waarderingslabel 00/06/01  
waarnemingswerkwoord (verbum sentiendi) 18/05/04/08  
wederkerend voornaamwoord (reflexief pronomen) 05/03/01  
* zelf-vorm 05/03/02  
- gebruik 05/03/04/03  
* neutrale vorm 05/03/02  
- gebruik 05/03/04/02  
* verwijzingsmogelijkheden 05/03/03/02  
* in voorzetselconstituent 05/03/03/02/03  
* als bepaling van belang 05/05/10  
* plaatsing in de zin
- vorm op -zelf 21/03/02/01/01   21/04/05  
* plaatsing in de zin, algemeen 21/03/02/01/01   21/04/04   21/04/08/02  
wederkerend werkwoord 02/02/04  
* verplicht wederkerend werkwoord 02/02/04  
* toevallig wederkerend werkwoord 02/02/04  
wederkerende verbinding 05/03/04/01  
* verplicht wederkerende verbinding 05/03/04/01  
* toevallig wederkerende verbinding 05/03/04/01  
wederkerig voornaamwoord (reciprook pronomen) 05/04/01  
* niet-zelfstandig wederkerig voornaamwoord 05/04/02  
- gebruik 05/04/03/01  
* zelfstandig wederkerig voornaamwoord 05/04/02  
- gebruik 05/04/03/01  
* bezittelijk wederkerig voornaamwoord 05/04/03/01  
* gebruik na voorzetsel 05/04/03/02  
* antecedent van wederkerig voornaamwoord 05/04/03/03  
* verwijzingsmogelijkheden 05/04/03/04  
weglaatbaarheid van te bij infinitief 18/05/04/01/02  
weglating door-bepaling bij passief 22/02/03/01  
weglating element op de eerste zinsplaats 21/03/08  
weglating elementen bij samentrekking, algemeen 27/01  
wens 28/03/03/07   28/03/04/02  
wenszin 28/03/03/07  
werking 02/01   02/04/08/02/01  
werkwoord
* zelfstandig werkwoord 02/02/02  
* groepsvormend werkwoord 02/02/02   18/05/01/01  
- niet-verplicht groepsvormend werkwoord 18/05/01/02  
- verplicht groepsvormend werkwoord 18/05/01/02  
* overgankelijk (transitief) werkwoord 02/02/03  
* onovergankelijk (intransitief) werkwoord 02/02/03  
* causatief werkwoord 02/02/03  
* wederkerend (reflexief) werkwoord 02/02/04  
* niet-wederkerend (niet-reflexief) werkwoord 02/02/04  
* wederkerend werkwoord 02/02/04   02/02/04  
* verplicht wederkerend werkwoord (noodzakelijk -) 02/02/04  
* toevallig wederkerend werkwoord 02/02/04  
* onpersoonlijk werkwoord 02/02/05  
* persoonlijk werkwoord 02/02/05  
* regelmatig werkwoord 02/03/01  
* onregelmatig werkwoord 02/03/01  
* onregelmatig zwak werkwoord 02/03/01  
* aan het Engels ontleend werkwoord, vorming voltooid deelwoord 02/03/02/07  
* samengesteld werkwoord 12/02/02/01  
- onscheidbaar samengesteld werkwoord 12/02/02/01  
- scheidbaar samengesteld werkwoord 12/02/02/01  
* gesubstantiveerd werkwoord 12/03/01/02/02  
* quasi-groepsvormend werkwoord 18/05/01/02  
* niet-groepsvormend werkwoord 18/05/01/02  
* werkwoorden met al dan niet verplicht lijdend voorwerp 20/03/02  
* werkwoorden met al dan niet verplicht meewerkend voorwerp 20/04/02  
* werkwoorden met al dan niet verplicht ondervindend voorwerp 20/05/02  
* werkwoorden met vast voorzetsel 20/06/02  
* werkwoorden met al dan niet verplicht voorzetselvoorwerp 20/06/02  
* dynamisch werkwoord 30/03/02/01  
* statisch werkwoord 30/03/02/01  
werkwoord met be-, voorvoegsel
* vorming voltooid deelwoord 02/03/02/07  
werkwoord met ge-, voorvoegsel 02/03/02/07  
werkwoord met her-, voorvoegsel 02/03/02/07  
werkwoord met ont-, voorvoegsel
* vorming voltooid deelwoord 02/03/02/07  
werkwoord met ver-, voorvoegsel
* vorming voltooid deelwoord 02/03/02/07  
werkwoord op -eren, vorming voltooid deelwoord 02/03/02/07  
werkwoordelijk deel van naamwoordelijk gezegde 20/01/03/02  
werkwoordelijk gezegde 20/01/02  
werkwoordelijke aanvulling 18/05/01/01  
werkwoordelijke constituent 18/01  
werkwoordelijke constituent (verbale constituent) 18/01  
* complement binnen de werkwoordelijke constituent 18/03  
* toevoeging binnen de werkwoordelijke constituent 18/04  
werkwoordelijke eindgroep 18/05/01/01  
* volgorde werkwoorden in werkwoordelijke eindgroep 18/05/07  
* doorbreking van werkwoordelijke eindgroep 21/06/01  
werkwoordelijke uitdrukking 20/01/02  
werkwoorden met er-, vorming voltooid deelwoord 02/03/02/07  
werkwoorden met her-, vorming voltooid deelwoord 02/03/02/07  
werkwoordgroep 18/05/01/01  
werkwoordstijd in zin met als + inversie (bijv. Hij gaf bevelen als was hij de baas) 28/03/03/03  
werkwoordstijd(en)
* vorming voltooide werkwoordstijd met hebben en/of zijn 02/03/02/08/04  
werkwoordstijd(en) (tempus/tempora) 02/03/02/08/01  
* vorming, algemeen 02/03/02/08  
* samengestelde werkwoordstijd(en) 02/03/02/08/01  
* tegenwoordige werkwoordstijd(en) 02/04/08/01  
* verleden werkwoordstijd(en) 02/04/08/01  
* onvoltooide werkwoordstijd(en) 02/04/08/01  
* voltooide werkwoordstijd(en) 02/04/08/01  
* toekomende werkwoordstijd(en) 02/04/08/01  
* temporele functie 02/04/08/02/01  
* aspectuele functie 02/04/08/02/02  
* modale functie 02/04/08/02/03  
* na toen 02/04/08/04/02   02/04/08/08/01  
* na tot(dat) 02/04/08/06  
* na voor(dat) 02/04/08/06  
* na nadat 02/04/08/08/01  
* in indirecte rede 02/04/08/09/02   02/04/08/10/02   02/04/08/11  
* in semi-directe rede 02/04/08/11  
* na (als)of 28/03/03/03  
* na als + inversie 28/03/03/03  
werkwoordsvorm
* niet-vervoegde werkwoordsvorm 02/03/02/01  
* infiniete werkwoordsvorm 02/03/02/01  
* vervoegde werkwoordsvorm 02/03/02/01  
* finiete werkwoordsvorm 02/03/02/01  
wijs (modus) 02/03/02/01  
woord
* ongeleed woord 01/04/01  
* geleed woord 01/04/01  
woord, definitie 01/02  
* lexicale betekenis 01/02  
* grammaticale waarde 01/02  
* syntactische valentie 01/02  
* morfologische valentie 01/02  
woordaccent 21/01/02/01  
woorden op -ade, genus 03/03/02/02/01  
woorden op -ante, meervoud 03/05/03  
woorden op -asme, genus 03/03/02/03/01  
woorden op -ee, meervoud 03/05/02/01  
woorden op -el, meervoud 03/05/03  
woorden op -em, meervoud 03/05/03  
woorden op -en, meervoud 03/05/03  
woorden op -ente, meervoud 03/05/03  
woorden op -er, meervoud 03/05/03  
woorden op -es, meervoud 03/05/02/01  
woorden op -esse, genus 03/03/02/02/01  
woorden op -ex, meervoud 03/05/04/03  
woorden op -foon, meervoud 03/05/03  
woorden op -graaf, meervoud 03/05/02/02  
woorden op -iaan, meervoud 03/05/02/01  
woorden op -ica, genus 03/03/02/02/01  
woorden op -ide, genus 03/03/02/02/01  
woorden op -is, meervoud 03/05/04/03  
woorden op -iste, meervoud 03/05/03  
woorden op -ix, meervoud 03/05/04/03  
woorden op -ment, genus 03/03/02/03/01  
woorden op -o, meervoud 03/05/04/03  
woorden op -ode, genus 03/03/02/02/01  
woorden op -oir, meervoud 03/05/03  
woorden op -on, klinkerverandering bij meervoud 03/05/02/03  
woorden op -ose, genus 03/03/02/02/01  
woorden op -sis, genus 03/03/02/02/01  
woorden op -soof, meervoud 03/05/02/02  
woorden op -suur, genus 03/03/02/02/01  
woorden op -theek, genus 03/03/02/02/01  
woorden op -tis, genus 03/03/02/02/01  
woorden op -tuur, genus 03/03/02/02/01  
woorden op -ude, genus 03/03/02/02/01  
woorden op -yse, genus 03/03/02/02/01  
woordenboekbetekenis 01/02  
woordgeslacht zie: genus   zoek bij: grammaticaal geslacht
woordklasse 01/03  
* gesloten woordklasse 12/01/02  
* open woordklasse 12/01/02  
woordsoort 01/03  
woordvolgorde
* in naamwoordelijke constituent, algemeen 14/02  
* in adjectivische constituent, algemeen 15/02  
* in bijwoordelijke constituent, algemeen 16/02  
* in voorzetselconstituent, algemeen 17/02  
* in werkwoordelijke eindgroep 18/05/07  
* in zin, algemeen 21/01  
woordvormingsprocé dé 12/01/01