|
|
De vormen
|
[ 5·4·2 ]
|
|
De wederkerige voornaamwoorden kunnen onderscheiden worden in
zelfstandige en
niet-zelfstandige. De
niet-zelfstandige vormen worden gevormd door toevoeging van een
(genitief-)s aan de zelfstandige. Het
vormenbestand is zeer beperkt, zoals uit schema 5.
6 blijkt.
schema 5.6: De wederkerige voornaamwoorden.
1
zelfstandig |
niet-zelfstandig |
elkaar |
elkaars |
mekaar |
mekaars |
elkander |
elkanders |
1
Zie toelichting in de tekst.
De vormen mekaar en mekaars zijn beperkt tot
informeel
taalgebruik. Vooral in Belgisch Nederlands worden ze ook in
geschreven taal
gebruikt. Dit gebruik kan als
regionaal
gekenschetst worden. De vormen elkander en
elkanders behoren tot
formeel
taalgebruik.
Omdat er dus (in de standaardtaal) eigenlijk maar één wederkerig
voornaamwoord bestaat (met daarnaast twee niet-standaardtalige varianten),
zal in het vervolg van deze paragraaf in plaats van 'het wederkerig
voornaamwoord' meestal kortheidshalve alleen maar 'elkaar(s)'
gebruikt worden.
|
|
|
|