6.2.2.3 Objectieve en subjectieve adjectieven
Verder lezen
Adjectieven kunnen objectief
genoemd worden als de taalgebruiker voor de toepasbaarheid ervan op een
bepaalde zelfstandigheid objectieve criteria kan hanteren. Over die
toepasbaarheid kan gediscussieerd worden aan de hand van algemene kennis,
ervaring en algemeen aanvaarde criteria zoals meetbaarheid. Behalve
individuele verschillen (qua waarneming en kennis), kunnen ook nog
verschillen in maatstaf optreden naargelang van de te bepalen
zelfstandigheid. Zo zal men voor de grootte van een knikker een andere norm
hanteren dan voor die van een planeet. Zijn de criteria die de
taalgebruiker aanlegt daarentegen louter persoonlijk en intuïtief, dan
spreekt men van subjectieve
adjectieven. De grens tussen objectief en subjectief is evenwel
niet in alle gevallen heel scherp te trekken.
Tot de objectieve adjectieven kan men onder andere rekenen
eigenschapswoorden als dik,
hoog,
warm,
lang en
vloeibaar, kleuraanduidende
adjectieven, abstracte eigenschapsaanduidingen als
doelmatig,
verschillend en
soortgelijk, maar ook
stofadjectieven (men kan bijvoorbeeld expliciteren welke kenmerken aanwezig
dienen te zijn om van linnen te
kunnen spreken). Een subjectief betekeniselement hebben eigenschapswoorden
als mooi,
nuttig,
aardig,
deftig,
interessant en
vervelend en uiteraard alle
zogenaamde
oordeelswoorden
[6.2.1].
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |