Woordvorming door samenkoppeling
xZie ANS 12.3.4 Samenkoppeling voor meer verdiepingEen samenkoppeling is een werkwoord dat wordt gecombineerd met een ander woord, zoals een voorzetsel, substantief of adjectief. Dit type werkwoord wordt ook wel scheidbaar samengesteld werkwoord genoemd.
- aanvallen, meefietsen, opbellen, uitlezen
- feestvieren, ruziemaken, pianospelen
- blootgeven, bekendmaken, witwassen
Deze woorden zijn geen samenstellingen, omdat de delen ook gescheiden kunnen voorkomen. In sommige contexten móéten de delen zelfs gescheiden worden:
- Ik wil het boek uitlezen.
- Ik probeer het boek {uit te lezen/*te uitlezen}.
- Ik {lees het boek uit/*uitlees het boek}.
- Ik denk dat ik het boek vanavond uitlees.
- Ik denk dat ik het boek vanavond {zal uitlezen / uit zal lezen.
- Ik heb het boek gisteren {uitgelezen/*geuitlezen}.
Samenkoppelingen hebben het accent op het eerste deel. Daarmee kun je ze onderscheiden van zogenaamde prefixwerkwoorden die dezelfde vorm hebben, maar een andere betekenis hebben en anders vervoegd worden:
xZie ANS 12.3.2.1 Prefigering voor meer verdieping- óndergaan: de zon gaat onder.
- ondergáán: de patiënt ondergaat de operatie.
- óverkomen: Mijn oma uit Amerika komt morgen over.
- overkómen: Dat overkomt mij weer!
Een lastige kwestie in het Nederlands is te zien in het volgende voorbeeld:
- We reden het kruispunt op.
Deze zin is op twee mogelijke manieren te analyseren:
- [het kruispunt] + oprijden
- [het kruispunt op] + rijden
Zie 9.2.3 Achterzetsels of partikels voor een uitgebreide analyse van deze beide mogelijkheden.