1.6.5.1 De klemtoon in nominale samenstellingen
Nominale samenstellingen zijn samengestelde woorden met als
rechterlid een zelfstandig naamwoord. In nominale samenstellingen die bestaan
uit twee zelfstandige naamwoorden valt de hoofdklemtoon als regel op het eerste
deel, zoals de volgende voorbeelden laten zien:
1dránk-gelag, lánd-bouw, klók-gelui, záál-voetbal
Maar er zijn enkele typen nominale samenstellingen die hoofklemtoon op het
rechterlid hebben. Dat zijn bijvoorbeeld sommige samenstellingen die beginnen
met woorden als boeren-, rijks-, staats- en
stad-:
2boeren-dóchter, boeren-léénbank, boeren-méíd, boeren-zóón
rijks-advocáát, rijks-ámbtenaar, rijks-muséum
staats-bósbeheer, staats-drukkeríj
stad-húis
Er zijn echter ook samenstellingen die met zulke woorden beginnen, en toch de
reguliere hoofdklemtoon op het eerste woord hebben:
3bóéren-actie, bóéren-gehucht, bóéren-leider
ríjks-grens, ríjks-steun, ríjks-taal
stááts-inrichting, stááts-schuld, stááts-secretaris
stáds-deel, stáds-gezicht, stád-houder
De delen van samenstellingen kunnen ook zelf weer samenstellingen zijn. Voor
zulke complexe samenstellingen met minstens drie woorden als bouwstenen zien we
twee varianten wat betreft de plaats van de hoofdklemtoon:
Klemtoon op het tweede woord, zoals in de woorden (4b), zien we vooral bij
samenstellingen, waarvan het tweede deel zelf ook weer een samenstelling is.
Maar ook in arbeidsvoorwaardenbeleid, waar het eerste deel een
samenstelling is (arbeidsvoorwaarden) zien we klemtoon op het tweede
woord, terwijl omgekeerd in kinderspeelplaats, een woord met een
samenstelling speelplaats als tweede lid, de klemtoon toch op het eerste
woord valt. Er treedt ook variatie op: het woord kinderbijslag, waarin
bijslag op zich ook een samenstelling is, kan worden uitgesproken met
klemtoon op de eerste of op de tweede syllabe.
Nominale samenstellingen kunnen ook een bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, of
voorzetsel als linkerlid hebben. Ook voor dit type samenstellingen geldt dat de
hoofdklemtoon meestal op het linkerlid valt.
Uitzonderingen zijn woorden als hoog-léraar en vríj-gezél.
Woorden die met het adjectief oud in
de betekenis ‘voormalig’ beginnen, of met het adjectief
oud of
nieuw voor een bepaalde
historische fase van een taal hebben ook hoofdklemtoon op het tweede deel:
Zulke woorden, met een speciale betekenis in samenstellingen, worden
affixoïden genoemd; zie Booij (2019: 154).
6oud-directéur, oud-gevángene, oud-léérling
nieuw-Fríés, nieuw-Zwééds, oud-Néderlands, oud-Nóórs
Nominale samenstellingen kunnen ook gevormd zijn door reduplicatie,
waarbij de klankreeks van een woord (gedeeltelijk) wordt gekopieerd. Ook dan
valt de hoofdklemtoon op het eerste deel:
7bímbam, príétpraat,
tíktak, wíssewas, ríkketik
Het linkerdeel van een nominale samenstelling kan ook een woordgroep zijn. Voor
de positie van de hoofdklemtoon in het linkerdeel geldt dan de regel voor klemtoon in
woordgroepen. In de woordgroep oude
mannen valt de klemtoon op de eerste syllabe van
het woord mannen. In de
samenstelling oudemánnenhuis valt de
klemtoon op het linkerdeel
oude-mannen, en dus valt de
hoofdklemtoon in de samenstelling als geheel op de derde syllabe
man. In de volgende
samenstellingen valt de hoofdklemtoon ook steeds op de syllabe die in de
woordgroep de hoofdklemtoon draagt:
8[onder-wáter]-camera
[ban-de-bóm]-demonstratie
[God-is-dóód]-theologie
[huis-aan-húis]-blad
[peper-en-zoút]-stel
[ver-van-mijn-béd]-show
De [wie-heeft-het-gedáán]-vraag
Als het linkerdeel een nevenschikking is, valt de hoofdklemtoon op het tweede
deel van die nevenschikking:
9[Holland-Amérika]-lijn
[kat-en-múis]-spel
[maag-dárm]-kanaal
[moeder-kínd]-relatie
[woon-wérk]-verkeer
[zwart-wít]-foto
Er zijn heel wat zelfstandige naamwoorden die gevormd zijn als samenstellingen,
maar waarvan een of beide delen niet meer als woord herkenbaar zijn. Zulke
woorden bestaan nog wel uit twee prosodische woorden, en ze hebben
dezelfde positie voor de hoofdklemtoon als gewone nominale samentellingen:
10áárdbei, brúidegom,
élleboog, méíneed, náchtegaal, óórzaak,
spérzieboon
Geografische samenstellingen hebben een eigen systematiek. Zo worden plaatsnamen
op -dam, -meer, -veen en -waard altijd op
het tweede deel beklemtoond (11a), maar plaatsnamen op -dorp en -drecht op het eerste deel (11b):
Zie Köhnlein (2015).
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | september 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |