| 
            
               
                  
                  
                      | 
                     
                           Inleiding 
                              | 
                     
                           [ 5·4·1 ]
                              | 
                   
                  
                  
                  
                     | 1 | 
                     
                        
                        Het wederkerig voornaamwoord vertoont op verschillende punten overeenkomst 
                        met het wederkerend voornaamwoord. Het verwijst ook vrijwel altijd 
                        binnentekstelijk en heeft dan dus een antecedent. Dit antecedent is heel 
                        dikwijls het onderwerp van de zin waarin het wederkerig voornaamwoord 
                        voorkomt, bijv. in: 
                        
                        
                        
                           
                           
                               | 
                              
                                 (1a)
                                 
                               | 
                              
                                 Johan en Pieter verdedigen elkaar.
                                 
                               | 
                            
                           
                         
                        
                        In deze zin verwijst het wederkerig voornaamwoord elkaar naar 
                        het meervoudig antecedent Johan en Pieter; de betekenis is 
                        dat Johan de handeling 'verdedigen' verricht en Pieter die ondergaat, 
                        terwijl eveneens Pieter dezelfde handeling verricht, die door Johan 
                        ondergaan wordt. Er is dus sprake van een 'wederkerige' relatie en werking; 
                        in dat geval is een wederkerig voornaamwoord verplicht. 
                              
                        Is er in de manier van verwijzen overeenkomst met het wederkerend 
                        voornaamwoord, er is ook een duidelijk verschil. Zin (1a) is 
                        ietwat omslachtig te omschrijven als: 
                        
                        
                        
                           
                           
                               | 
                              
                                 (1b)
                                 
                               | 
                              
                                 Johan verdedigt Pieter en Pieter verdedigt Johan.
                                 
                               | 
                            
                           
                         
                        
                        Bij een zin met een wederkerend voornaamwoord is de omschrijving anders; zo 
                        is (2a) gelijk aan (2b): 
                        
                        
                        
                           
                           
                               | 
                              
                                 (2a)
                                 
                               | 
                              
                                 Johan en Pieter verdedigen zich.
                                 
                               | 
                            
                           
                           
                               | 
                              
                                 (2b)
                                 
                               | 
                              
                                 Johan verdedigt Johan en Pieter verdedigt Pieter.
                                 
                               | 
                            
                           
                         
                        
                        Hier is dus geen sprake van wederkerigheid, al kan die wel toevallig en 
                        impliciet aanwezig zijn: als Johan en Pieter in (2) als een 
                        'collectief' optreden, impliceert dat dat Johan door zichzelf te verdedigen 
                        ook Pieter verdedigt en omgekeerd. Een dergelijk samengaan van een 
                        'wederkerende' en een 'wederkerige' relatie is natuurlijk alleen mogelijk 
                        bij een meervoudig antecendent en zal zich ook dan lang niet altijd 
                        voordoen. In een zin als 
                        
                        
                        
                           
                           
                               | 
                              
                                 (3)
                                 
                               | 
                              
                                 Johan en Pieter bezeren zich.
                                 
                               | 
                            
                           
                         
                        
                        wordt uitgedrukt dat zowel Johan als Pieter zich pijn doen, maar het ligt 
                        hier niet voor de hand aan te nemen dat ook de een de ander en de ander de 
                        een pijn doet. 
                          
                        
                      | 
                      | 
                   
                  
                  
                     | 2 | 
                     
                        
                        Het wederkerig voornaamwoord is in een zin altijd te vervangen door een 
                        andere constituent met dezelfde syntactische functie, zonder dat de 
                        betekenis van de rest van de zin verandert. Zo kunnen we elkaar 
                        in (1a) vervangen door een ander lijdend voorwerp: 
                        
                        
                        
                           
                           
                               | 
                              
                                 (4)
                                 
                               | 
                              
                                 Johan en Pieter verdedigen hun vrienden.
                                 
                               | 
                            
                           
                         
                        
                        Er bestaan geen werkwoorden of verbindingen waarbij altijd een wederkerig 
                        voornaamwoord voorkomt. De wederkerige voornaamwoorden nogmaals 
                        vergelijkend met de wederkerende, zouden we dus kunnen zeggen dat 
                        werkwoorden en verbindingen met een wederkerig voornaamwoord altijd 
                        'toevallig wederkerig' zijn. Juist omdat dit zo is, heeft deze term in de 
                        praktijk weinig zin en is hij dan ook niet gebruikelijk. 
                          
                        
                      | 
                      | 
                   
                  
                  
                
             | 
             |