18.5.4.3.ii Blijven
Verder lezen
Het groepsvormend werkwoord blijven heeft twee duidelijk te
onderscheiden betekenissen:
-
'zich niet verplaatsen' = 'blijven om te...', 'blijven en...':
1Je blijft natuurlijk bij ons eten en je kunt ook blijven slapen.2Hij is een week blijven logeren.
-
'doorgaan met...'
(vergelijk
[18.5.5.3]):
3Hij had zeker erge honger: hij bleef maar eten!4Ze was vast erg moe, ze is tot elf uur blijven slapen.OpmerkingVerdiepingOpmerkingIn de combinatie blijven staan kan blijven betekenis [b] hebben, in verschillende schakeringen (zie i, ii en iii) en verder de betekenis 'ophouden zich te verplaatsen' (zie iv):i(bij het nemen van een foto: ) Ja, zo kom je er goed op, wil je daar even blijven staan?iiJe hoeft geen stoel voor me te halen, ik blijf wel staan.iiiDat beeld blijft hier staan.ivHij liep hard weg, maar toen ik hem riep bleef hij toch staan.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |