Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
1.7.1.5 De fonetische realisatie van zinsaccent
Zinsaccenten worden gerealiseerd op de prosodische hoofden van focusdomeinen, wat betekent dat een accent valt op de beklemtoonde lettergreep van het woord dat het accent draagt (paragraaf 1.7.1.4), met uitzondering van zinnen waarin een onbeklemtoonde lettergreep vernauwde focus heeft (paragraaf 1.7.1.4). Lettergrepen met een zinsaccent hebben daarom (normaal gesproken) alle fonetische kenmerken van woordklemtoon (zie paragraaf 1.7), en daarnaast de fonetische kenmerken van een zinsaccent. Accenten worden aangebracht door middel van veranderingen in de melodie en de temporele organisatie van een zin.
Het voornaamste fonetische kenmerk van zinsaccent is een toonhoogtebeweging, een stijging of daling in de toonhoogte. Hierdoor ontstaat er een toonhoogteaccent op de lettergreep die het ankerpunt vormt voor het zinsaccent. De toonhoogtebeweging is geassocieerd met deze lettergreep;
Strikt genomen is de perceptie van een toonhoogtebeweging geassocieerd met een lettergreep, maar kan de daadwerkelijke toonhoogtebeweging er buiten vallen, zoals in het geval van een ‘uitgestelde daling’ in het model van ’t Hart, Collier & Cohen (1990).
een geleidelijke stijging of daling verspreid over meerdere lettergrepen is niet accent-verlenend.
Bron: ’t Hart, Collier & Cohen (1990).
Naast het dragen van een toonhoogteaccent wordt van woorden met een zinsaccent de duur verlengd. Dit geldt niet alleen voor de beklemtoonde lettergreep, maar voor alle lettergrepen van het woord dat het accent draagt (paragraaf 1.1.4.1).
Woordverlenging wordt ook gevonden als de niet-lexicaal beklemtoonde syllabe het accent krijgt, zoals in TOnijn en KOnijn (zie Sluijter & Van Heuven 1995).
De verlenging blijft wel beperkt tot dit ene woord. Als het focusdomein meerdere woorden bevat, wordt dus alleen het woord dat het hoofd vormt, verlengd.
Zie Cambier-Langeveld & Turk (1999); Eefting (1991); Sluijter & Van Heuven (1995).
Literatuur
Van Heuven (2018); Van Heuven & Turk (2020), Phonetic properties of stress (Taalportaal) 
Verder lezen
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Nelleke Jansen november 2020
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html;
    Interessante links