6.2.2 Buigings-s (partitieve genitief)
Adjectieven krijgen een buigings-s na een van de volgende woorden,
die allemaal een hoeveelheid aanduiden:
iets,
niets,
niks,
allerlei,
wat,
veel,
weinig,
meer,
minder,
genoeg en
voldoende.
Heel soms wordt ook velerlei
nog door een adjectief met een buigings-s
gevolgd, zoals in Ook zijn er een hoop foodtrucks
op het terrein waar bezoekers zich aan
velerlei lekkers tegoed kunnen
doen.
Ook na wat voor krijgen
adjectieven zo’n -s:
1Als jongetje kon ik één
ding heel erg goed: van vierkantjes iets
ronds maken.
CHN
2Er
gebeurt allerlei geks in haar poëzie, maar met
een zeker naturel.
CHN
3Dat
betekent weinig goeds voor de
toekomst.
CHN
4Het is een gezellige
stad, waar voldoende moois te
zien.
CHN
5Wat voor
leuks ga je vandaag
doen?
CHN
Deze vorm van het adjectief wordt ook wel een partitieve genitief genoemd.
De benaming 'partitieve genitief' wordt gebruikt omdat de uitgang -s ook gebruikt wordt in genitiefconstructies zoals
Kims echtgenoot.
'Partitief' verwijst naar het feit dat de constructie een
deel-geheelrelatie uitdrukt: het hoeveelheidswoord (bijv.
iets) geeft een deel
aan van de dingen die de eigenschap bezitten die het adjectief uitdrukt
(bijv. de dingen die rond
zijn in (1)).
Ook na maatuitdrukkingen als een
heleboel, een
hoop en een
massa komen adjectieven op -s wel voor, zoals in een heleboel
moois, een hoop
spannends en een massa
interessants.Bij adjectieven die al op een sisklank eindigen, zoals
los,
grijs,
theoretisch,
vies, valt de buigings-s met die sisklank samen (bijv.
iets grijs,
iets theoretisch). Bij
adjectieven die op -st uitgaan, ontstaat er door
toevoeging van buigings-s een moeilijk uit te
spreken medeklinkercluster (-sts). Daarom gebruikt
men in deze gevallen liever een omschrijving (bijv. iets
wat juist is i.p.v. iets
juists).
Hoeksema (1998: 4) stelt dat adjectieven die eindigen op een sjwa niet voor kunnen komen in de
constructie. Toch lijkt die mogelijkheid er wel te zijn, in elk geval
voor sommige adjectieven. In het krantendeel van het Corpus Hedendaags Nederlands
bijvoorbeeld wordt iets
oranjes redelijk vaak gebruikt; daarnaast
vinden we ook gevallen als iets
morbides, iets
rozes,
zoiets stupides en
iets beiges.
Iets gek?
Verdieping
Iets gek?
De buigings-s in de partitieve
genitiefconstructie wordt soms weggelaten, vooral in informeel
taalgebruik in België. Het is niet duidelijk in hoeverre dit gebruik tot
de (informele) standaardtaal kan worden gerekend:
iWe raden mensen
aan eens iets gek te doen. Het is al erg
genoeg.
in BN, informeel, ST?
Dit gebruik komt geregeld voor in standaardtalige
contexten in het Belgisch-Nederlands, vooral in informeel
taalgebruik. Het is niet duidelijk in hoeverre het tot de
standaardtaal kan worden gerekend. Volgens Taaladvies behoort dit gebruik niet tot de
standaardtaal.
CHN
iiDaardoor zijn
mensen teleurgesteld als ze iets
verkeerd kiezen. Mensen met een slechte ervaring
veroordelen de Italiaanse keuken
onterecht.
in BN, informeel, ST?
Dit gebruik komt geregeld voor in standaardtalige
contexten in het Belgische Nederlands, vooral in informeel
taalgebruik. Het is niet duidelijk in hoeverre het tot de
standaardtaal kan worden gerekend. Volgens Taaladvies behoort dit gebruik niet tot de
standaardtaal.
CHN
iiiDus trek
ik iets leuk aan en probeer wat leuks
te zeggen.
in BN, informeel, ST?
Dit gebruik komt geregeld voor in standaardtalige
contexten in het Belgische Nederlands, vooral in informeel
taalgebruik. Het is niet duidelijk in hoeverre het tot de
standaardtaal kan worden gerekend. Volgens Taaladvies behoort dit gebruik niet tot de
standaardtaal.
CHN
ivHet was dat die
publieke omroepen te maken kregen met een minister die wilde
scoren, anders was er waarschijnlijk nog steeds niets
bijzonder gebeurd.
in BN, informeel, ST?
Dit gebruik komt geregeld voor in standaardtalige
contexten in het Belgische Nederlands, vooral in informeel
taalgebruik. Het is niet duidelijk in hoeverre het tot de
standaardtaal kan worden gerekend. Volgens Taaladvies behoort dit gebruik niet tot de
standaardtaal.
CHN
vEen kermisfuif
is niets
speciaal meer.
in BN, informeel, ST?
Dit gebruik komt geregeld voor in standaardtalige
contexten in het Belgische Nederlands, vooral in informeel
taalgebruik. Het is niet duidelijk in hoeverre het tot de
standaardtaal kan worden gerekend. Volgens Taaladvies behoort dit gebruik niet tot de
standaardtaal.
CHN
Het weglaten van de -s lijkt voornamelijk
voor te komen in combinatie met de onbepaalde voornaamwoorden
iets en
niets. Dat blijkt
ook uit de zin in voorbeeld (iii), waarin de buiging-s is
weggelaten in de partitieve genitiefconstructie
iets leuk, maar wel
behouden is in de partitieve genitiefconstructie
wat leuks.
Een ander soort constructie treffen we aan
in de adjectivische constituenten
iets(je(s))
kleiner en wat
groter, waarvan de betekenis ‘een
beetje kleiner/groter’ is.
Pijpops (2017) toont door middel van corpusonderzoek aan dat het weglaten
van buigings-s weliswaar voornamelijk maar
niet uitsluitend in Belgisch-Nederlands voorkomt. Ook in
Nederlands-Nederlandse bronnen – en dan vooral in informeel taalgebruik
zoals chattaal – komen er partitieve genitieven met een adjectief zonder
buigings-s voor. Opvallend is dat het
fenomeen bij bepaalde adjectieven significant vaker voorkomt dan bij
andere. Zo wordt de -s opvallend meer
weggelaten bij de adjectieven
verkeerd,
goed,
beter en
fout. Pijpops
verklaart dit vanuit het feit dat deze adjectieven ook vaak als bijwoord
gebruikt worden. In dat geval hebben deze adjectieven geen
buigings-s, bijvoorbeeld:
viMaar met deze
soep kan niemand iets verkeerd doen geloof
ik.
CHN
In voorbeeld (vi) zegt het bijwoord verkeerd
iets over het werkwoord
doen. Dit in
tegenstelling tot de partitieve genitiefconstructie
iets verkeerds in
voorbeeld (vii), waarin verkeerds
het nominale deel van de constructie,
namelijk iets,
modificeert:
viiHij
had iets verkeerds gegeten, had last
van zijn darmen en belde me
op.
CHN
Volgens Pijpops komt een woordcombinatie zoals iets
verkeerd doen zo vaak voor dat bij
taalgebruikers de combinatie iets
+ verkeerd
opgeslagen wordt in het mentale lexicon en
makkelijk geactiveerd wordt wanneer men eigenlijk een andere
constructie, namelijk een partitieve genitiefconstructie, wil gebruiken.
Dat leidt dan tot een partitieve genitief zonder buigings-s, zoals in zin (ii) hierboven.
Een andere analyse van deze vormen op -s is dat het zelfstandige naamwoorden zijn, afgeleid van een adjectief, net zoals het lekkers of al dat moois.
In deze paragraaf gaan we in op de vraag of we in de partitieve genitiefconstructie te maken
hebben met adjectieven of met substantieven die van adjectieven zijn afgeleid.
Verder bespreken we welke adjectieven doorgaans voorkomen in dergelijke
constructies en welke adjectieven uitgesloten zijn.
Verder lezen
Lekkers: adjectief of
substantief?
Er is in de literatuur geen eensgezindheid over de vraag of een woord als
leuks in
iets leuks een adjectief is
(met een buigings-s), of een substantief dat is afgeleid van een
adjectief met een (nominaliserings)suffix -s.
Zie Van Marle (1996), Hoeksema (1998), Broekhuis (2013: 420-426).
Het Nederlands heeft een beperkt aantal substantieven op -s die
afgeleid zijn van adjectieven, zoals (het)
nieuws of (het)
lekkers. Een verschil tussen deze substantieven
en de adjectieven op -s in ik
heb iets nieuws, ik proef
iets lekkers is dat de eerstgenoemde een
betekenisspecialisatie hebben ondergaan: (het)
nieuws = ‘actuele informatie over wat er gaande
is’, (het) lekkers = ‘lekkere dingen
zoals snoep, chocolade, koekjes’.
Zie ook 12.4.2.2.1 voor het verschil tussen deze
substantieven op -s en de vormen in de
partitieve genitiefconstructie die zich nog (deels) als adjectief
gedragen.
Deze van adjectieven afgeleide substantieven vertonen ook allerlei
kenmerken die ‘gewone’ substantieven ook hebben, zoals de mogelijkheid om het te
combineren met een determinator (bijv. het
lekkers), een aanwijzend voornaamwoord (bijv.
Ik zag al dat lekkers) en
een adjectief (bijv. het kleurrijke
lekkers).Broekhuis (2013: 421) argumenteert dat de analyse van
lekkers in de partitieve
genitiefconstructie iets lekkers als
een substantief om verschillende redenen problematisch is.
Zie ook Hoeksema (1998).
Zo zou men bijvoorbeeld verwachten dat alle adjectieven op -s in partitieve genitiefconstructies zelfstandig
gebruikt kunnen worden (d.w.z. zonder het voorafgaande voornaamwoord
iets) aangezien ze
substantiefstatus hebben. Dit is echter niet het geval, zoals blijkt uit het
volgende voorbeeld:
De voorbeelden (6)-(13) zijn gebaseerd op Broekhuis (2013: 421-422).
Bovendien gedragen partitieve genitieven en van adjectieven afgeleide substantieven zich anders
met betrekking tot modificatie door een intensiverend bijwoord. De eerstgenoemde
staan dergelijke modificatie wel toe (7), terwijl genominaliseerde adjectieven
dat niet doen (8):
7Hij eet iets
zeer lekkers.
8*Hij eet zeer
lekkers.
Ten slotte zou de analyse van lekkers in de
constructie iets lekkers als een
substantief betekenen dat het voornaamwoord
iets met substantieven
gecombineerd kan worden, terwijl dat doorgaans ongrammaticaal is, bijvoorbeeld:
Zie ook Hoeksema (1998).
9iets water/boekenuitgesloten
Broekhuis (2013: 422) bespreekt andere mogelijke analyses van partitieve genitieven,
Zo bespreekt hij onder andere de analyse waarbij er sprake zou zijn van
een ‘leeg substantief’.
waarbij de adjectieven op -s ook werkelijk
als adjectieven beschouwd worden. Een van de argumenten die hij aanhaalt vóór de
adjectiefstatus van partitieve genitieven, is dat er een gelijkenis is tussen de
distributie van de buigings-e bij attributieve
adjectieven en de buigings-s bij partitieve
genitieven. Bij coördinatie van attributief gebruikte adjectieven verschijnt de
buigings-e bij elk van de gecoördineerde
adjectieven (10). Bij gecoördineerde adjectieven in een partitieve
genitiefconstructie verschijnt de buigings-s
eveneens bij alle adjectieven in de constructie (11).
Zie ook Hoeksema (1998).
10Er gebeurden
vreemde maar
intrigerende dingen in
dat huis.
11Er gebeurde iets
vreemds maar
intrigerends.
Ook in gevallen zoals in (12)-(13), waarbij alleen het laatste adjectief verbogen wordt, gedragen
attributieve adjectieven en adjectieven in de partitieve genitief zich
hetzelfde:
12de
rood-wit-blauwe
vlag
13iets
rood-wit-blauws
Het adjectivische deel van de partitieve genitiefconstructie
Niet alle adjectieven kunnen voorkomen in partitieve genitieven. Zo zijn adjectieven die alleen
attributief gebruikt kunnen worden, zoals relationele
adjectieven (bijv. de houten
huizen, maar de huizen zijn houtenuitgesloten), uitgesloten
van de constructie. De mogelijkheid tot predicatief gebruik is dus een
voorwaarde voor het gebruik van adjectieven in partitieve genitieven. Doorgaans
komt de constructie vooral voor bij de zogenaamde kwalificerende
adjectieven, zoals gek,
mooi,
zoet,
goed,
aardig,
stom,
handig,
klein en
speciaal. De voorbeelden in
(14) illustreren het attributieve en predicatieve gebruik en het gebruik in
partitieve genitieven van deze adjectieven:
Zie Broekhuis (2013: 437-449) voor een uitgebreide bespreking van de
mogelijkheden van verschillende typen adjectieven om al dan niet in
partitieve genitiefconstructies te verschijnen. Zie ook Hoeksema (1998:
2-4).
Ook deelwoorden die als
adjectief gebruikt worden, lenen zich minder tot gebruik in de partitieve
genitiefconstructie, behalve als ze duidelijk adjectivisch geworden zijn,
namelijk als ze een eigenschap of toestand aanduiden (15)-(16).
Maar zie Hoeksema (1998: 3) voor voorbeelden van deelwoorden zonder
adjectiefstatus mét buigings-s,
bijvoorbeeld: Iets blaffends kwam op me
afgerend. Het gegeven dat dit soort
deelwoorden moeilijker combineert met een buigings-s, heeft volgens Hoeksema te maken met het feit dat het
agens van de handeling die door een deelwoord wordt uitgedrukt,
doorgaans een bezield wezen is en dat dit met het onbezielde karakter
van de partitieve genitiefconstructie botst.
15Nou, als
hij iets dringends te doen heeft, moet het wel
om het landsbelang gaan.
CHN
16Vooral
literair-historische hulpmiddelen, die het geheel iets
gezochts geven.
CHN
Adjectieven in de overtreffende trap komen evenmin voor in partitieve genitiefconstructies (bijv.
iets leuks, iets leukers,
maar iets
leukst(s)uitgesloten).
Literatuur
Hoeksema (1998); Van Marle (1996); Broekhuis (2013); Pijpops (2017)
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2024 | Een tussentijdse versie van dit hoofdstuk werd van commentaar voorzien door Maaike Beliën, Thomas Haga, Priscilla Heynderickx en Jack Hoeksema. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit hoofdstuk berust bij de redacteur(en). |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 6,../../data/archief/ans2/e-ans/06/body.html; |