|
|
Weglating van het element op de eerste zinsplaats
|
[ 21·3·8 ]
|
|
In informeel taalgebruik komen zinnen voor die alleen een begrijpelijke
taaluiting vormen als wordt aangenomen dat het taalelement op de eerste
zinsplaats is weggelaten. Dit geldt bijv. voor de tweede zin van
(1a):
|
(1a)
|
(Dat kwam eenvoudig niet voor.) - |Dacht| je eigenlijk niet over.
<informeel>
|
Op de eerste zinsplaats van die tweede zin (hier weergegeven door een
liggend streepje vóór de voor-pv dacht) kunnen we het eerste
deel van het voornaamwoordelijk bijwoord daarover invullen; we
krijgen dan een zin die tot de standaardtaal behoort:
|
(1b)
|
(Dat kwam eenvoudig niet voor.) Daar |dacht| je eigenlijk niet
over.
|
Wat voor element moet worden aangevuld, is af te leiden uit context en/of
situatie. De hier bedoelde weglating betreft altijd de eerste zinsplaats.
Vergelijk met (1a) de volgende zin, waarin daar
na dacht zou moeten staan:
|
(1c)
|
(Dat kwam eenvoudig niet voor.) Je |dacht| - eigenlijk niet over.
<<uitgesloten>>
|
De taalelementen die voor een dergelijke weglating in aanmerking komen,
zijn:
|
·
het eerste deel van een voornaamwoordelijk bijwoord;
·
een bijwoord van tijd;
·
een bijwoord van plaats;
·
een aanwijzend voornaamwoord;
·
het presentatieve er;
·
een persoonlijk voornaamwoord (meestal ik).
|
Met al deze elementen volgt hieronder een voorbeeld. De woorden die in
informeel taalgebruik uit de tweede zin kunnen worden weggelaten, zijn
telkens gecursiveerd en tussen haakjes geplaatst.
|
(2)
|
(Driehoeksmeting vind ik erg fijn.) (Daar) |heb| ik erg veel
nut van |gehad.|
<informeel>
|
|
(3)
|
(Dat was vroeger thuis ook.) (Dan) |gingen| we mee bollen pellen.
<informeel>
|
|
(4)
|
(Zeeland ken ik helemaal niet.) (Daar) |ben| ik zelfs nog nooit
|geweest.|
<informeel>
|
|
(5)
|
(Die zal wel nuttig werk doen.) (Dat) |wil| ik wel aan|nemen.|
<informeel>
|
|
(6)
|
(Er werd niet opengedaan.) (Er) |was| niemand thuis | |,
blijkbaar.
<informeel>
|
|
(7)
|
(In 1981 ben ik hier komen wonen.) (Ik) |was| inmiddels
|getrouwd| (en dan wil je wel een wat groter huis.)
<informeel>
|
|
(8)
|
A: (Ober!) B: (Ik) |kom| bij u | |, meneer!
<informeel>
|
Opmerking
|
Een enigszins andersoortig geval vormen zinnen die als begin van een
verhaal of een anekdote kunnen dienen, zoals:
|
(ia)
|
|Zegt| een man tegen zijn vrouw: (...).
<informeel>
|
Hier kan een weggelaten presentatief er aangenomen worden,
maar dat hoeft niet per se, getuige een zin als:
|
(ib)
|
Een man |zegt| tegen zijn vrouw: (...).
|
|
|
|
|
|
|