De bouw van de naamwoordelijke constituent
 
[ 14·2 ]
 
1 Globaal ziet de bouw van de naamwoordelijke constituent eruit als in schema 14.1. schema 14.1: De bouw van een naamwoordelijke constituent.

naamwoordelijke constituent
Determinator Voorbepaling Kern Complement Nabepaling
x x *
x
Subst.
Zelfst. Vnw.
x x *
x *

De asterisk ( * ) geeft aan dat een element meer dan één keer kan voorkomen. Het pijltje ( ) geeft aan dat het complement en de nabepaling(en) ook in omgekeerde volgorde kunnen voorkomen. schema 14.1 laat zien dat aan een substantivische kern een determinator en één of meer bepalingen vooraf kunnen gaan en dat er ook een complement en één of meer bepalingen op kunnen volgen. Is de kern een zelfstandig voornaamwoord, dan gaat er eventueel een bepaling aan vooraf en kunnen er één of meer bepalingen op volgen. Determinatoren en complementen komen dus alleen voor bij een substantivische kern.
 
2 De begeleidende elementen die aan de kern vooraf gaan, hebben in het algemeen een vaste plaats in de naamwoordelijke constituent. Als er een determinator (bijvoorbeeld de in de melk) aanwezig is, staat die het meest links; vergelijk (1a) met (1b):

(1a) de melk
(1b) de lekkere melk

Voor de kern, maar na de determinator, kunnen één of meer bepalingen staan. Een voorbepaling in een constituent met een substantief als kern is in het algemeen een adjectivische constituent, bijv. lekkere in (1b) of grote in (2); in (3) komen twee zulke voorbepalingen voor:

(2) de grote boom
(3) de mooie, grote boom

In een constituent met een zelfstandig voornaamwoord als kern is de voorbepaling doorgaans een bijwoordelijke constituent, bijv. bijna in:

(4) bijna iedereen

De weinige uitzonderingen op de volgorderegels worden gegeven in de deelparagrafen waar de determinator en de afzonderlijke bepalingen besproken worden. Daar wordt ook de vorm behandeld die de verschillende bepalingen voor de kern kunnen aannemen.
     De volgorde van de elementen die na de kern komen, is veel minder vast: het complement en de nabepaling(en) kunnen ook in omgekeerde volgorde voorkomen. Het pijltje in het schema geeft dit aan.
     Het complement kan de vorm hebben van een voorzetselconstituent of een zin, respectievelijk bijv.:

(5) het gesprek over de zin van het bestaan
(6) de bewering dat in Nederland de gemiddelde werkloze meer verdient dan de gemiddelde werknemer

De zinnen die de kern als complement begeleiden, noemen we complementszinnen. Ze worden ingeleid door een voegwoord (zie bijv. (6) en (7)) of door een vraagwoord (zie (8) en (9)):

(7) de vraag of Arnold Schwarzenegger president wordt van de Verenigde Staten van Amerika
(8) de vraag wie Andy Garcia zag
(9) de twijfel wat hij moest doen

Complementen komen niet voor bij naamwoordelijke constituenten met een voornaamwoord of een eigennaam als kern. Zie verder .
     Bepalingen die na de kern komen, kunnen de vorm hebben van een voorzetselconstituent (zie (10) en (11)) of een zin (zie (12) en (13)), bijv.:

(10) het gesprek in de tuin
(11) iets uit de tuin
(12) de man die ik gisteren tegenkwam
(13) diegenen die niet aan alle voorwaarden voldoen

Zinnen die de kern als nabepaling begeleiden kunnen door een relativum (bijv. een betrekkelijk voornaamwoord zoals in (12) en (13)) worden ingeleid: het gaat dan om betrekkelijke bijzinnen. Verder kunnen beknopte bijzinnen, al dan niet door om ingeleid, als nabepaling optreden, bijv.:

(14) een beer om te knuffelen
(15) Iets te eten (heb ik niet.)

Zie voor zinnen als nabepaling verder .
     Voorts kunnen nabepalingen de vorm hebben van een naamwoordelijke constituent (onder meer als bijstelling; zie (16) en (17)), een bijwoordelijke constituent (zie (18) en (19)) of een constituent voorafgegaan door een voegwoord (zie (20) en (21)), bijv.:

(16) de schipper, een voorzichtig man
(17) Gij, Allerhoogste
(18) die herrie hier
(19) hij daar
(20) alle kinderen behalve de oudste
(21) niets dan doffe ellende

De bepaling die bestaat uit een voegwoord gevolgd door een constituent komt in het algemeen na andere bepalingen, bijv.:

(22) niemand hier uitgezonderd Peter

Alleen bijstellingen staan na dit soort bepalingen, bijv.:

(23) een auto zoals die van Rinus, een heel snelle wagen

Bij naamwoordelijke constituenten met een zelfstandig voornaamwoord als kern komen bovendien ook nog nabepalingen voor in de vorm van een adjectivische constituent met een buigings-s en in de vorm van een telwoord op -en, respectievelijk bijv.:

(24) wat lekkers
(25) wij vieren

Zie voor de diverse types nabepalingen verder .
     Resumerend herhalen we schema 14.1, gevuld met concrete voorbeelden, als schema 14.2. schema 14.2: Plaatscategorieën binnen de naamwoordelijk constituent.

naamwoordelijke constituent
Determinator Voorbepaling Kern Complement Nabepaling
melk
lekkere melk
de boom
de grote boom
het gesprek in de tuin
het gesprek over het weer
het saaie gesprek over het weer in de tuin
het saaie , lange gesprek over het weer in de tuin
iets
iets geks
vrijwel alles
iedereen die ik ken
bijna iedereen die ik ken


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina