Het telwoord
Telwoorden zijn woorden om mee te tellen: precieze hoeveelheden, zoals één, twee, drie, en minder precieze, zoals veel, weinig en enkele. Daarnaast zijn er telwoorden die een rangorde aanduiden, zoals eerste, tweede, derde, en breukgetallen, zoals een derde en vijf achtste.
Welke telwoorden zijn er?
- Hoofdtelwoorden, rangtelwoorden en breukgetallen
- Bepaalde vs. onbepaalde telwoorden
De vorming van telwoorden
- invoegen -en-: honderd zes vs honderd en zes
- vorming rangtelwoorden: twintigste, tweehonderdtwaalfde
- vorming breukgetallen: twee derde, zes achtste, een tweederde meerderheid
De plaats van telwoorden
- de drie dikke biggetjes, de eerste vijf oefeningen
- bladzijde vijf, Willem Drie
Speciale vormen
- wij tweeën, met z'n drieën
- jullie tweetjes
- ik heb er eentje
- honderden mensen
Twee jaar of twee jaren? Enkelvoud of meervoud
- tien deelnemers, zes eeuwen, vijftien graden
- vijf gram, twintig jaar
Variatie en stijl
- Welke verschillen zijn er tussen het Nederlands uit Nederland, België en Suriname?
- Welk gebruik van telwoorden is formeel en informeel?
Veelgebruikte termen
- Een overzicht van veelgebruikte termen bij het thema telwoorden