Uitdrukking van de indirecte rede
 
[ 2·4·8·9·ii ]
 
Een andere belangrijke functie van het futurum praeteriti ligt in de weergave van in directe rede geuite zinnen met een vorm van zullen, die in indirecte rede omgezet zijn, bijv.:

(1a) Jaap zei: "Ik zal de afwas wel voor je doen."
(1b) Jaap zei dat hij de afwas wel voor je zou doen.

Zie verder .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina