Variatie
Tussen de standaardtaal in Nederland, België en Suriname zijn er een aantal verschillen in de uitspraak van klanken.xZie ANS 1.1.2 Taalvariatie en ANS 1.1.4 Allofonische processen voor meer voorbeelden
Tweeklanken
Zo worden de tweeklanken /ɛi/, /œy/ en /ɔu/ (geschreven als resp. <ij>/<ei>, <ui> en <ou>/<au>) in het Nederlands Nederlands en in het Surinaams Nederlands anders uitgesproken dan in het Belgisch Nederlands. In het Nederlands Nederlands en Surinaams Nederlands wordt de beginklank van deze tweeklanken uitgesproken met de tong lager in de mondholte en de kaken meer open dan dat het geval is in het Belgisch Nederlands. We spreken dan van een 'opener' beginklank.
/e/, /o/ en /ø/
Ook in de uitspraak van de gespannen klinkers /e/, /o/ en /ø/ (geschreven als resp. <ee>/<e>, <oo>/<o> en <eu>) verschilt het Belgisch Nederlands van het Nederlands Nederlands en Surinaams Nederlands. In het Belgisch Nederlands worden deze klinkers altijd als monoftongen uitgesproken, dus als respectievelijk /e/, /o/ en /ø/, terwijl in het Nederlands Nederlands en Surinaams Nederlands de klinkers als tweeklanken worden uitgesproken, namelijk als [ei], [ou] en [øy].
/v/, /z/ en /ɣ/
Aan het begin van een woord of lettergreep worden de stemhebbende wrijfklanken /v/, /z/ en /ɣ/ door veel sprekers stemloos, dus als [f], [s] en [x], gerealiseerd. Dit is vooral het geval bij sprekers van het Nederlands Nederlands. In het Belgisch Nederlands worden deze wrijfklanken meestal wel stemhebbend uitgesproken, hoewel er de laatste jaren ook een tendens is om deze klanken te 'verstemlozen'. Het Surinaams Nederlands daarentegen, gaat nog verder dan het Nederlands Nederlands in de verstemlozing van de stemhebbende wrijfklanken /v/ en /z/: de stemhebbende tegenhangers van [f] (bijv. in veel [fel]) en [s] (bijv. in zon [sɔn]) komen in deze variëteit van het Nederlands niet voor.
De /r/
Het foneem /r/ wordt op heel veel verschillende manieren uitgesproken in het Nederlands. De uitspraak varieert vaak per spreker en per woord. Zo wordt de zogenaamde 'Gooise r' (die lijkt op de Engelse /r/ in een woord als rabbit) normaal alleen op het einde van een woord of lettergreep gerealiseerd, hoewel sprekers die deze /r/ willen imiteren vaak verkeerdelijk een Gooise r gebruiken aan het begin van een woord of lettergreep (bijv. rood als [ɻout]). Deze Gooise r wordt door sprekers van het Belgisch Nederlands niet gebruikt. De zogenaamde 'huig-r' (bijv. rood [Rout]/[Rot]), die achteraan in de keel gevormd wordt, komt zowel in het Belgisch als in het Nederlands Nederlands voor, maar vaker in de laatstgenoemde variëteit. De zogenaamde 'tongpunt-r' of 'rollende r' (bijv. [rout]/[rot]) wordt door veel sprekers van het Nederlands Nederlands en het Belgisch Nederlands gebruikt, maar is vooral zeer typerend voor de uitspraak van Surinaamse sprekers, die de /r/ extra rollend realiseren.
De /w/
De drie variëteiten van het Nederlands hebben elk een eigen uitspraakvariant van het foneem /w/. In Nederland hebben de meeste sprekers een labiodentale realisatie van de /w/, die we voorstellen door de allofoon [ʋ], en die gevormd wordt door een vernauwing tussen de boventanden en de onderlip. In het Belgisch Nederlands realiseren de meeste sprekers een bilabiale approximant [β̞] voor de /w/, die gevormd wordt door een vernauwing tussen de boven- en onderlip. Het Surinaams Nederlands heeft een labiaal-velaire approximant [w], waarbij er niet enkel een vernauwing is bij de lippen, maar ook achteraan in de mond (tussen de tong en het monddak); dit is dezelfde klank als in het Engelse wait.
De /n/
De /n/ in het achtervoegsel -en, zoals in meervoudsvormen (bijv. handen, boeken) en werkwoordsvormen (bijv. ze werken, blijven), wordt in het Nederlands Nederlands en Surinaams Nederlands door de meeste sprekers weggelaten, terwijl de /n/ door veel Belgische sprekers wel wordt gerealiseerd. In alle variëteiten wordt de /n/ in achtervoegsels soms gerealiseerd, maar in het Belgisch Nederlands is dat aanzienlijk vaker het geval. Als er een woord dat met een klinker begint volgt op het achtervoegsel -en wordt de /n/ wel uitgesproken (bijv, in ze komen aan).
Leenwoorden
In de uitspraak van Engelse en Franse leenwoorden doen er zich een aantal uitspraakverschillen voor tussen de variëteiten van het Nederlands. Woorden op -tie, zoals politie, immigratie, frustratie, worden in Suriname en een groot deel van Nederland uitgesproken met [tsi], terwijl in België de uitspraak met [si] algemeen is en er in het zuiden van Nederland een min of meer gelijkmatige verdeling is tussen de uitspraak met [tsi] en die met [si]. Engelse leenwoorden met <a>, zoals plastic, scanner, racket, tram en tandem worden in Suriname en een groot deel van Nederland uitsluitend met [ɛ] uitgesproken, maar in het zuiden van Nederland en België is er variatie tussen de uitspraak met [ɛ] en de uitspraak met [ɑ]. Franse leenwoorden zoals branche, mannequin, chanson, croissant, enquête, parfum of restaurant worden soms aan de Nederlandse fonologie aangepast en worden dan uitgesproken als bijvoorbeeld [ˈpɑrfʏm]/ [pɑrˈfʏm] of [ˌrɛstoˈrɑnt]. Dit is vaker en voor meer woorden het geval in het Nederlands Nederlands dan in het Belgisch Nederlands. In het Belgisch Nederlands wordt door meer sprekers en in meer woorden de Franse uitspraak, met een nasale klinker, behouden.
Een voorbeeld van Nederlands-Nederlandse uitspraak:
Een voorbeeld van Belgisch-Nederlandse uitspraak:
Een voorbeeld van Surinaams-Nederlandse uitspraak: