|
|
De bouw van de bijwoordelijke constituent
|
[ 16ยท2 ]
|
1 |
Het centrale element van een bijwoordelijke constituent is de kern, die
altijd uit een bijwoord bestaat. De kern is noodzakelijk aanwezig. De
begeleidende elementen die bij het bijwoord kunnen optreden, zijn doorgaans
toevoegingen. Deze toevoegingen zijn weglaatbaar.
Vergelijk:
|
(1a)
|
(Hij liegt) vrijwel nooit.
|
|
(1b)
|
(Hij liegt) - nooit.
|
|
(1c)
|
(Hij liegt) vrijwel -.
<<uitgesloten>>
|
Staat een nadere bepaling voor de kern, zoals vrijwel in
(1), dan spreken we van een voorbepaling.
Er komen ook nabepalingen voor. Een voorbeeld daarvan is genoeg
in:
|
(2)
|
(Ik zou je) graag genoeg (willen helpen).
|
Het is niet duidelijk of er in een bijwoordelijke constituent ook
complementen te onderscheiden zijn. Vanwege de nauwe
relatie met de kern lijken aanvullingen ingeleid door een voegwoord in
gevallen als het volgende hiervoor in aanmerking te komen:
|
(3)
|
(We proberen het nu eens) anders dan daarstraks.
|
Dat neemt niet weg dat een aanvulling als dan daarstraks
meestal niet noodzakelijk aanwezig is. De vraag of het om een toevoeging of
een complement gaat, is een theoretische kwestie, waar we hier niet nader
op in hoeven te gaan. Net als bij de adjectivische constituent behandelen
we zulke vergelijkende aanvullingen als complementen (vergelijk
).
In dit hoofdstuk worden alleen de mogelijkheden tot groepsvorming van
zogenaamde 'echte' bijwoorden (zie
) besproken. Bijwoorden die als een gebruiksklasse van adjectieven te
beschouwen zijn, kunnen de kern van een adjectivische
constituent vormen. De combinatie van zulke bijwoorden met andere elementen
wordt dan ook in
behandeld. De
bijwoordelijke constituent heeft overigens in verregaande mate analoge
opbouwmogelijkheden.
|
|
2 |
De combinatiemogelijkheden met voornaamwoordelijke bijwoorden moeten hier
apart vermeld worden. Aangezien deze bijwoorden opgebouwd worden uit een
voorzetsel en een voornaamwoord of een bijwoord (zie
), hebben ze een aantal mogelijkheden tot combinatie met andere
elementen gemeen met voorzetselconstituenten, bijv.
kort daarna
een week daarvoor
vijf meter erachter
Zie voor dergelijke gevallen
.
|
|
|
|