Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google

Klanken en spellingxDit is een samenvatting van ANS 1.8 Fonologie en spelling

De spelling van het Nederlands kan lastig zijn: we schrijven ik word maar jij wordt. We schrijven pijl en peil, goud en gauw, zee met twee e’s maar zo met één o.xDe officiële spellingregels van het Nederlands zijn te vinden in de Leidraad op Woordenlijst.org.

Voor de klanken van het Nederlands gebruiken we de 26 letters van het alfabet. Hieronder staat per klank (in IPA) welke letter of lettercombinatie er gebruikt wordt om de klank weer te geven in de spelling.

klank (IPA) letter(combinatie) voorbeeldwoorden
I i pit, bitter
ɛ e pet, ketter
ʏ u put, putter
ɔ o pot, modder
ɑ a kat, ladder
i ie riet, Pieter
y uu (u) muur (muren)
u oe boek, loeder
e ee (e) beet (beten)
o oo (o) boot (boten)
a aa (a) baat (baten)
ø eu kleur, beu
ɛi ei, ij trein, wijs
ɔu ou(w), au(w) koud, touw, klauter, snauw
œy ui buit, snuiter
ə e, i, ij, u, ee de, nodig, olijk, Dokkum, een
p p (pp) pak (dapper)
b b (bb) bak (tobbe)
t t (tt) tak (etter)
d d (dd) dak (adder)
k k (kk) kak (akker)
f f (ff) fee (offer)
v v vee
s s (ss) sok (dissel)
z z (zz) zak (puzzel)
x ch school
ɣ g (gg) gok (rogge)
m m (mm) mok (emmer)
n n (nn) nok (binnen)
ŋ n, ng bank, zang
l l (ll) lak (allen)
r r (rr) rok (morren)
j j, i jas, aai
w w, uw was, eeuw
h h help

Zoals uit de tabel is op te maken, is er niet altijd een een-op-een-relatie tussen klanken en letters. De letter <e> staat soms voor de ongespannen klinker /ɛ/ en soms voor de gespannen klinker /e/. Aan de andere kant schrijven we de klank /e/ soms met één <e> en soms met twee <e>'s.

Te weinig lettertekens

Een van de redenen voor het ontbreken van een een-op-eenrelatie tussen klanken en letters, is dat er te weinig lettertekens zijn om alle klanken van het Nederlands mee weer te geven. Er zijn bijvoorbeeld geen aparte letters voor gespannen en ongespannen klinkers, zoals de /ɛ/ en de /e/. En er zijn geen aparte letters voor klanken als de /u/ en /ŋ/. Deze schrijven we daarom als <oe> en <ng>. Ook voor de /ə/, de sjwa, is geen aparte letter, en deze spellen we daarom meestal als <e>, zoals in de of lekker, maar als <ee> in een, als <i> in bezig, als <ij> in vrolijk, en als <u> in een woord als Dokkum.

Maar waarom schrijven we dan hoed terwijl we dit uitspreken als hoe[t]? Dat komt door het zogenaamde beginsel van vormovereenkomst.

Het beginsel van vormovereenkomstxZie ANS 1.8.1 Het beginsel van vormovereenkomst

Het beginsel van vormovereenkomst bepaalt dat woorden of woorddelen (morfemen) zoveel mogelijk op dezelfde wijze worden gespeld, ook al worden ze in verschillende omgevingen verschillend uitgesproken. We spellen daarom hoed met een <d> omdat we het morfeem hoed ook met een <d> spellen in het meervoud hoeden. Verwarrend is dat we desondanks wel huis schrijven (en niet huiz vanwege het meervoud huizen), en graaf (en niet graav vanwege het meervoud graven).

Het beginsel van vormovereenkomst speelt ook een rol in de spelling van de woorden actie en actief. (+ verwijzing naar de wisseling tussen [s] en [t] onder morfo-lexicale allomorfie).

Een specifiek geval van het beginsel van vormovereenkomst - en een regel die in het Nederlands voor veel spellingsproblemen zorgt - is de regel van analogie. Deze regel bepaalt dat woorden die op overeenkomstige wijze gevormd zijn, ook op overeenkomstige wijze gespeld worden. Hierdoor schrijven we de derde persoon enkelvoud van worden als zij wordt, met <dt>, terwijl de uitspraak [wɔrt] is, met een t. Volgens het beginsel van vormovereenkomst schrijven we zij wordt met een <d> omdat die ook in worden voorkomt. En volgens de regel van analogie moeten we daar nog een <t> aan toevoegen, omdat bij andere werkwoorden de derde persoon enkelvoud óók door toevoeging van <t> gevormd wordt, bijvoorbeeld hij loop-t en zij zeg-t. Lastig is dat deze regel weer niet wordt toegepast bij werkwoorden waarvan de stam eindigt op /t/, zoals eten . We schrijven hij eet en niet hij eett.

Het beginsel van etymologiexZie ANS 1.8.2 Het beginsel van etymologie

Een andere spellingconventie is het beginsel van etymologie: de spelling van een woord weerspiegelt soms de herkomst van dat woord. Dit beginsel verklaart bijvoorbeeld waarom woorden met het foneem /ɔu/ op twee verschillende manieren worden gespeld, bijvoorbeeld koud vs. klauter. Woorden met de klankreeks /ɔut/ of /ɔud/, zoals hout, goud, koud of houden krijgen de spelling <ou>. Deze woorden hadden vroeger allemaal de klankreeks /ɔl/, zoals holt (Als de <ou> op het einde van een woord staat, wordt er een <w> aan toegevoegd, dus <ouw>, zoals in vrouw, maar weer niet in kouomdat daar een langere variant van bestaat, namelijk koude). Woorden die geschreven worden met <au> hadden vroeger de klankreeks /aw/; blauw was vroeger bijvoorbeeld /blaw/. Een vergelijkbaar verschil is er met de zogenaamde korte ei (zoals in ei en peil) en lange ij (zoals in 't IJ en pijl). De lange ij werd vroeger uitgesproken als de /i/. In bijzonder is deze uitspraak nog aanwezig.