Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google

Veelgebruikte termen

Hieronder vind je een overzicht van veelgebruikte termen rond het thema woordvorming:

achtervoegsel Een synoniem van suffix. affix Een morfeem dat aan de linker- of rechterkant van een woord wordt toegevoegd. afleiding Woordvorming door een affix toe te voegen. Voorbeelden zijn bakk-er, voorzichtig-heid, ont-zien. conversie De vorming van een woord, zonder zichtbare verandering. Een voorbeeld is de conversie van het zelfstandig naamwoord voetbal naar voetballen als werkwoord. doorzichtig Als de betekenis van een geleed woord voorspelbaar is noemen we dit woord doorzichtig. Boekenkast is doorzichtig, klikspaan is ondoorzichtig. Veel woorden zijn gedeeltelijk doorzichtig, zoals koekenpan en geldautomaat. geleed woord Een woord dat uit meer dan een morfeem bestaat. improductief Het tegenovergestelde van productief. inheems Niet ontleend aan een andere taal klinkerwisseling De wisseling van klinkers in verwante woorden:breken-breuk, springen-sprong. Als woordvormingsproces niet meer productief in het Nederlands. morfeem De kleinste betekenisdragende eenheid in taal, of het kleinste element in de morfologische structuur van een woord. nominalisatie Een zelfstandig naamwoord dat gevormd is op basis van een werkwoord en het gebeuren van dat werkwoord uitdrukt. Voorbeelden zijn: val, gezeur, productie en werking. prefix Een morfeem dat aan de linkerkant van een woord wordt toegevoegd. productief Een proces dat in de huidige taal gebruikt wordt. Afleiding op -er is een productief woordvormingsproces. recursief Zichzelf herhalend. Dit komt voor bij samenstellingen, die zelf ook weer deel kunnen zijn van samenstellingen: keukentafelgesprek, bedrijfswagenreparatiebedrijf. reduplicatie Verdubbeling van een woord, of een deel van een woord. Voorbeelden zijn: meisje-meisje, ginnegappen en holderdebolder. samenkoppeling Een combinatie van een werkwoord met een ander woord, zonder dat dit woord een samenstelling is, omdat het ook gescheiden kan worden. Voorbeelden zijn: aanvallen, voorbijrijden, terechtkomen, onderuithalen en napraten. Een andere term is scheidbaar samengesteld werkwoord. samenstellende afleiding Woorden die een combinatie van samenstelling en afleiding zijn. Een voorbeeld is vaatwassen. samenstelling Woordvorming door de combinatie van twee of meer woorden, of de combinatie van woorden met een woordgroep. scheidbaar samengesteld werkwoord Een synoniem voor samenkoppeling. splintersamenstelling Samenstelling met een of meer splinters, delen van een woord, als bouwsteen. Voorbeelden zijn digi-beet en reli-pop. suffix Een morfeem dat aan de rechterkant van een woord wordt toegevoegd. uitheems Ontleend aan een andere taal. verbindingsklank Klanken die tussen de delen van samengestelde woorden komen: eenheidsworst, pannenkoek, beresterk. voorvoegsel Een synoniem van prefix. woordfabricage Woordvormingen als letterwoorden (havo), initiaalwoorden (NMBS) en verkortingen (uni).