Het adjectief
Een adjectief (bijvoeglijk naamwoord) drukt een eigenschap uit van iets of iemand:xDit is een samenvatting van ANS hoofdstuk 6 Het adjectief.
- een prachtig schilderij
- ze was stomverbaasd
- benauwd weer
- spelende kinderen
- hij is bijzonder aardig
- een ingewikkeld verhaal
Spelend en ingewikkeld zijn voorbeelden van (tegenwoordige en voltooid) deelwoorden die als adjectief worden gebruikt.
De meeste adjectieven kunnen zowel voor (attributief) als na (predicatief) het zelfstandig naamwoord voorkomen, maar er zijn ook beperkingen in het gebruik ervan.
De meeste adjectieven kunnen ook voorkomen in de zogenaamde trappen van vergelijking:
- mooi - mooier - mooist
- goed - beter - best
- duur - duurder - duurst
Adjectieven komen voor met of zonder -e. Hier zijn basisregels voor, maar op die regels zijn ook veel uitzonderingen.
- de aardige jongen / een aardige jongen
- het slimme plan / een slim plan
- het bijvoeglijk naamwoord / een bijvoeglijk naamwoord
- het lila huispak / een lila huispak
- het zilveren huwelijk / een zilveren huwelijk
Daarnaast kunnen adjectieven ook een -s krijgen: iets moois, weinig goeds
Op basis van de betekenis kun je adjectieven indelen in kwalificerende adjectieven, relationele adjectieven en een restcategorie. Naargelang het type adjectief, zijn de gebruiksmogelijkheden uitgebreider of beperkter.
- een lange reis
- de erg dode kat fout
- de buitenlandse reis
- de reis is buitenlands fout