtse/het Nijmeegse
een jongmens uit het Buitenzorgse
Op overeenkomstige wijze worden substantieven gevormd van bezittelijke voornaamwoorden. Hiermee kunnen familie, vrienden, lotgenoten, medestanders en dergelijke aangeduid worden, bijv. de hunnen, de mijnen, de onzen, de uwen, maar ook onder meer een bezit, bijv. in: (ieder) het zijne (geven).
Substantieven op -s: (het) lekkers
Naast substantivering door middel van het suffix -e vinden we ook substantieven die door middel van het suffix -s zijn afgeleid van een adjectief, zoals in (het) lekkers en (het) nieuws. Deze vorm van substantivering van adjectieven komt vooral voor in combinatie met hoeveelheid aanduidende uitdrukkingen en de vraag wat voor …
10niets waars
wat leuks
veel moois
weinig prachtigs
meer fraais
allerlei heerlijks
een heleboel liefs
een massa goeds
wat voor moois?
iets Japanserigs
Trouw 02.08.2021
Historisch is er hier sprake van een specifiek gebruik van de genitiefnaamval, de partitieve genitief. Deze genitief kwam voor als naamval van substantieven in een partitieve constructie, zoals nog zichtbaar in de uitdrukking niet veel soeps ‘zonder kwaliteit’ (vergelijk de woordgroep niet veel soep, zonder -s, die een letterlijke interpretatie krijgt). Ook dit is een transcategoriale constructie, zoals blijkt uit woordgroepen als:
11iets heel lastigs
niets in het oog vallends
Hier wordt het woord op -s (lastigs, vallends) gecombineerd met een bijwoord (heel) of het complement van een tegenwoordig deelwoord (in het oog). Dergelijke woorden gedragen zich dus nog deels als een adjectief, behalve gelexicaliseerde gevallen zoals nieuws in de woordgroep verrassend nieuws en de samenstelling nieuwsbericht.
Er is dus verschil in betekenis dus iets verkeerd doen en iets verkeerds doen. Iets verkeerds doen betekent ‘iets doen wat verkeerd is’; iets verkeerd doen betekent ‘iets doen op een verkeerde manier’.
In België wordt het suffix -s in deze constructie soms weggelaten, zoals in iets nieuw naast iets nieuws, vooral in informeel taalgebruik.
12aOp een bepaald moment moeten we dus toegeven dat ons beleid niet werkt en dat we iets nieuw moeten proberen. in BN, informeel: ST? Dit gebruik komt geregeld voor in standaardtalige contexten in het Belgisch-Nederlands, vooral in informeel taalgebruik. Het is niet duidelijk in hoeverre het tot de standaardtaal kan worden gerekend.
CHN
bWe proberen elke dag iets leuk te doen. in BN, informeel: ST? Dit gebruik komt geregeld voor in standaardtalige contexten in het Belgisch-Nederlands, vooral in informeel taalgebruik. Het is niet duidelijk in hoeverre het tot de standaardtaal kan worden gerekend.
CHN
cHet was me meteen duidelijk dat er iets gek aan de hand was. in BN, informeel: ST? Dit gebruik komt geregeld voor in standaardtalige contexten in het Belgisch-Nederlands, vooral in informeel taalgebruik. Het is niet duidelijk in hoeverre het tot de standaardtaal kan worden gerekend.
CHN
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juni 2022
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html;
    Interessante links