11.3.4 In de zin
Verder lezen
Tussenwerpsels die in de zin staan, maken redekundig beschouwd geen deel
uit van die zin. Ze hebben de waarde van tussengevoegde zinnen. Vaak, maar
niet altijd, wordt het tussenwerpsel voorafgegaan en gevolgd door een pauze.
Voorbeelden:
1Haar stem klonk,
ach, zo verdrietigjes.
2Tom Poes is o
zo slim.
Verder kunnen tussenwerpsels gebruikt worden in de directe rede, of op een
manier die daarmee veel verwantschap vertoont, met name in combinatie met
de werkwoorden doen (van) en gaan (van).
Voorbeelden:
3'Tsjoek', zei
de trein.
4Tsjoek, deed de
trein.
5De
trein deed van:
tsjoeketsjoeketsjoek.
6Het gaat van tiktak
tiktak.
7'Tingelingeling'
ging het de hele tijd.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Sommige tussenwerpsels kunnen ook als bijwoorden voorkomen. Dat is bijv.
het geval met helaas,
goddank,
niet,
wel en enige klanknabootsende
tussenwerpsels. In de (a) -zinnen hieronder worden ze als
bijwoord gebruikt; in de (b) -zinnen als tussenwerpsels:
De woorden pardoes,
holderdebolder,
kriskras en
zigzag zijn altijd bijwoorden.
In een zin vervullen ze de functie van bijwoordelijke bepaling:
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |