Mooi/mooie: wel of geen -e
Een attributief gebruikt adjectief kan twee vormen aannemen: de onverbogen vorm, die gelijk is aan de stam, en de verbogen vorm, die gevormd wordt door een buigings-e aan de stam toe te voegen: een goed idee, het goede idee xZie ANS 6.2.1 Buigings-e voor meer verdieping..
De basisregel voor het gebruik van buigings-e luidt:xZie ANS 6.2.1.1 Buigings-e: de basisregel
De onverbogen vorm van adjectieven komt alleen voor bij enkelvoudige het-woorden na een onbepaalde determinator (bijv. een rood boek, geen rood boek, welk rood boek); in alle andere gevallen wordt het adjectief verbogen.
Op deze basisregel zijn een aantal systematische uitzonderingen: er zijn adjectieven die nooit verbogen worden. Daarnaast zijn er adjectieven waarbij zowel de verbogen als onverbogen vorm mogelijk is.
Adjectieven die nooit een buigings-e krijgenxZie ANS 6.2.1.2 Adjectieven die nooit een buigings-e krijgen
• Adjectieven die eindigen op -e: beige, roze, mauve, oranje, stupide, timide, morbide, luxe, louche
• Adjectieven die eindigen op een klinker: sexy, kinky, indigo, lila, kaki. Uitzonderingen hierop zijn adjectieven die eindigen op de klinkers -oe (uitspraak [u]), -ee (uitspraak [e]), -u (uitspraak [y]) of een tweeklank, bijv. moe (moeë), gedwee (gedweeë), cru (cruë), vrij (vrije), lui (luie), etc.
• Adjectieven die eindigen op -en, inclusief voltooide deelwoorden: effen, eigen, gesloten, besproken
• Stofadjectieven: ijzeren, katoenen, gouden, nylon, plastic
• Adjectieven op -er:
- geografische namen: Edammer, Aalster
- religieuze ordes: Cisterciënzer, Franciscaner
- afleidingen van hoofdtelwoorden: de tachtiger jaren
- linker, rechter
- als bijvoeglijke nabepaling gebruikte adjectieven, zoals een kindeke klein (maar wel: zondag aanstaande)
• Woorden als volbloed, gratis, oblong
Variatie tussen verbogen en onverbogen vormxZie ANS 6.2.1.3 Variatie in het gebruik van de buigings-e: de basisregel
In de hierboven genoemde gevallen wordt er steeds gekozen voor de vorm met of zonder -e. Er zijn ook contexten waarin er variatie mogelijk is tussen beide vormen:
• Type een geheim agent
Combinaties die een bepaald beroep of bepaalde functie aangeven krijgen meestal geen -e:
- een bouwkundig ingenieur
- de waarnemend burgemeester
- de toeziend voogd
- de buitengewoon hoogleraren
Soms is er een betekenisverschil tussen de onverbogen en de verbogen vorm:
- We hebben morgen een afspraak met de behandelend arts. [arts die de patiënt al langere tijd begeleidt]
- De behandelende arts had nog nooit zulke zware verwondingen gezien en viel bijna flauw. [eenmalig behandelde arts]
• Type een groot schrijver
- Napoleon was een groot veldheer.
- Die CD is van een bekend pianiste.
Met een groot schilder ('een heel goede schilder') geef je dus iets anders aan dan met een grote schilder ('een lange schilder').
• Type het openbaar ministerie
Hoe meer de combinatie van adjectief en substantief als een eenheid kan worden opgevat, hoe dwingender de onverbogen vorm van het adjectief is:
- het openbaar ministerie
- het stoffelijk overschot
- het bijvoeglijk naamwoord
De verbogen vorm van deze voorbeelden komt ook wel voor, bijv. het openbare ministerie, het stoffelijke overschot.
• Ritmische factoren
Ten slotte kunnen ook andere factoren een rol spelen bij het al of niet verbuigen van adjectieven. Zo spelen ritmische factoren soms een rol als het gaat om lange adjectieven:
- het onvermijdelijk oordeel
- verstandiger gedachten
- voorzichtiger formuleringen
Het gaat hierbij vaak om langere adjectieven die meerdere doffe, onbeklemtoonde lettergrepen hebben, zoals bij de vergrotende trap. Deze vormen krijgen dan niet nog eens een extra -e.