Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google

Welke klanken heeft het Nederlands?xDit is een samenvatting van ANS 1.1 De klanken van het Nederlands

Wat is een klank precies?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden moeten we eerst preciezer zijn in hoe we 'klank' definiëren. We spreken daarom over woordonderscheidende klanken, of fonemen, en niet-woordonderscheidende klanken, of allofonen:

  • woordonderscheidende klanken
    p en b zijn woordonderscheidende klanken. Door deze klanken kunnen we namelijk woorden als pak en bak van elkaar onderscheiden. We noemen p en b fonemen en schrijven die tussen schuine strepen: /p/ en /b/
  • pad bad
  • niet-woordonderscheidende klanken
    De verschillende uitspraken van de r zijn niet woordonderscheidend. Zo kun je het woord boer uitspreken met een rollende r - de zogenaamde tongpunt-r – maar ook met een r die meer achteraan in de keel gevormd wordt – de huig-r, zonder dat de betekenis van het woord verandert. Het foneem /r/ kan dus op heel veel verschillende manieren gerealiseerd worden. Die verschillende realisaties noemen we allofonen; deze schrijven we tussen vierkante haakjes: [r], [ɾ], [ɻ], [R], [ʁ]. We zeggen dat een woord als boer een fonemische vorm heeft, namelijk /bur/, en verschillende fonetische vormen, zoals [bu:r] of [buɻ].

Om nu een overzicht te krijgen van de klanken van het Nederlands kijken we naar de fonemen van onze taal. Het is de gewoonte om deze te schrijven in een speciaal alfabet, het International Phonetic Alphabet (afgekort: IPA). Dit doen we omdat de Nederlandse spelling van klanken niet altijd consequent is. Denk maar aan de lange ij en de korte ei (pijl/peil), of de verschillende uitspraken van de letter a in woorden als ladder en la. Let op dat sommige IPA-letters in vorm gelijk zijn aan onze eigen letters, maar een andere klank voorstellen. Zo is de IPA-letter o altijd de 'lange' o (rook, roken), en staat de IPA-letter y voor de klank 'uu' (als in nu en fuut).

Overzicht van de Nederlandse klanken

KlinkersMedeklinkers
IPAVoorbeeldIPAVoorbeeld
ɪpitppet
ɛgekbbal
ɔzontteen
ʏdunddak
ɑmankkoel
ibietffiets
yfuut, futenvvol
uboekssap
ebeet, betenzzand
øleukxlach
orook, rokenɣgoed
alaat, latehhoorn
ərommel, het, vrolijk, bezigmman
eibijten, geitnneus
œybuikŋtong
ɔukoud, rauwllaat
rrat
wwit
jjas

Zijn dit alle klanken van het Nederlands? Ja en nee. Er zijn ook klanken die we niet tot de foneeminventaris rekenen, omdat het om zogenaamde leenfonemen gaat. Toch gaat het hierbij wel degelijk om klanken die we in het Nederlands gebruiken:

[ɲ]oranje
[c]tjilpen, beetje
[ʃ]sjaal, doosje, chic
[ʒ]genre, jus
[ɡ]goal, goulash

Ook de volgende klinkers komen enkel in leenwoorden voor. Het gaat hierbij om neusklanken uit het Frans, zoals in de 'Franse' uitspraak van parfum en croissant en om lange klinkers (in IPA weergegeven met [ː]). Zo is de [ɔː] in zone langer dan de [ɔ] in zonnen:

[εː]enquête, beige, ordinair, crème
[œː]oeuvre, freule
[ɔː]zone, roze
[ɑː]cast, basketball
[iː]analyse, expertise, team
[yː]centrifuge
[uː]rouge, cruise
[ε̃ː]enfin, mannequin
[œ̃ː]parfum
[ɑ͂ː]enfin, chanson, croissant, branche
[ɔ͂ː]chanson

Wat onderscheidt de ene klank van de andere?

Bepaalde eigenschappen van de fonemen /p/ en /b/ zorgen voor het onderscheid tussen de twee vormen. We noemen die eigenschappen ook wel distinctieve kenmerken.xZie ANS 1.1.1.1 Classificatie van klinkers Het distinctief kenmerk dat het onderscheid tussen /p/ en /b/ bepaalt, is het kenmerk [stem] en geeft aan of de stembanden al of niet trillen: /b/ is stemhebbend [+stem], /p/ is stemloos [-stem]. Een ander kenmerk is gespannenheid. De [+gespannen] klinkers worden met meer spierspanning gerealiseerd en zijn over het algemeen langer dan de [-gespannen] klinkers.

  • [+gespannen] i, y, u, e, ø, o, a en de tweeklanken εi, œy, ɔu
  • [-gespannen] ɪ, ε, ɔ, ʏ, ɑ, ə

Gespannenheid is van belang is bij de verdeling van woorden in lettergrepen.

Klinkers kunnen verder nog [+/- hoog] zijn naargelang van de hoogte van de tong tijdens de productie van die klinkers:

  • [+hoog] i, y, u, e, ø, ɪ, ʏ, o
  • [-hoog] a, ɔ, ε, ɑ, ə

We noemen hoge klinkers ook wel gesloten klinkers, en niet-hoge klinkers open klinkers. De /a/ maak je bijvoorbeeld met de mond wijd open, met je tong ver verwijderd van het gehemelte.xIn ANS 1.1.3 De klanken van het Nederlands en subparagrafen vind je per klank meer informatie over de distinctieve kenmerken.

Ook de plaats in de mondholte waar de vernauwing tussen de tong en het monddak het sterkst is, verschilt per klinker. Het distinctieve kenmerk dat gebruikt wordt om de plaats aan te geven, is het kenmerk [+/- achter]:

  • [+achter] u, o, ɔ, ɑ, a, ɔu
  • [-achter] i, y, ε, e, ø, ɪ, ʏ, ə, εi, œy

Klinkers kunnen met geronde of ongeronde lippen uitgesproken worden:

  • [+rond] y, u, ø, o, ʏ, ɔ, œy
  • [-rond] i, e, a, ɪ, ε, ɑ, εi, ə

Bij medeklinkers is er altijd sprake van een (lichte) vernauwing of afsluiting in het spraakkanaal (nl. de mond-, keel- en neusholte) die de luchtstroom vanuit de longen in meer of mindere mate tegenhoudt.xZie ANS 1.1.1.2 Classificatie van medeklinkers voor een volledig overzicht van de verschillende medeklinkers De plaats waar die vernauwing of afsluiting plaatsvindt, bepaalt mede welke medeklinker je produceert. Daarnaast is ook de manier waarop de luchtstroom vervormd wordt en het al of niet trillen van de stembanden bepalend voor de verschillen tussen medeklinkers.

Op basis van de plaats en manier van articulatie worden de medeklinkers in verschillende typen ingedeeld. Zo worden medeklinkers die met de lippen worden gevormd, zoals /p/, /b/ of /m/ bilabiaal genoemd en medeklinkers die door een vernauwing bij het gehemelte worden gevormd, zoals de /j/, noemt men palataal. De medeklinkers /p/, /b/ of /m/ worden alle bij de lippen gevormd, maar de manier waarop dat gebeurt verschilt. /p/ en /b/ noemt men plofklanken omdat de lippen eerst volledig op elkaar geklemd worden, waardoor de lucht wordt tegengehouden, maar daarna plots en snel van elkaar verwijderd worden, waardoor de lucht met kracht (met een plof) wordt losgelaten. Een verschil tussen /p/ en /b/ is verder dat de stembanden enkel trillen bij de articulatie van de /b/. Naast plofklanken heb je bijvoorbeeld ook wrijfklanken, zoals /f/ of /z/, die gevormd worden doordat er een vernauwing optreedt ergens in de mondholte, waardoor de lucht door een nauw kanaal moet ontsnappen, wat hoorbaar is als een soort wrijving. Bij sommige medeklinkers is er een volledige afsluiting in de mondholte, maar kan er lucht ontsnappen via de neusholte. Dat noemt men neusklanken of nasale medeklinkers. Voorbeelden zijn /m/, /n/ en /ŋ/ (zoals in bang).

De klinkerdriehoek

Aan de hand van de hierboven genoemde distinctieve eigenschappen voor/achter en hoog/laag kunnen we de klinkers van het Nederlands weergeven in een grafiek, de zogenaamde klinkerdriehoek (ook wel klinkerdiagram genoemd). Klik op een klank om deze te horen:

i(:) y(:) u(:) ɪ ʏ ε(:) ə a: ɑ ɔ(:)

In deze klinkerdriehoek staan de posities van de klinkers van het Nederlands-Nederlands. Die van het Belgisch-Nederlands verschillen hiervan.xZie ANS 1.1.1.1.1 Klinkerdiagrammen en formanten Merk verder op dat sommige klanken ontbreken, zoals de /e/ in zee en de /ei/ in bij. Dit zijn, in het Nederlands-Nederlands, tweeklanken (ook wel diftongen genoemd): klanken die feitelijk bestaan uit twee klanken. In de klinkerdriehoek hieronder worden ze dan ook weergegeven met pijltjes, die de beweging van de mond bij de uitspraak voorstellen:

Aan de hand van de klinkerdriehoek kan dus ook het verschil in uitspraak van sommige klinkers in het Nederlands-Nederlands en het Belgisch-Nederlands gevisualiseerd worden.