Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google

De plaats van telwoorden

De meeste telwoorden worden gebruikt in een naamwoordelijke constituent. Ze noemen het aantal entiteiten waar het zelfstandig naamwoord naar verwijst en gaan meestal aan dat zelfstandig naamwoord vooraf.xZie ANS 7.1.2.1 Gebruik van hoofdtelwoorden in een naamwoordelijke constituent voor meer verdieping.

Telwoorden kunnen ook zelfstandig (7.1.2.2) of predicatief (7.1.2.3) gebruikt worden.

  • Het sprookje van de drie biggetjes.
  • dat boek kost vijfentwintig euro.
  • Er zijn veel mensen gekomen.

Ze gaan meestal ook vooraf aan eventuele bijvoeglijke naamwoorden:

  • Assepoester had twee jaloerse stiefzussen.
  • Het waren de drie mooiste weken van mijn leven.

In bijzondere gevallen komt het telwoord na het bijvoeglijk naamwoord:

  • Ik bedoelde niet de rode, maar de witte vijf rozen.

Hier worden de witte vijf rozen afgezet tegen de rode vijf rozen.

In uitzonderlijke gevallen kan het telwoord achter het zelfstandig naamwoord in de nominale constituent komen:

  • Het staat op bladzijde vijf.

Het telwoord noemt dan niet een hoeveelheid die door het zelfstandig naamwoord wordt uitgedrukt, maar verwijst dan naar één enkele entiteit. Vijf bladzijden is dus iets anders dan bladzijde vijf. Door zo’n telwoord wordt uitgedrukt dat iets of iemand de xste in rij is. Bijvoorbeeld een bladzijde, maar ook een koning (Willem Drie = de derde koning Willem in rij), een huis, gebouw of bepaald adres (bijv. Erasmusplein één = het eerste huis op het Erasmusplein), of een jaartal (het jaar tweeduizend = het tweeduizendste jaar). Een ander gebruik vind je in de zin Hij neemt altijd lijn vijf, waarin het telwoord fungeert als de naam van de tramlijn en niet aangeeft dat het om de vijfde tramlijn in rij gaat.

Ook rangtelwoorden komen meestal voor in een naamwoordelijke constituent. Ze staan meestal voor het zelfstandig naamwoord:

  • de eerste zomerdag
  • dit is de zesde poging

Rangtelwoorden kunnen ook gebruikt worden in combinatie met een hoofdtelwoord. In dit geval zijn er twee volgordes mogelijk:

  • de eerste vijf proefwoningen
  • de vijf eerste proefwoningen

Tussen deze twee volgordes is een betekenisverschil. De eerste volgorde (rangtelwoord-hoofdtelwoord) kan maar op één manier worden begrepen (nl. 'de eerste vijf exemplaren/proefwoningen van één bouwproject'), maar de tweede volgorde (hoofdtelwoord-rangtelwoord) kan twee betekenissen hebben: 'de eerste vijf exemplaren/proefwoningen van één bouwproject' of 'telkens het eerste exemplaar/de eerste proefwoning van vijf verschillende bouwprojecten'.

Een rangtelwoord kan ook na een zelfstandig naamwoord komen bij namen van koningen, keizers, pausen, en dergelijke: Willem de Tweede, Leopold de Eerste, Hendrik de Achtste. Het rangtelwoord wordt in dat geval met een hoofdletter geschreven en voorafgegaan door een lidwoord.