11 Het tussenwerpsel de interjectie
Tussenwerpsels (interjecties), zoals
ach,
ja,
hallo, hè, hoera, kijk, kukeleku, poespoespoes, sst en verdorie, zijn
zelfstandige taaluitingen. Ze hebben nauwelijks verbindingsmogelijkheden met
andere woorden of zinnen. Daarom fungeren ze nooit als lid van een constituent
of als zinsdeel van een andere zin: ze staan altijd buiten de grammatische
structuur ervan.
Wel kunnen tussenwerpsels gebruikt worden in de directe rede, of een manier die daarop lijkt,
met name in combinatie met de werkwoorden
doen
(van) en
gaan
(van).
In de reeks van de tien woordsoorten die in de ANS worden behandeld,
neemt de categorie 'tussenwerpsel' daarmee een heel aparte plaats in.Als een tussenwerpsel met een andere zin
gecombineerd wordt, staat het vaak vóór de andere
zin, zoals ach, hé en bah in (1a)-(1c), of achter die
zin, zoals hè en oké in (1c)-(1d). Sommige
tussenwerpsels kunnen ook in een zin voorkomen, zoals verdorie in (1e), maar fungeren dan
als tussengevoegde zin.
De voorbeelden uit dit hoofdstuk komen uit het Corpus Gesproken Nederlands , tenzij anders aangegeven. De
voorbeelden zijn voor de leesbaarheid soms ingekort of op een andere
manier aangepast, bijvoorbeeld door middel van interpunctie.
In vorm bestaan tussenwerpsels vaak uit één lettergreep (zoals
ach, hé, bah en hè), maar ze kunnen ook
uit meer lettergrepen bestaan (zoals verdorie, oké en hallo). Sommige vaste combinaties van
woorden, zoals toe
maar, nou
en, lieve
hemel en zeker weten, rekenen we ook tot de
tussenwerpsels vanwege hun ‘losse status’ ten opzichte van een eventuele andere
zin. De vorm van een tussenwerpsel is over het algemeen onveranderlijk, al kan
er wel reduplicatie (verdubbeling) plaatsvinden, zoals in ja ja of poespoespoes.
Een enkele keer vinden we gevallen met het achtervoegsel -kes of -tjes, zoals salukes
in BN, ST?
Deze vorm komt af en toe voor in (informele)
standaardtalige contexten in België, maar het is onduidelijk
in hoeverre die deel uitmaakt van de (informele)
standaardtaal.
of hallootjes
in NN, ST?
Deze vorm komt af en toe voor in (informele)
standaardtalige contexten in Nederland, maar het is
onduidelijk in hoeverre die deel uitmaakt van de (informele)
standaardtaal.
.
In betekenis verwijzen tussenwerpsels niet naar zaken in de
werkelijkheid. Sommige tussenwerpsels bootsen een
klank na, zoals hatsjie, kukeleku en tiktak.
Andere tussenwerpsels drukken een emotie uit (een negatieve bijvoorbeeld met
bah en
verdorie in 1c
en 1e); deze expressieve tussenwerpsels kan een spreker ook gebruiken zonder dat
er iemand anders bij is. Een derde groep van tussenwerpsels heeft juist een
functie in de interactie tussen gesprekspartners; deze communicatieve
tussenwerpsels regelen bijvoorbeeld het gesprek (finaal hè en oké? zoals in 1c en 1d
vragen om instemming), of worden gebruikt om aandacht te trekken (zoals
hé in 1b).
Een overzicht van tussenwerpsels die veel voorkomen in het Corpus
Gesproken Nederlands is te vinden in 11.4. Het
gebruik van de tussenwerpsels wordt er geïllustreerd met voorbeelden. Bovendien
is informatie toegevoegd over hoe vaak een vorm voorkomt in het Nederlandse en
in het Belgische deel van het corpus.
Verder lezen
Wel of geen tussenwerpsel?
Ook woorden die tot andere woordsoorten behoren, kunnen soms als
zelfstandige taaluitingen optreden, en dus opgevat worden als tussenwerpsel,
bijvoorbeeld Doorlopen!, Opgepast!, Binnen!, Stom!, Hier!, Stilte!, Waarom? We beschouwen
een woord echter alleen als tussenwerpsel wanneer het altijd of geregeld op deze
manier gebruikt wordt.
Er zijn wel woorden die geregeld als tussenwerpsel gebruikt
worden en daarnaast ook een andere gebruikswijze hebben. Vaak kan dan uit de
zinsstructuur worden afgeleid of een woord als tussenwerpsel functioneert, of
tot een andere woordsoort behoort. In (2a), bijvoorbeeld, wordt helaas als tussenwerpsel
gebruikt: het staat vóór de zin en kan worden weggelaten. In (2b) is helaas een bijwoord: het
staat op de eerste zinsplaats (onmiddellijk voor de persoonsvorm
is) en maakt dus onderdeel uit van de zin.
Sommige bronnen rekenen alle woorden en woordcombinaties die als
zelfstandige uiting gebruikt kunnen worden tot de tussenwerpsels, dus ook
bijvoorbeeld spreekwoorden (de kruik gaat
zo lang te water tot ze breekt) en buitenlandse
citaten (alea iacta
est),
Zie bijvoorbeeld Van Dale (Den Boon, Hendrickx & Van
der Sijs 2022).
maar dat gebeurt hier niet. Aan spreekwoorden, citaten enz. wordt hier
verder geen aandacht besteed.Primaire en secundaire tussenwerpsels
Verdieping
Primaire en secundaire tussenwerpsels
In de literatuur wordt wel onderscheid gemaakt tussen
primaire en secundaire tussenwerpsels.
Zie bijvoorbeeld Ameka (1992).
Primaire tussenwerpsels zijn niet afgeleid van of gerelateerd
aan woorden in een andere woordklasse: hé, hè, pfft, hm, sst.
Secundaire tussenwerpsels daarentegen zijn wel gerelateerd aan woorden
en woordgroepen in andere woordklassen, zoals - werkwoorden: hoor, kijk, zeg, verrek vooral in NN Deze vorm komt af en toe voor in (informele) standaardtalige contexten, vooral in Nederland.
- zelfstandige naamwoorden: god, jongejonge vooral in NN Deze vorm komt af en toe voor in (informele) standaardtalige contexten, vooral in Nederland.
- bijvoeglijke naamwoorden: absoluut, natuurlijk
- bijwoorden: helaas, nou
- adposities: toe, vooruit
- combinaties van woorden: goddank, goeiemorgen, jawel
Variatie
Het gebruik van tussenwerpsels is niet in het hele taalgebied en
in alle genres gelijk: ze komen meer voor in informele taal dan in formeel
Nederlands, en vaker in gesproken dan in geschreven taal. Er zijn daarnaast
geografische
verschillen – neen,
tiens en voilà worden
bijvoorbeeld vooral in België gebruikt, en
hoi, jeetje en joh vooral in Nederland; in Nederland
is de volgorde pief paf
poef gebruikelijk, in België eerder pief poef paf. Bovendien
zijn er sociale verschillen: shit, fuck en wolla zijn vooral te vinden in
straattaal, voorwaar is heel deftig. En ook in de
tijd zijn er veranderingen. Met name de emotionele (expressieve) tussenwerpsels
en vloeken hebben de neiging in de loop van de tijd te slijten, en dan worden ze
vervangen door nieuwe: parbleu of fi donc zijn uit de
mode, tegenwoordig vinden we veel Engelse ontleningen als fuck en shit.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Ton van der Wouden | mei 2024 | Een tussentijdse versie van dit hoofdstuk werd van commentaar voorzien door Maaike Beliën, Ronny Boogaart, Ad Foolen en Hanne Kloots. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit hoofdstuk berust bij de redacteur(en). |