Toevoegingen binnen de werkwoordelijke constituent
 
[ 18·4 ]
 
Net als bij de complementen in de voorgaande paragraaf geven we hier een overzicht van de formele categorieën die als toevoeging kunnen dienen. De behandeling van de mogelijke (zinsdeels)functies van die toevoegingen gebeurt weer in . Als toevoeging binnen een werkwoordelijke constituent komen voor:

[1]  een zin, bijv.:

(1) Als je ziek bent moet (je) rusten.
(2) (We) konden niet op tijd zijn omdat we autopech hadden.
(3) (De rekening) is voorzover ik weet nog steeds niet betaald.



[2]  een naamwoordelijke constituent, bijv.:

(4) De laatste dag van de maand worden (we) uitbetaald.
(5) (We) willen woensdag weggaan.



[3]  een voorzetselconstituent, bijv.:

(6) (Je) kunt tot drie uur opbellen.
(7) (De daders) werden in de bank gearresteerd.
(8) (De buis) is door de vorst gesprongen.



[4]  een adjectivische constituent, bijv.:

(9) (Oom Karel) kan mooi zingen.



[5]  een bijwoordelijke constituent, bijv.:

(10) Vandaag blijf (ik) thuis.
(11) (We) hebben je vaak genoeg gewaarschuwd.
(12) (Het huis) komt misschien vrij.



 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina