|
|
laat staan (dat), voegwoordelijke uitdrukking
10/03/12
29/03
|
laatste, onbepaald rangtelwoord
07/03/01
|
lachen, hoofdtijden
02/03/05/02/01
|
laden, hoofdtijden
02/03/05/02/01
|
landmeten, hoofdtijden
02/03/05/03/01/02
|
(-)lang, na substantief (bijv. dagenlang)
12/04/03/02
15/03/02
20/10/03/03
|
langs daar of daarlangs?
08/07/03
|
langs hier of hierlangs?
08/07/03
|
langs waar of waarlangs?
08/07/03
|
langs-, in samenstelling, werkwoord met langs-
12/02/02/02/02/11
|
langs... heen, combinatie van voorzetsels
09/03/04
|
langs, achtergeplaatst voorzetsel
09/03/03
|
langs, voorzetsel
09/03/02
|
langsheen, als voorzetsel
09/03/04
|
laten, groepsvormend werkwoord met infinitief als aanvulling
18/05/08
zie ook: laten, hulpwerkwoord van causaliteit
|
* in noodzakelijk wederkerende verbinding (bijv. zich laten gaan)
05/03/04/01
|
|
* in wederkerende verbinding ('kunnen + (passief) deelwoord + worden')
22/04/02/05
|
|
laten, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
laten, hulpwerkwoord van causaliteit
02/02/02
zoek bij:
laten, groepsvormend werkwoord
|
leggen, groepsvormend werkwoord met te + infinitief als aanvulling
18/05/04/23
18/05/08
|
-lei (allerlei etc.)
05/09/03/03/02
|
leren kennen
18/05/04/13
|
leren, groepsvormend werkwoord met (te +) infinitief als aanvulling
18/05/04/13
18/05/08
|
lezen, hoofdtijden
02/03/05/03/01/02
|
-lieden, meervoudsuitgang
03/05/04/02
|
liefst of het liefst(e)?
06/04/03/04/01/02/02
|
liegen, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
liggen, groepsvormend werkwoord
18/05/08
|
* met deelwoord als aanvulling (vaste verbinding; equivalent van passief met zijn) (bijv. begraven liggen)
18/05/02/04/03
22/04/02/02
|
|
liggen, hoofdtijden
02/03/05/03/01/03
|
lijden, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
-lijk (-elijk), achtervoegsel
|
* adjectief op -lijk (-elijk), achtervoegsel
06/03/01/05
|
|
-lijk (-elijk), achtervoegsel
|
lijken, groepsvormend werkwoord
18/05/08
zoek bij:
lijken, hulpwerkwoord van modaliteit
|
lijken, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
lijken, hulpwerkwoord van modaliteit
zie ook: modale functie werkwoordstijden
zie ook: lijken, groepsvormend werkwoord
|
lijken, hulpwerkwoord van modaliteit (zie ook: modale functie werkwoordstijden)
02/02/02
28/03/02
|
lijken, koppelwerkwoord
02/02/02
18/05/02/03/01
20/01/03/02
|
-lijks (-elijks), achtervoegsel, adjectief op -lijks (-elijks)
12/04/02/03/02/02
|
lijntrekken, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
-ling (-eling), achtervoegsel
|
-ling (-eling), achtervoegsel, mannelijke persoonsnaam op -ling (-eling)
12/03/01/04/03/10
|
-lings (-elings), achtervoegsel, bijwoord op -lings (-elings)
12/05/02/02
|
linker(-), substantief met linker(-)
12/03/02/04/03
|
linker, onverbuigbaar adjectief
06/04/01/01/01
|
liplezen, hoofdtijden
02/03/05/03/01/02
|
loco-, voorvoegsel, substantief met loco-
12/03/01/03/02/05
|
-loos (-eloos), achtervoegsel
|
-loos (-eloos), achtervoegsel, adjectief op -loos (-eloos)
12/04/02/03/05/08
|
lopen (`worden')
20/01/03/02
|
lopen, groepsvormend werkwoord met te + infinitief als aanvulling
18/05/04/02
18/05/08
|
lopen, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
-lui, meervoudsuitgang
03/05/04/02
|
luidens, voorzetsel
09/03/02
|
luiken, hoofdtijden
02/03/05/03/01/01
|
-lustig, adjectief op -lustig (bijv. praatlustig)
12/04/02/03/01/02
|