Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google

Welke telwoorden zijn er?

Hoofdtelwoorden, rangtelwoorden en breukgetallen

Er bestaan verschillende typen telwoorden. In de zin Ik zie tien ballonnen duidt het telwoord tien het aantal ballonnen aan. Het type telwoord dat het aantal dingen, mensen of gebeurtenissen aanduidt, noemen we een hoofdtelwoord.xZie ANS 7.1 Hoofdtelwoorden voor meer verdieping Hoofdtelwoorden worden ook gebruikt om dingen te tellen, zoals in de zin Hij kon niet een, twee, drie zijn jas vinden. Daarnaast bestaan er telwoorden die het rangnummer van iets of iemand in een reeks noemen, zoals in de zin De atlete eindigde op de vierde plaats. Dit noemen we rangtelwoordenxZie ANS 7.2 Rangtelwoorden voor meer verdieping.

Om het aantal telbare eenheden ten opzichte van een geheel aan te duiden, gebruiken we een breukgetalxZie ANS 7.3 Breukgetallen voor meer verdieping. Breukgetallen worden gevormd door de combinatie van een hoofdtelwoord met een rangtelwoord, zoals in Ze at twee derde van de taart zelf op.

> Overzicht van de verschillende typen telwoorden in het Nederlands

Bepaalde en onbepaalde telwoorden

Hoofd- en rangtelwoorden die het precieze aantal of rangnummer aanduiden noemen we bepaalde telwoorden. Maar soms is het aantal of het rangnummer minder specifiek, bijvoorbeeld in Hij eet veel snoepjes of De hoeveelste afslag moet ik nemen? In de eerste zin is het bijvoorbeeld niet duidelijk om hoeveel snoepjes het precies gaat en in de tweede zin wordt niet gespecificeerd of het om de eerste, tweede, derde, etc. afslag gaat. In dat geval spreken we over onbepaalde telwoorden. Zowel hoofd- als rangtelwoorden kunnen bepaald of onbepaald zijn.

Bepaalde hoofdtelwoorden

Tot de bepaalde hoofdtelwoordenxZie ANS 7.1.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden voor meer verdieping hoort een beperkt aantal basisvormen, namelijk:

  • nul, een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, elf, twaalf
  • honderd, duizend, miljoen, miljard, biljoen, biljard

De overige hoofdtelwoorden zijn afgeleid van deze basisvormen, bijvoorbeeld vijftig en negentig, of door samenstelling tot stand gekomen, bijvoorbeeld vijftien, tweehonderd, vijfenzestig, zes miljoen vijfhonderd duizend achthonderdendrieëntwintig.

Bij de bepaalde hoofdtelwoorden vallen beide, allebei en geen uit de toon, omdat de associatie met een getal minder voor de hand ligt dan bij de andere bepaalde hoofdtelwoorden. Toch verwijzen deze vormen ook naar een getal: beide en allebei duiden aan dat het om twee entiteiten gaat en geen geeft aan dat er sprake is van nul entiteiten.

Onbepaalde hoofdtelwoorden

Onbepaalde hoofdtelwoordenxZie ANS 7.1.1.2 Onbepaalde hoofdtelwoorden voor meer verdieping zeggen wel iets over de hoeveelheid van iets, maar het precieze aantal wordt niet genoemd. De volgende hoofdtelwoorden zijn onbepaald:

  • veel, meer, meest, hoeveel, zoveel
  • weinig, minder, minst
  • Hij dronk ettelijke kopjes koffie
  • Ze nam snel enkele boeken mee in haar tas
  • Er zijn meerdere kanten aan dit verhaal
  • Aan de bushalte stonden verschillende bussen
  • Verscheidene klanten stonden voor een gesloten deur
  • Hij schreef al talloze gedichten
  • Ik heb je al tig keer gevraagd je kamer op te ruimen (informeel en vooral in het Nederlands-Nederlands)

Een verschil tussen veel en weinig en de andere onbepaalde hoofdtelwoorden is dat veel en weinig (alsook hoeveel, zoveel, meer, meest, minder en minst) zowel gecombineerd kunnen worden met telbare zelfstandig naamwoorden (bijv. veel bloemen) als met ontelbare (bijv. veel wijn/zand/zout). Deze eigenschap maakt dat veel en weinig atypische onbepaalde hoofdtelwoorden zijn.

Bepaalde en onbepaalde rangtelwoorden

Bepaalde rangtelwoorden zijn vormen die gebaseerd zijn op de bepaalde hoofdtelwoorden, waaraan het achtervoegsel -de of -ste is toegevoegd, zoals vierde, elfde, zestiende, achtste, eenentwingtigste. Onbepaalde rangtelwoorden geven de plaats van iemand, iets of een gebeurtenis in een reeks slechts bij benadering weer. Voorbeelden zijn:

  • Hij staat in de middelste rij
  • Hij behaalde slechts de laatste plek
  • Bij het hoeveelste huis heb je aangebeld?
  • Hij dronk zijn zoveelste koffie
  • Ik heb het je nu al voor de tigste keer gevraagd (informeel en vooral in het Nederlands-Nederlands)