|
|
Morfologie: algemeen
|
[ 1·4·1 ]
|
|
Het is de taak van de morfologie of
vormleer de interne grammaticale structuur van woorden
te beschrijven.
Wat hun interne structuur betreft kunnen woorden verdeeld worden in
ongelede en in gelede woorden. Een ongeleed
woord is een eenheid van vorm en betekenis die niet verder in
betekenisdragende vormelementen te analyseren is, zoals het woord
boek. Een geleed woord daarentegen
kan wel verder geanalyseerd worden. De woorden
boekje en
boeken bijvoorbeeld zijn geleed. Ze kunnen verdeeld worden in
boek en -je, respectievelijk in boek
en -en. Vormelementen als
-je en
-en verschaffen ons semantische en/of grammaticale informatie:
-je geeft aan dat we met een verkleinwoord te maken hebben,
-en wijst hier op een meervoudig substantief. Deze elementen kunnen
zelf niet meer geanalyseerd worden. Dergelijke kleinste
betekenisdragende vormelementen noemt men
gebonden morfemen. In tegenstelling tot
woorden kunnen ze niet zelfstandig optreden
, tenzij onder heel bijzondere omstandigheden
. (Betekenisdragende elementen die wel zelfstandig als woord kunnen
voorkomen, noemt men vrije morfemen.) Met
dit eenheidskarakter is een nieuw element aan de definitie van het woord
toegevoegd. De woorddelen zijn ook niet omstelbaar. Naast
boekje is niet mogelijk
jeboek
of iets dergelijks.
Bij ongelede woorden vallen de begrippen woord en morfeem samen.
Opmerking
|
Bij het onderscheid tussen gelede en ongelede woorden plaatsen we ons op
het standpunt van het hedendaagse Nederlands. Woorden als
kruimel,
meisje,
slordig en
misschien
, die zonder kennis van de taalgeschiedenis niet verder analyseerbaar
zijn, beschouwen wij als ongelede woorden.
|
|
Door toevoeging van één of meer morfemen aan een bepaald woord kan al dan
niet een nieuw woord ontstaan. In het ene geval spreekt men van
woordvorming, in het andere van vormveranderingen van een woord. Het
onderscheid tussen beide is echter niet altijd even duidelijk.
|
|
|
|