Soorten adjectieven
Op basis van hun betekenis onderscheiden we twee soorten adjectieven met verschillende gebruikskenmerken:xZie ANS 6.3 Soorten adjectieven naar hun betekenis voor meer verdieping.
- kwalificerende adjectieven: lief, dik, bijzonder
- relationele adjectieven: buitenlands, koninklijk, wollen
De meeste kwalificerende adjectieven kunnen op veel verschillende manieren gebruikt worden; de andere zijn beperkter in hun gebruik. Er is ook een restgroep van adjectieven die niet bij een van de twee typen passen, zoals drommels, jammerlijk en verrekt.
Kwalificerende adjectieven
Dit zijn adjectieven die een eigenschap of kwaliteit uitdrukken, zoals mooi, aardig of bijzonder. Ze kunnen over het algemeen zowel voor als achter hun zelfstandig naamwoord staan:xZie ook ANS 6.3.1 Kwalificerende adjectieven.
- een mooie auto
- de auto is mooi
We kunnen de kwalificerende adjectieven verder onderverdelen in gradeerbaar en niet-gradeerbaar. Gradeerbare adjectieven geven een eigenschap aan die in meer of mindere mate aanwezig kan zijn: ze roepen het idee op van een schaal, zoals dik, lang of lief. Deze kun je daardoor goed combineren met bijwoorden als erg of zeer of met de vergrotende en overtreffende trap:xZie ANS 6.3.1.1 en verder voor een verdere onderverdeling in begrensde en onbegrensde gradeerbare adjectieven.
- een zeer dik boek
- een tamelijk lange reis
- de lievere vrouw
- het liefste huisdier
Niet-gradeerbare adjectieven geven juist een eigenschap aan die óf wel óf niet van toepassing is, zoals dood, levend, present. Deze kun je daardoor niet in de hierboven gegeven voorbeelden gebruiken:
- een zeer dode plantfout
- een tamelijk levende tijgerfout
Relationele adjectieven
Relationele adjectieven leggen een verband tussen twee zelfstandigheden, bijvoorbeeld een buitenlandse reis: de reis zélf is niet buitenlands, de reis gaat náár het buitenland. Deze adjectieven zijn meestal afgeleid van een zelfstandig naamwoord (buitenland), dat we het basisnomen noemen. Ze leggen een verband tussen dat basisnomen en het kernnomen waar het adjectief aan voorafgaat: dus tussen buitenland (basisnomen) en reis (kernnomen). Andere voorbeelden van relationele adjectieven zijn: koninklijk, viraal, menselijk, parlementair, historisch.xZie ook ANS 6.3.2 Relationele adjectieven.
Relationele adjectieven kunnen doorgaans alleen attributief gebruikt worden. Ze zijn niet gradeerbaar: de relatie tussen de twee entiteiten bestaat wel of niet, daar zit niets tussen. Het gebruik van een bijwoord als heel of erg of van de trappen van vergelijking is dus niet mogelijk:
- een erg buitenlandse reis fout
- de buitenlandsere/meest buitenlandse reis fout
Er zijn adjectieven die zowel relationeel als kwalificerend kunnen voorkomen:
- De voetballer staat op een centrale positie op het veld. (relationeel)
- Het ondervragen van getuigen neemt een centrale positie in bij het onderzoek. (kwalificerend)
In de eerste zin heeft centraal de letterlijke betekenis 'een positie in het centrum innemend', terwijl het als kwalificerend adjectief in de tweede zin de figuurlijke betekenis 'belangrijk' heeft.
Restcategorie
Er zijn adjectieven die geen kwalificerende en ook geen relationele adjectieven zijn, maar die wel met de relationele adjectieven gemeen hebben dat ze beperkt zijn in hun gebruik: ze kunnen alleen attributief gebruikt worden.xZie ook ANS 6.3.3 Andere adjectieven.
- een bliksemse jongen
- een jammerlijke discussie
- de vermoedelijke dader van die overval
We noemen de adjectieven in deze voorbeelden ook wel modale adjectieven. Bliksems en jammerlijk drukken een gevoelsmodaliteit uit. Vermoedelijk en mogelijk drukken (on)zekerheid uit. Dit noemen we verstandsmodaliteit.
- de mogelijke aanwezigheid van asbest
- zijn eventuele komst
- een gewisse dood
De volgende adjectieven kunnen niet worden ingedeeld bij de kwalificerende, relationele of modale adjectieven, maar hebben betrekking op een hoeveelheid:
- een gedeeltelijke werkhervatting
- een volledige weergave van de feiten