Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
18.5.2.2 Het hulpwerkwoord van het passief worden (met een passief deelwoord)
Verder lezen
Het passief wordt gevormd door een vorm van het hulpwerkwoord worden te combineren met het deelwoord van het werkwoord dat in het passief gebruikt moet worden. Dat deelwoord, dat formeel volkomen gelijk is aan een voltooid deelwoord, wordt op grond van zijn functie passief deelwoord genoemd.
In de onvoltooide tijden treedt het hulpwerkwoord worden op als persoonsvorm of als infinitief (eventueel voorafgegaan door te), naargelang het al dan niet met een ander werkwoord een groep vormt. Ter illustratie geven we hieronder een aantal passieve zinnen, die we telkens laten voorafgaan door een mogelijke actieve pendant. (Voor de relatie tussen actieve en passieve zinnen zie men [22.1].)
1aZe spuiten de auto rood.
bDe auto wordt rood gespoten.
2aZe hakten gaten in het ijs.
bEr werden gaten in het ijs gehakt.
3aDe overheid zal het project financieren.
bHet project zal door de overheid gefinancierd worden.
4aU hoeft het boek voor mij niet in te pakken.
bHet boek hoeft voor mij niet ingepakt te worden.
In een aantal gevallen wordt in de onvoltooide tijden van passieve constructies de werkwoordelijke aanvulling worden of te worden soms weggelaten. Zie voor de bespreking van dit verschijnsel [18.5.2.3/ii].
De voltooide tijd van het passief bestaat uit een vorm van het hulpwerkwoord zijn, gecombineerd met het passief deelwoord van het zelfstandig werkwoord. Voorbeelden van passieve zinnen in de voltooide tijd zijn de (b) -zinnen uit de volgende reeks:
5aZe hebben de auto rood gespoten.
bDe auto is rood gespoten.
6aIemand had mijn portemonnee gestolen.
bMijn portemonnee was gestolen.
7aDe eigenaar zal de inbraak wel al ontdekt hebben.
bDe inbraak zal wel al ontdekt zijn.
8aDe dieven zouden waardepapieren gestolen hebben.
bEr zouden waardepapieren gestolen zijn.
In de (b) -zinnen horen de (passieve) deelwoorden gespoten, gestolen en ontdekt slechts schijnbaar bij het hulpwerkwoord zijn. Dit blijkt uit de corresponderende (a) -zinnen, waar ze, in overeenstemming met de in [2.3.2.8/iv] gegeven regels, in de voltooide tijden met hebben worden vervoegd. Zijn kan beschouwd worden als hulpwerkwoord van tijd bij het voltooid deelwoord geworden:
9De auto is rood gespoten [geworden ].
In de standaardtaal wordt geworden echter gewoonlijk niet uitgedrukt. Toch kan men wel eens zinnen aantreffen als de volgende:
10Zoals u weet is over die maatregelen indertijd heel lang en erg moeizaam onderhandeld geworden.
11Die beslissing is na rijp beraad genomen geworden.
12Zodra de eerste gouden griffel er was, is hij natuurlijk omarmd geworden door de truttigheid van het Nederlandse kinderboekenwezen.
Het al dan niet gebruiken van geworden zou ingegeven kunnen zijn door de wens om een zeker nuanceverschil tot uitdrukking te brengen. Toevoeging van geworden kan de zin immers weer meer het karakter van een 'dynamisch passief' geven (passieve zinnen met zijn zijn op zich veeleer 'statisch'; zie hierover [22.1/2]). Ook heeft het gebruik van geworden door zijn overbodigheid iets omslachtigs. Hierdoor is het in bepaalde situaties juist weer bruikbaar als stilistische variant.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Geworden kan natuurlijk ook voorkomen als voltooid deelwoord van het koppelwerkwoord worden. In dat geval kan het niet zonder betekenisverschil worden weggelaten. Vergelijk met elkaar:
iaHij wordt burgemeester.
bHij is burgemeester geworden. ( Hij is burgemeester)
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links